Aller au contenu principal





Text submitted to CC-BY-SA license. Source: by Wikipedia (Historical)


Frank Lammers


Frank Lammers


Frank Albertus Petrus Maria Lammers (Mierlo, 10 april 1972) is een Nederlands acteur, regisseur en voice-over bekend van zijn rollen in Undercover (als Ferry) en Michiel de Ruyter in de gelijknamige film. Daarnaast kennen Nederlanders hem voornamelijk van de reclames van supermarktketen Jumbo.

Loopbaan

Lammers begon zijn carrière op het Strabrecht College te Geldrop. In 1995 studeerde Lammers af aan de Amsterdamse toneelschool.

In 2001 werd hij bekend bij het grote publiek als 'invaller' Berry uit Brabant in het derde seizoen van de televisieserie All Stars. Een seizoen eerder had hij een gastrol in de serie als bewaker van het PSV stadion (aflevering Oost West as Best). In 2018-2019 deed Lammers de regie van de musicalbewerking van de film All Stars (waar de serie op gebaseerd is).

In 2004-2005 was hij te zien in de theatervoorstelling Ren Lenny Ren van Acda en De Munnik. Lammers bouwde verder aan een carrière als acteur met als uitschieters De Enclave, waarvoor hij een Gouden Beeld ontving voor zijn rol van Bosko, en De dominee, waarin hij de rol van kickbokser Adri speelde. In 2006 kreeg Lammers een Gouden Kalf voor zijn hoofdrol in Nachtrit. In 2015 speelde hij de hoofdrol in de film Michiel de Ruyter.

Op Omroep Brabant heeft hij verschillende programma's gepresenteerd, zoals De kracht van Brabant en De canon van Lammers. In 2017 werd zijn filmregiedebuut Of ik gek ben – een initiatief van Mike Weerts die ook de hoofdrol vervult – bekroond met de prijs voor beste speelfilm op het Footcandle International Film Festival in de Amerikaanse staat North Carolina. In datzelfde jaar ontving hij ook de Cultuurprijs van het Prins Bernhard Cultuurfonds Noord-Brabant vanwege "zijn grote en bijzondere prestaties en verdiensten voor de cultuur in Noord-Brabant".

Sinds 2013 heeft Lammers een vaste rol in de reclames van supermarktketen Jumbo.

In 2019 verscheen op Eén en op Netflix de Belgisch-Nederlandse televisieserie Undercover. Frank Lammers speelde in de serie de rol van Ferry Bouman. Door het succes van de serie verschenen later, naast twee nieuwe seizoenen, de spin-offs Ferry (2021) en Ferry: de serie (2023).

In 2020 heeft Frank Lammers tijdens de coronacrisis de film Groeten van Gerri geschreven. Hij speelt hierin zelf de hoofdrol.

Lammers is sinds maart 2021 onderdeel van de gelegenheidsformatie The Streamers, die tijdens de coronapandemie gratis livestream-concerten gaven. Nadat de coronaregels in grote lijnen los werden gelaten, kondigde de formatie ook concerten met publiek aan. Hij speelt hier de rol van manager van de band.

Privéleven

Lammers is getrouwd met de schrijfster Eva Posthuma de Boer. Samen hebben ze een dochter en een zoon.

Filmografie

Films

  • fl. 19,99 (1998) – dakloze
  • Wilde mossels (2000) – Daan
  • De zwarte meteoor (2000) – Wezelkop
  • Nachtwacht (2000) – Vermeer
  • De grot (2001) – René
  • Ochtendzwemmers (televisiefilm, 2001) – Herman
  • Grimm (2003) – boer
  • Polleke (2003) – meester Wouter
  • De passievrucht (2003) – Dees
  • Het wonder van Máxima (televisiefilm, 2003) – agent Decker
  • Het Zuiden (2004) – Loe de Koning
  • Shouf shouf habibi! (2004) – Chris
  • De dominee (2004) – Adri Slotemaker
  • Flirt (2005) – Egbert-Jan
  • Het schnitzelparadijs (2005) – Willem
  • Leef! (2005) – BMW-bestuurder
  • Het woeden der gehele wereld (2006) – inspecteur Duivetrap
  • Zwartboek (2006) – Kees
  • Nachtrit (2006) – Dennis van der Horst
  • Eigenheimers (televisiefilm, 2006) – boer Jaap/Jaap van Elsakker
  • Nadine (2007) – Vince
  • Mafrika (2008) – Frank
  • Lex (2010) – Lex
  • New Kids Turbo (2010) – baas van Richard en Robbie
  • Rundskop (2011) – Sam Raymond, veearts
  • De president (2011) – Krasimir
  • De bende van Oss (2011) – Harry den Brock
  • Bon Voyage (televisiefilm, 2011) – Tom
  • De Marathon (2012) – Kees
  • Crimi Clowns: De Movie (2013) – De Patron
  • Onder het hart (2014) - Rogier
  • Michiel de Ruyter (2015) – Michiel de Ruyter
  • J. Kessels (2015) – J. Kessels
  • SneekWeek (2016) – rechercheur Van Velzen
  • De Helleveeg (2016) – Nico van Dartel
  • Hotel De Grote L (2017) – vader
  • All You Need Is Love (2018) – Ernst
  • Chasing Windmills (2018) – Kapitein Holland Amerika Lijn
  • D-railed (2018) – The Host
  • Groeten van Gerri (2020) – Gerri van Vlokhoven
  • Ferry (2021) – Ferry Bouman
  • Herrie in huize Gerri (2021) – Gerri van Vlokhoven
  • H4Z4RD (2022) – Kludde
  • The Takeover (2022) – Buddy
  • All Inclusive (2023) – Frans

Regie

  • Of ik gek ben (2016)
  • Groeten van Gerri (2020)
  • Herrie in huize Gerri (2021)

Nasynchronisatie

  • Streep wil racen (2005) – rol onbekend
  • Suske en Wiske: De Texas Rakkers (2009) – Lambik
  • Wreck-It Ralph (2012) – Ralph
  • Verschrikkelijke Ikke 2 (2013) – El Macho
  • De Boxtrollen (2014) – Hebbesma
  • The SpongeBob Movie: Sponge Out of Water (2015) – Kapitein Burgerbaard
  • Phantom Boy (2015) – de man met het misvormde gezicht
  • Huisdiergeheimen (2016) – Duke
  • Sing (2016) – Big Daddy
  • The Angry Birds Movie (2016) – Mighty Eagle
  • Paddington 2 (2017) – Knuckles McGinty
  • Ralph Breaks the Internet (2018) – Ralph
  • Spider-Man: Into the Spider-Verse (2018) – Spider Man Noir
  • The Angry Birds Movie 2 (2019) – Mighty Eagle
  • Huisdiergheimen 2 (2019) – Duke
  • Klaus (2019) – Klaus
  • Sing 2 (2022) – Big Daddy
  • The Bad Guys (2022) – Snake
  • De Gelaarsde Kat 2: De Laatste Wens (2022) – Papa Beer
  • Vogelvlucht (2023) – Oom Jan

Televisie

  • Ko de Boswachtershow (televisieserie) – rol onbekend (afl. De kippenfokkerversnipperaar, 1990)
  • Baantjer (televisieserie) – Milan Tolimir (afl. De Cock en de vermoorde onschuld, 1998)
  • Spangen (televisieserie) – Lars Bierman (afl. Foute vrienden, 1999)
  • BNN Look A Like 11-tal (televisieserie) – Coach Frenk (1999-2000)
  • Wildschut & De Vries (televisieserie) – Milko (afl. Zware benen, 2000)
  • All Stars (televisieserie) – Berrie (14 afl., 2000–2001)
  • De Enclave (televisieserie) – Darko Bokan (2002)
  • Intensive Care (televisieserie) – Erik Klein (afl. De grens, 2002)
  • Wet & Waan (televisieserie) – Mischa (afl. Het geheim van de raadkamer, 2003)
  • Dunya & Desie (televisieserie) – Tonnie van Bruggen (afl. Dunya en Desie forever, 2004)
  • Grijpstra & De Gier (televisieserie) – Paul van der Bildt (afl. My Funny Valentine, 2005)
  • Koppensnellers (televisieprogramma) – verschillende rollen (8 afl., 2006)
  • Comedy Central – voice-over (2007–2010)
  • Sterke verhalen uit Zoutvloed (televisieserie) – Tepper (5 afl., 2008)
  • De co-assistent (televisieserie) – Patrick Wezendonk (afl. De bevalling, 2009)
  • Echt niet?! (televisieprogramma, 2009) – presentator
  • Van Zon op Zaterdag (televisieprogramma, 2009–2010) – diverse rollen
  • Deadline (televisieserie) – Ype Sleeswijk (3 afl., 2010)
  • De kracht van Brabant (televisieprogramma, 2010) – presentator
  • Levenslied (televisieserie) – Bert (7 afl., 2011)
  • The Passion (televisieprogramma, 21 april 2011) – Judas Iskariot
  • Crimi Clowns (televisieserie) – De Patron (7 afl., 2012–2014)
  • Sinterklaasjournaal (televisieprogramma) – dierenverzorger (2013), souvenirverkoper in winkel Zaanse Schans (2018)
  • Als de dijken breken (miniserie, 6 afl., 2016) – Willem Wienesse
  • Grenslanders (televisieserie, 2019) – Rinus "Klauwe" de Geule
  • Undercover (televisieserie, 2019-heden) – Ferry Bouman
  • Welkom in de 80-jarige Oorlog (Schooltv, 2019) - Balthasar Gerards
  • Welkom in de jaren 20 en 30 (Schooltv, 2019-2020) – Wilhelm II van Duitsland, Al Capone, minister van Defensie
  • Nieuw zeer (2020)
  • Edelfigurant (televisieserie) – Rikkert (3 afl., 2020-2021)
  • De Alleskunner (2020-heden) – voice-over
  • Familie Gillis: Massa is Kassa (2020-heden) – voice-over
  • Welkom in de Middeleeuwen (2022) – Diverse rollen
  • Der Amsterdam Krimi (televisieserie) – Heesters (afl. Der Tote aus dem Eis , 2022)
  • Het jaar van Fortuyn (televisieserie) – Peter Langendam (5 afl., 2022)
  • Glory Days (2022) – zichzelf
  • Ferry (televisieserie) – Ferry Bouman
  • Frank gaat voor goud (documentaireserie op Discovery Channel, 2024) – presentator
  • Máxima (televisieserie) – Willibrord Frequin (2024)

Theater

  • Ren Lenny ren – Frank de manager
  • Cadillac Cowboy – Frank Lammers en Ocobar spelen Cadillac Cowboy over het leven van Hank Williams 1, 2 en 3 (2009)
  • Ach, Zalig Man – Frank Lammers speelt 8, uit het gelijknamige boek geportretteerde, personages uit de 8 dorpen van de Acht Zaligheden samen met zanger en figurant JW Roy (2010)
  • Hij gelooft in mij – alternate André Hazes (2012/2015)
  • Cruijff en Pipo van Viggo Waas – regie (2016)
  • Frank en Ricky hebben de blues, samen met Ricky Koole (2019/2020)

Discografie

Singles

Overig

  • De stem van Amos W. Steinhacker in het radiohoorspel Bommel (2007–2008).
  • De voice-over in een radioreclame van Arke in 2009.
  • Winnaar van de Nationale Nieuwsquiz in 2009.
  • De stem van de detective Scott Shelby in het PlayStation 3-spel Heavy Rain (2010).
  • De voice-over in de reclamecampagne voor de concertreeks Groots met een zachte G van Guus Meeuwis.
  • Speelde Michiel de Ruyter in het vernieuwde Scheepvaartmuseum.
  • Al jaren de stem in de TUI-reclames.
  • In 2020 nam hij deel aan de slimste mens ter wereld, maar viel af na één keer deelnemen.
  • In 2021 nam hij deel aan Het Jachtseizoen van StukTV. Hij wist vier uur lang uit handen te blijven en tijdens het eindsignaal was hij op 5 kilometer afstand van StukTV.

Externe link

  • (en)  Frank Lammers in de Internet Movie Database

Text submitted to CC-BY-SA license. Source: Frank Lammers by Wikipedia (Historical)


Lijst van Latijnse spreekwoorden en uitdrukkingen


Lijst van Latijnse spreekwoorden en uitdrukkingen


Deze lijst van Latijnse spreekwoorden en uitdrukkingen geeft een alfabetisch overzicht van beroemde of vaak gebruikte begrippen, spreekwoorden en uitdrukkingen in het Latijn. Inbegrepen zijn namen van verenigingen, instituties en begrippen, van letterkundige werken en van werken van beeldende kunst, alsook opschriften, titels, eretitels, motto's, wapenspreuken, zinspreuken en lijfspreuken. De eerst vermelde vertaling is altijd de letterlijke, gevolgd door populaire of toegepaste vertalingen. Daarna volgt eventueel een nadere toelichting of een bronbegripvermelding.

Er is een aparte lijst van Griekse en Latijnse begrippen in de biologie.

A

Ab absurdo
Uit het ongerijmde
Ab alio expectes, alteri quod feceris
Verwacht van anderen wat je anderen aandeed - wie kaatst moet de bal verwachten (Publilius Syrus, Sententiae)
Ab amicis honesta petamus
Laten we van onze vrienden louter eerzame dingen vragen (Cicero, De amicitia 13,44)
Ab asinis ad boves (transcendere)
Van ezels naar ossen - van de hak op de tak (springen) (Plautus, Aulularia 2,2,58)
Abducet praedam qui occurit prior
de buit wordt meegenomen door wie hem als eerste aantreft - wie het eerst komt, het eerst maalt (Plautus, Pseudolus 1198)
Ab equis ad asinos
Van paarden naar ezels - van de hak op de tak (Erasmus, Adagia I)
Abeunt studia in mores
Liefhebberijen worden tot gewoontes (Ovidius, Heroides 15,83)
Abi ad corvos
Loop naar de raven - loop naar de maan
Ab igni ignem capere
Het ene vuur met het andere aansteken - vgl. wat je zaait zul je oogsten (Cicero, De officiis 1,16,52)
Ab imo pectore
Uit het diepst van het hart (Lucretius, De Rerum Natura 3, 57; Vergilius, Aeneis 6,55)
Ab incunabulis
Vanaf de windsels, van jongs af
Ab initio
Vanaf het begin, een ab initio berekening in de exacte wetenschappen gaat uit van eerste principes
Ab Iove principium
Bij Jupiter is het begin - we beginnen met het belangrijkste (Vergilius, Bucolica 3, 60; Aeneis 7,219)
Ab ipso Lare incipe
Begin bij je eigen haardgod - veeg eerst je eigen stoepje schoon
Abiit, excessit, evasit, erupit
Hij vertrok, ging weg, ontsnapte, barstte los (Cicero, In Catilinam 2,1,1)
Ab obice saevior
Verwoeder door de weerstand (Ovidius, Metamorfosen 3,571)
A bove maiore discit arare minor
Van de oude os leert de jonge ploegen - zo de ouden zongen zo piepen de jongen
Ab ovo
Vanaf het begin, namelijk vanaf het tweelingei van Leda (Horatius, De arte poetica 147)
Ab ovo usque ad mala
Vanaf het ei tot de appels, van het begin tot het eind (van de maaltijd) (Horatius, Saturae 1,3,6-7)
Abrupte cadere in narrationem
Met de deur in huis vallen (Quintilianus, Institutiones oratoriae 4,1,79)
Absens carens
De afwezigen worden overgeslagen
Absentem laedit, qui cum ebrio litigat
Hij die met een dronkaard bekvecht, kwetst een afwezige (Publilius Syrus, Sententiae)
Absint offensae cum fit celebratio mensae
Laat beledigingen achterwege als je aan de feesttafel zit
Absit invidia verbo
Niet kwaad bedoeld - men duide het niet euvel (Livius, Ab urbe condita, 9,18,5; 28,39,11; 36,7,7)
Absit reverentia vero
Men moet de waarheid niet ontwijken [om een ander te sparen] (Ovidius, Heroides 5,11)
Absolvere ab instantia
Van het ten laste gelegde vrijspreken [bij gebrek aan bewijs]
Abundat dulcibus vitiis
Hij heeft veel beminnelijke tekortkomingen, hij is rijk aan sympathieke tekortkomingen (Quintilianus, Institutiones oratoriae 10,1,129)
Ab uno disce omnes
Door (de misdaad van) één (Griek) ken je ze (de Grieken) allemaal (Vergilius, Aeneïs 2,65-66)
Ab urbe condita (AUC)
Vanaf de stichting van de stad (Rome), het begin van de Romeinse jaartelling, traditioneel in 753 v.Chr.
Abusus non tollit usum
Misbruik heft het gebruik niet op
Abyssus abyssum invocat
De afgrond roept tot de afgrond - het ene misdrijf veroorzaakt het andere (Psalm 42, 7)
A cane non magno saepe tenetur aper
Een niet al te grote hond vangt dikwijls een wild zwijn - vgl. Je weet nooit hoe een koe een haas vangt (Ovidius Remedia Amoris 422)
A capella
Op de wijze van de [pauselijke] kapel - gezongen muziek zonder begeleiding van instrumenten
Acceptissima semper munera sunt, auctor quae pretiosa facit
Het meest welkom zijn altijd die giften die hun waarde ontlenen aan de gever (Ovidius, Heroides 16,71)
Accessorium sequitur principale
De bijzaak volgt (is afhankelijk van) de hoofdzaak
Accidit in puncto quod non speratur in anno
In een oogwenk kan gebeuren wat men in een heel jaar niet verwacht (lijfspreuk van keizer Ferdinand I)
Accipe quam primum, brevis est occasio lucri
Neem het meteen aan, kort is de kans op winst – je moet het ijzer smeden terwijl het heet is (Martialis, Epigrammata 8,9,3)
Accipere quam facere praestat iniuriam
Het is beter onrecht te lijden dan het te begaan (Cicero, Tusculanae disputationes 5,19.56)
A cruce salus
Van het kruis (van Christus) komt de redding
Acta(m rem) agere
Gedane zaken weer oppakken - nakaarten, mosterd na de maaltijd (Terentius, Phormio 491)
Acta probant se ipsa
Akten bewijzen zichzelf, een stuk dat eruitziet als een notariële akte geldt als zodanig, tenzij het tegendeel wordt aangetoond
Acta fabula est
Het verhaal is ten einde, laatste woorden van Romeinse toneelstukken - en van keizer Augustus
Actori incumbit probatio
De eiser in een rechtsgeschil moet het bewijs leveren, de bewijslast ligt op de eiser - zie: Affirmanti incumbit probatio
Actum agere
zie Actam rem agere
Actus non facit reum nisi mens sit rea
Een daad maakt een persoon niet schuldig, tenzij de geest (intentie) schuldig (kwaadaardig) is
Acuto homine nobis opus est, qui pervestiget quid sui cives cogitent
Een scherpzinnig iemand hebben wij nodig, om achter de mening in het land te komen (Cicero, De oratore, 1,223)
Ad astra per aspera
Door tegenslag heen tot de sterren, motto van Gouda, van de staat Kansas en van de NASA, ook Per aspera ad astra
Ad captandam benevolentiam
Om welwillendheid te verkrijgen - vgl. Captatio benevolentiae
Ad captandum vulgus
Om het volk (voor zich) te winnen
Adde parvum parvo, magnus acervus erit
Voeg beetje bij beetje toe en het zal een grote hoeveelheid worden (Ovidius)
Adeo in teneris consuescere multum est
Zo belangrijk is het zich van jongs af aan aan iets te wennen (Vergilius, Georgica 2, 272)
Ad fontes
Naar de bronnen, oproep tot gefundeerde bezinning
Ad fundum
Tot de bodem, terug naar de bron, ook gezegd als aansporing een glas in één teug te ledigen.
Ad hoc
Ten behoeve van dit, hiervoor, bij eenmalige maatregelen
Ad hominem
Op de mens, op de man af; zonder omwegen; zie ook Argumentum ad hominem
Adhuc caelum volvitur
Nog steeds draait de hemel - er is nog altijd hoop (Erasmus, Adagia, 4,4,8)
Adhuc sub iudice lis est
De zaak is nog onder de rechter, Zie ook: Grammatici certant (Horatius, De arte poetica 78)
Adhuc tua messis in herba est
Je oogst is nog in de halm - je moet het vel van de beer niet verkopen voor hij geschoten is (Ovidius, Heroides 16,263-264)
Ad impossibile nemo tenetur
Van niemand kan worden verlangd het onmogelijke te doen
Ad incitas redactus
Tot onbeweeglijkheid gedwongen (bordspelterm), schaakmat gezet (Plautus, Trinummus 537; Poenulus 906)
Ad infinitum
Tot in het oneindige
Ad interim
Voor de tussentijd, waarnemend, tijdelijk plaatsvervangend
Ad Jesum per Mariam
Tot Jezus door Maria, ook: Per Mariam ad Jesum. Belangrijk principe in het werk van de Heilige Louis de Montfort. Tevens motto van heiligdom Heiloo (Runxputte)
Ad kalendas Graecas
Op de Griekse kalendae, op een dag die nooit komt, met sint-juttemis, de kalendae was een dag in de Romeinse kalender, niet de Griekse (Suetonius, De Vita XII Caesareum, Divus Augustus 87,1)
Ad libitum (ad lib.)
Naar believen
Ad Limina (Apostolorum)
Naar de drempels (van de apostelen), pauselijke wet uit 1587 die diocesane bisschoppen verplicht om op gezette tijden Rome te bezoeken, waar de graven van de apostelen Petrus en Paulus liggen
Ad litem
Met het oog op het te voeren proces, de rechtsgang
Ad maiorem Dei gloriam (AMDG)
Tot meerdere glorie van God, devies van de Jezuïetenorde
Ad modum Minelli
Op de wijze van Minellius - letterlijk vertalend (Johannes Minellius, de in 1683 overleden rector van het Erasmiaans Gymnasium te Rotterdam, maakte letterlijke vertalingen van klassieke auteurs)
Ad mores natura recurrit damnatos
De natuur vervalt steeds in haar slechte gewoonten (Iuvenalis, Satiren 13,239-240)
Ad nauseam
Tot walgens toe
Adolescens laudandus, ornandus, tollendus
De jongeman moet worden geprezen, onderscheiden en... terzijde geschoven, uitspraak van Marcus Tullius Cicero, die dacht Octavianus te kunnen uitspelen tegen Marcus Antonius (Cicero. Epistulae ad Familiares 11.20,1)
Ad omne opus bonum paratus
Tot elk goed werk bereid (motto van de Premonstratenzers)
Ad patres ire
Naar de vaderen gaan - sterven (Rechters, 2,10)
Ad perpetuam rei memoriam
Te(r) eeuwiger nagedachtenis
Ad praesens ova cras pullis sunt meliora
De eieren van vandaag zijn beter dan de kippen van morgen - beter een vogel in de hand dan tien in de lucht (Rabelais, Gargantua 3,42)
Ad rem
Gericht op de zaak die voorligt, ter zake, gevat, pertinent
Adsum qui feci
Hier ben ik, die het gedaan heeft - ik ben de dader (Vergilius, Aeneis 9,427)
Ad usum Delphini
Ten gebruike van de Dauphin - de gekuiste versie (oorspronkelijk de gecensureerde uitgave van latijnse klassieken ten behoeve van le Grand Dauphin, later ironische term voor censuur)
Ad valvas
Aan de deuren, bij de ingang: verwijst naar het mededelingenbord bij de ingang, voor aanvullende informatie
Adversae res admonent religionum
Tegenslagen sporen aan tot godsdienst - nood doet bidden (Livius, Ab urbe condita V,51,8)
Advocatus Sancti Sepulchri
Beschermer van het Heilig Graf, eretitel van Godfried van Bouillon
Aegide
Met geitenhuid - achter het schild - onder de bescherming van
Aegrescit medendo
Door de behandeling wordt hij zieker (Vergilius, Aeneïs 12,46)
Aegri somnia
Dromen van een zieke - waanvoorstellingen van een zieke geest (Horatius, Ars poetica 7)
Aegroto dum anima est, spes est
Zolang een zieke nog reageert is er hoop - zolang er leven is, is er hoop (Cicero, Ad Atticum 9,10,3)
Aequa lance
Met de weegschaal in evenwicht - onpartijdig (Plinius de Oudere, Naturalis historia 7,7,5)
Aequa lege necessitas sortitur insignes et infimos
Volgens een door niemand te ontkomen wet treft het noodlot aanzienlijken en onaanzienlijken (Horatius, Oden 3,1,14-15)
Aequalis aequalem delectat
Gelijk houdt van gelijk - soort zoekt soort. Zie: Similibus enim similia gaudent
Aequalitas non parit bellum
Gelijkheid brengt geen ruzie voort (Erasmus, Adagia 4,2,96)
Aequam memento rebus in arduis servare mentem
Denk erom goede moed te houden in moeilijkheden (Horatius, Oden 2,3,1-2)
Aequo animo
Met gelijkmoedige geest - zonder zijn kalmte te verliezen
Aequo animo audienda sunt imperitorum convicia
Verwijten van onkundigen moet men met gelatenheid aanhoren (Seneca, Brieven aan Lucilius 76,4)
Aere perennius
Duurzamer dan brons (Horatius, Oden 3,30,1)
Aer mea arena est
De lucht is mijn strijdtoneel
Aes triplex
Driedubbel brons - sterk geharnast (Horatius, Oden 1,3,9)
Aetatis suae --, (Anno) aetatis suae--
Op de [aangeduide] leeftjd
Aeternam servans sub pectore vulnus
Diep in het hart de aanhoudende wonde voedend - met name in de betekenis: vol eeuwige wrok Vergilius, Aeneis 1,36)
Affirmanti incumbit probatio
De bewijslast ligt bij degene die iets beweert - zie: Actori incumbit probatio
A fortiori
Des te sterker - des te meer
Age quod agis
(of: age si quid agis) Doe wat je doet - als je iets doet, doe het dan goed (Plautus, Miles Gloriosus, 215; Persa 659)
Agere aut pati fortiora
Maatregelen nemen of erger ondergaan (Livius, Ab urbe condita, 2,12). Motto dat Hendrik van Brederode vanaf 1565 als protest tegen de Inquisitie gebruikte.
Agnus Dei
Lam Gods, een uitdrukking die verwijst naar Jezus Christus; een gezang, deel uitmakend van het ordinarium van de katholieke mis
Ago ergo sum
Ik handel, dus ik besta
Alea iacta est / Alea iacta sit
De teerling is geworpen / De teerling zij geworpen, Julius Caesar, toen hij de Rubicon overstak. Volgens Plutarchus in het Grieks uitgesproken (Ἀνερρίφθω κύβος - Anerriphto kubos)
Aliam vitam, alios mores
Een ander leven, andere zeden - andere tijden, andere zeden (Terentius, Andria 189)
Alias
Anders genoemd
Aliena nobis, nostra plus aliis placent
Wat van een ander is bevalt ons meer, en het onze bevalt anderen weer meer (Publilius Syrus, Sententiae 28)
Aliena vitia in oculis habemus, a tergo nostra sunt
De gebreken van een ander hebben we voor ogen, de onze zijn achter onze rug - de gebreken van een ander houden we in de gaten, de onze merken we niet op (Seneca, De ira 2,28,8)
Alibi
Op een andere plaats
Alieni appetens, sui profusus
Belust op andermans bezit, kwistig met het zijne (Sallustius, De Catilinae coniuratione 5,4)
Alieni iuris
Van het recht van een ander - vallend onder de wet van een andere macht of het gezag van een andere persoon
Aliis si licet, tibi non licet
Al mogen anderen het, dan mag jij het nog niet (Terentius, Heauton Timorumenos 797), zie Quod licet Iovi non licet bovi
Aliquando et insanire iucundum est
Het is soms prettig ook eens gek te doen (Seneca, De tranquillitate animi 17,10)
Aliquis malo fuit usus in illo
Er was bij dat ongeluk nog iets van nut - een geluk bij een ongeluk (Ovidius, Metamorfosen 2,332)
Alis volat propriis
Zij vliegt op eigen vleugels
Alitur vitium vivitque tegendo
Het kwaad wordt gevoed en blijft bestaan als men het verbergt (Vergilius, Georgica 3,454)
Aliud est celare, aliud tacere
Iets verzwijgen is wat anders dan erover te zwijgen - iets met opzet verborgen houden is wat anders dan er niet over praten (Cicero, De officiis 3,12,52)
Alium silere quod voles, primus sile
Waarover je wilt dat een ander zwijgt, zwijg daarover zelf als eerste (Seneca, Phaedra, 884)
Alius aliud dicit
Een ander zegt iets anders, ieder vogeltje zingt zoals het gebekt is
Alma mater
De voedende moeder, onder meer aanduiding voor (iemands) universiteit
Alta alatis patent
Hoogten liggen open voor vleugels, de hoogste sferen liggen open voor wie vleugels heeft. Devies, onder meer van het voormalige vliegveld Ypenburg
Alta mente repostum
Diep in het hart bewaard (Vergilius, Aeneis 1,26)
Altera pars
De andere kant, het tweede deel, zoals in audiatur et altera pars (zie aldaar) of inaudita altera parte: zonder tegenpartij te hebben gehoord (is rechtvaardig handelen niet mogelijk), vermeld in Seneca's Medea
Alter ego
Een andere ik (Ovidius, Amores 1,7,32)
Alteri vivas oportet, si vis tibi vivere
Je moet voor anderen leven als je voor jezelf wil leven (Seneca, Epistulae Morales ad Lucilium 48,2)
Alterius non sit, qui suus esse potest
Wie op zichzelf kan staan, moet niet van een ander afhankelijk zijn (motto van Paracelsus)
Alterum alterius auxilio eget
Het ene heeft de hulp van het andere nodig (Sallustius, De Catilinae coniuratione 1,7)
Alterutrum, neutrum utrumque
Een van beide: geen of allebei
Altiora
Hogere dingen
Altissima quaeque flumina minimo sono labuntur
Juist de diepste rivieren stromen met het minste geluid - stille waters hebben diepe gronden (Curtius, Historiarum Alexandri Magni Macedonis Libri Qui Supersunt 7,4,13)
Altum silentium
Diep stilzwijgen
Ama et fac quod vis
Bemin en doe wat je wilt - Vervorming (meestal in verband met verliefden) van Augustinus' uitspraak Dilige et quod vis fac
Ama nesciri (et pro nihilo reputari)
Hou ervan onbekend te blijven (en als nietswaardig beschouwd te worden) (Thomas a Kempis, De imitatione Christi 1,2,15)
Amantes amentes
Verliefden zijn verdwaasden - klucht (1609) van Gabriel Rollenhagen, titel waarschijnlijk variatie op 'amens amansque
Amantium irae amoris integratio est
De ruzies van verliefden zijn een vernieuwing van hun liefde (Terentius, Andria 555)
Amare et sapere vix deo conceditur
Tegelijk verliefd en wijs zijn is voor een god nauwelijks mogelijk (Publilius Syrus, Sententiae 22)
A mari usque ad mare
Van zee tot zee, Psalm 71(72): 8, motto van Canada
Amat victoria curam
De overwinning houdt van zorg - een overwinning eist inzet (Catullus, Carmina 62,16)
Amens amansque
Verdwaasd en verliefd (Plautus, Mercator 82)
Amici mores noveris, non oderis
Het karakter van een vriend moet men kennen, niet haten (Publilius Syrus, Sententiae 58)
Amicis inimicis promptus
Voor vriend en vijand paraat (motto Vliegbasis Leeuwarden)
Amicitiae immortales esse debent, inimicitiae mortales
Vriendschappen moeten onsterfelijk zijn, vijandschappen sterfelijk (Livius, Ab urbe condita 40,46,12)
Amicitia fortior
Sterker door vriendschap
Amicus certus in re incerta cernitur
Een echte vriend wordt in onzekere tijden opgemerkt (Cicero, Laelius de amicitia 17,64)
Amicus curiae
Vriend van de rechtbank
Amicus optimae vitae possessio
Een vriend is het beste bezit in het leven (lijfspreuk van koning Albrecht II)
Amicus Plato, sed magis amicus veritas
Plato is mijn vriend, maar de waarheid is nog meer mijn vriend - ik verkies de waarheid boven Plato (later werd ook de naam Socrates of Aristoteles in plaats van Plato genoemd) (naar Aristoteles, Ethica Nicomachea 1,4,1096a,16)
Amore, more, ore, re, nascuntur amicitiae
Uit liefde, gewoonte, mondeling verkeer, en daden, ontstaan vriendschappen (middeleeuwse spreuk)
Amor et melle et felle est fecundissimus
De liefde is overmatig rijk aan honing en aan gal (Plautus, Cistellaria 69)
Amor fati
Liefde voor het noodlot, lotsaanvaarding
Amoris vulnus idem sanat, qui facit
De wond van de liefde kan slechts door degene geheeld worden die haar maakt (Publilius Syrus, Sententiae)
Amor non talia curat
De liefde bekommert zich niet om dergelijke [kleine] dingen (Vergilius, Bucolica 10,28)
Amor omnibus idem
De liefde is voor allen gelijk (iedereen is onderworpen aan de macht van de liefde) (Vergilius, Georgica 3,244)
Amor patriae nostra lex
Vaderlandsliefde is onze wet
Amor sceleratus habendi
Misdadige hebzucht (Ovidius, Metamorfosen 1,131
Amor tollit timorem
De liefde heft de vrees op - liefde is sterker dan angst (Eerste brief van Johannes 4,18)
Amor tussisque non celatur
Liefde en hoest kan men niet verbergen (Erasmus, Adagia 5,1,63)
Amor vincit omnia
Liefde overwint alles, zie ook Omnia vincit amor
Ana partes aequales (a.a.)
Van elk gelijke delen - geeft in een doktersrecept aan dat er gelijke hoeveelheden van stoffen in het geneesmiddel moeten worden verwerkt
Anima candida
Een blanke ziel - een oprecht, argeloos karakter [over Vergilius] (Horatius, Satiren 1,5,41)
Anima Christi
Ziel van Christus, titel (eerste woorden) van een veertiende-eeuws gebed
Anima cogitativa
Denkende ziel - de ziel, zoals Aristoteles die aan de mensen toeschreef (Aristoteles, Over de ziel)
Animae dimidium meae [amicus]
De helft van mijn ziel - mijn boezemvriend (Horatius, Oden 1,3,8)
Anima eterna
Eeuwige ziel, naam van een internationaal projectorkest, in 1987 opgericht door Jos Van Immerseel
Animal bipes implume
Tweevoetig ongevederd dier - definitie door Plato van de mens (ζῷον δίπουν ἄπτερον - dzoon dipoun apteron)
Animalium hominumque saluti
Tot heil van mens en dier
Animal laborans
Het werkende dier - definitie door Hannah Arendt van de mens
Anima mundi
Wereldziel, volgens Plato de geest die alles in de wereld doordringt (ψυχή κόσμου - psychè kosmou)
Anima sensitiva
Voelende ziel - de ziel zoals Aristoteles die aan de dieren toeschreef (Aristoteles, Over de ziel)
Anima vegetativa
Plantaardige ziel - de ziel, zoals Aristoteles die aan de planten toeschreef (Aristoteles, Over de ziel)
Animo deliberato
Met vastbesloten wil - met voorbedachten rade
Animo nunc huc nunc fluctuat illuc
In zijn hart neigt hij nu eens tot dit, dan weer tot dat (Vergilius, Aeneis 10,680)
Animum fortuna sequitur
Het geluk volgt de moed. Devies van het Regiment Huzaren Prins van Oranje. Vgl. Audentes fortuna iuvat, Fortes fortuna adiuvat, het geluk is met de dapperen
Animus hominis semper appetit agere aliquid
De geest van een mens verlangt er altijd naar iets te bereiken (Cicero, De finibus bonorum et malorum 5,20)
Animus in consulendo liber
Een geest, vrij om te beraadslagen (motto vergaderzaal NAVO-hoofdkwartier, Brussel) (Sallustius, Catilinae Coniuratio 52,21, Cato de Jongere citerend)
An nescis, mi fili, quantilla prudentia regitur orbis?
Weet je dan niet, mijn zoon, met hoe weinig wijsheid de wereld geregeerd wordt? (Axel Oxenstierna)
An nescis longas regibus esse manus?
Weet je dan niet dat de armen van vorsten lang zijn? (Ovidius, Heroides 16,166)
(Anno) aetatis suae
In het jaar van zijn/haar leven, op de leeftijd van, ook afgekort aetas, aet., A.A.S. of A.S.: betreft het vermelden, op grafstenen en kunstwerken (bijvoorbeeld schilderijen), van de leeftijd van de geportretteerde; in een necrologie voluit: obiit anno... ætatis suæ, om de ouderdom van de overleden persoon aan te geven
Anno Domini
In het jaar van de Heer, het aantal verstreken jaren sinds de geboorte van Jezus Christus, het begin van de christelijke jaartelling
Antebellum, ook ante-bellum
"voor de oorlog", verwijzend naar (iedere) vooroorlogse periode, in het bijzonder naar de tijd voor de Amerikaanse Burgeroorlog
Ante coenam (a.c.)
Voor de maaltijd - geeft in een doktersrecept aan dat het medicijn voor het eten moet worden ingenomen
Ante meridiem (A.M.)
Voor het middaguur, het tijdvak van 12 uur 's nachts tot 12 uur 's middags, zie ook Post meridiem
Antiqua virtute et fide
Van ouderwetse eer en trouw (Terentius, Adelphoe 3,3,86)
Antiquus amor cancer est
Oude liefde is een kanker - oude liefde roest niet (Petronius, Satyricon 42,7)
Aperto libro
Waar het boek opengeslagen is - à l'improviste
A posse ad esse non valet consequentia
Van het kunnen kan men niet concluderen tot het zijn - uit de mogelijkheid dat iets bestaat kan men niet de gevolgtrekking maken dat het bestaat
A posteriori
Achteraf gedacht, vanuit de ervaring
Apparatus criticus
Kritische uitbreiding - overzicht van alle varianten van een tekst met toelichting, onderaan de pagina
Apparent rari nantes in gurgite vasto
Hier en daar verschijnen ze zwemmend in de uitgestrekte zee, meestal kort (en ironisch) als Rari nantes, zeldzame zwemmers (Vergilius, Aeneis 1,118)
A priori
Van tevoren, voorafgaand aan de zintuiglijke waarneming
Apud novercam queri
Klagen bij zijn stiefmoeder - bij iemand aan het verkeerde adres zijn (Plautus, Pseudolus 314)
Aqua a pumice nunc postulas
Nu verlang je water van een puimsteen - van een kale kip kan men geen veren plukken (Plautus, Persa 41)
Aqua regia
Koningswater, triviale naam voor het 3:1-mengsel van geconcentreerd zoutzuur en geconcentreerd salpeterzuur. Zo genoemd omdat goud en ook andere edelmetalen erin oplossen.
Aqua turbida piscosior est
Troebel water is visrijker (dan zuiver water), Peter van Blois. - In troebel water is goed vissen. Vgl. Est captu facilis turbata piscis in unda. Uit de miserie van een ander is meer profijt te trekken, of ook: uit een moeilijke situatie toch nog voordeel trekken.
Aquila non captat muscas
Een arend vangt geen vliegen, belangrijke mensen houden zich niet met beuzelarijen bezig, (Erasmus, Adagia 3,2,65)
Arare litus
Het strand ploegen - zich onnodig druk maken (Ovidius, Tristia 5,4,48)
Arbiter elegantiarum
Een deskundige in verfijnde zaken - een fijnproever (Tacitus, Annales 16,18 over Gaius Petronius Arbiter)
Ardeat vita
Het leven brande, het leven bruise, zinspreuk van de Amsterdamsche Vrouwelijke Studenten Vereeniging
Ardet nec consumitur
Het brandt, maar wordt niet verteerd, motto van de Abdij van Grimbergen
Argentum auro, utrumque virtute cedit
Zilver wijkt voor goud, en beide voor de deugd. Motto van Piet Hein
Argumentum ad baculum
Argument met de knuppel, beroep op de stok, drogreden: er is geen sprake van argumenteren, maar van bedreigen
Argumentum ad crumenam
Beroep op rijkdom, drogreden: de veronderstelling dat iemand gelijk heeft omdat hij rijk is
Argumentum ad hominem
Beroep op de man, drogreden van de persoonlijke aanval: er wordt op de man gespeeld, niet op wat hij zegt
Argumentum ad lazarum
Beroep op armoede, beroep op (de Nieuwtestamentische armoedzaaier) Lazarus, drogreden: de veronderstelling dat iemand gelijk heeft, omdat hij arm is
Argumentum ad populum
Beroep op het volk, beroep op de massa, drogreden: de veronderstelling dat de meerderheid gelijk heeft
Argumentum ad verecundiam
Argument uit eerbied, beroep op autoriteit, de veronderstelling dat iemand gelijk heeft omdat hij als respectabel wordt gezien
Arma virumque cano
Ik bezing de held en zijn wapenfeiten - aanhef van Vergilius' Aeneis (1, 1)
Armis(que) potentius aequum
(En) het recht is sterker dan wapens (Ovidius, Fasti 3,281
Ars Aemula Naturae
De kunst wedijvert met de natuur (Apuleius, Metamorphoses 2,4), naam van een Leidse kunstenaarsvereniging, opgericht in 1694
Ars amatoria
De kunst van de liefde, Minnekunst, (in feite: de kunst van het verleiden), titel van een leerdicht van Ovidius; ook geciteerd als ‘’’Ars Amandi’’’, De kunst van het liefhebben
Ars gratia artis
Kunst uit liefde voor de kunst, motto van filmmaatschappij Metro-Goldwyn-Mayer (MGM), vgl. l'art pour l'art
Ars longa, vita brevis
De kunst (professionele vaardigheid) is lang, het leven kort, uitspraak van de Griek Hippocrates in een Latijnse vertaling door Seneca (De brevitate vitae 1,1). Het vak van Hippocrates was de geneeskunst, het duurde langer dan een leven om die te leren.
Ars medica
Geneeskunst
Ars vivendi
De levenskunst, het opgewassen zijn tegen het leven
Artem non odit nisi ignarus
Slechts een onwetende haat de kunst
Arti et Amicitiae
Voor de kunst en de vriendschap; een Amsterdamse vereniging van beeldende kunstenaars en kunstliefhebbers
Asinus ad lapidem non bis offendit eundem
Een ezel stoot zich geen twee keer aan dezelfde steen
A solis ortu usque ad occasum
Van zonsopkomst tot zonsondergang (Psalm 113,3) - In de heraldiek, met name van het Spaanse Rijk, gebruikt in de betekenis "waar de zon nooit ondergaat"
Assistens Throno Pontificio
Bisschop-assistent bij de pauselijke troon; een eretitel
Auctor opus laudat
De maker looft het werk (Ovidius, Epistulae ex Ponto 3,9,9)
Audacia pro muro et scuto opus
Durf is onze muur, de daad is ons schild, Cornelis Jol
Audacter calumniare, semper aliquid haeret
Laster maar brutaal, er blijft altijd iets van hangen (Francis Bacon, De dignitate et augmentis scientiarum). Ten onrechte toegeschreven aan Pierre Beaumarchais als Calomniez, calomniez, il en reste toujours quelque chose
Audax Iapeti genus
Het arrogante nageslacht van Iapetus (bedoeld wordt: Prometheus) - het menselijk geslacht (Horatius, Oden 1,3,27)
Audax omnia perpeti
Moedig wagend alles te doorstaan (Horatius, Oden 1,3,25)
Aude audenda
Waag wat gewaagd moet worden, motto van het Belgische 40e smaldeel
Audemus jura nostra defendere
Wij durven onze rechten te verdedigen, motto van Alabama
Audendo magnus tegitur timor
Achter heldhaftigheid gaat vaak een grote vrees schuil (Lucanus, Pharsalia 4,702). Vgl. Een held is soms slechts een lafaard die te bang was om te vluchten (Thomas Fuller (1608-1661))
Audendum est, fortes adiuvat ipsa Venus
Men moet durven, Venus zelf staat de dapperen bij - men moet dapper zijn, het geluk helpt de moedigen Tibullus, Elegieën 1,2,16). Zie ook: Audentes fortuna iuvat
Audentes Deus ipse iuvat
God zelf helpt hen die durven (Ovidius, Metamorfosen 10,586)
Audentes fortuna iuvat
Het lot begunstigt de dapperen - wie niet waagt, die niet wint (Vergilius, Aeneis 10,284). Zie: Fortes fortuna adiuvat
Audi, vide, tace, si tu vis vivere in pace
Hoor, zie en zwijg, als je in vrede wilt leven
Audi alteram partem
Luister naar de andere kant, hoor en wederhoor, ook als:
  • Audi et alteram partem: Hoor ook de tegenpartij, gevelopschrift op het voormalige gerechtsgebouw te Alkmaar
  • Audiatur et altera pars: Ook de tegenpartij worde gehoord (Seneca, Medea 199)
Aurea mediocritas
De gouden middelmaat, de gulden middenweg (Horatius, Oden 2,10,5)
Aurea sunt vere nunc saecula, plurimus auro venit honos, auro conciliatur amor
Nu is het echt de gouden eeuw, naar goud gaat de meeste eer, met goud wordt liefde verworven - Iedereen is nu om te kopen, met geld verwerft men zowel eer als liefde (Ovidius, Ars amatoria 2,277-8)
Auribus lupum tenere
Een wolf bij de oren hebben - zich in een lastig parket bevinden (Terentius, Phormio 506)
Aurum potestas est
Goud is macht
Aut Caesar, aut nullus
Of de keizer, of niemand. Als Aut caesar aut nihil motto van Cesare Borgia
Aut dosce, aut disce, aut discede
Onderwijs, leer of ga weg (inscriptie op St. Paul's School in Londen volgens Samuel Pepys
Aut nunc, aut numquam
Nu of nooit (ook: Nunc aut numquam)
Aut omnia, aut nihil
Alles of niets
Aut viam inveniam, aut faciam
Of ik vind een weg, of ik maak er een - Waar een wil is, is een weg
Aut vincere aut mori
Overwinnen of sterven
Ave imperator, morituri te salutant
Heil keizer, zij die gaan sterven groeten U (Suetonius, De Vita Caesarum. Divus Claudius 21,6)
Ave verum corpus natum de Maria Virgine
Gegroet waarlijk lichaam (van Christus), geboren uit Maria, de maagd. Aanhef van een hymne uit de veertiende eeuw, ter gelegenheid van het feest van Sacramentsdag.
A verbis legis non est recedendum
Van het woord van de wet mag men niet afwijken - aan de tekst van een wet mag men niets wijzigen
Avoca te
Amuseer je, veel plezier

B

Balnea vina venus corrumpunt corpora nostra, sed vitam faciunt balnea vina venus
Baden, wijn en seks vernielen onze lichamen, maar baden, wijn en seks maken het leven (deel van een grafgedicht, carmen sepulcrale, op een familiegraf)
Barba non fecit filosofum
Een baard maakt nog geen filosoof (beter is: Barba non facit philosophum)
Barba tenus sapientes
Tot aan de baard zo wijs, ogenschijnlijk wijs (Erasmus, Adagia)
Barbarus hic ego sum, quia non intellegor ulli
Ik ben hier een vreemdeling omdat ik door niemand begrepen word (Ovidius, Tristia 5,10,37)
Beati pauperes spiritu
Zalig zijn de armen van geest (Mattheüs 5:3; Lucas 6:20)
Beatus dies luna proximo est
Gelukkig is het bijna maandag (motto van 2e peloton A-cie 44e Painfbat)
Beatus homo qui invenit sapientiam
Gelukkig is de mens die wijsheid vindt/gevonden heeft (Spreuken 3:13, motto van Gymnasium Apeldoorn)
Beatus ille, qui procul hominibus
Gelukkig is hij die ver van de mensen woont
Beatus, qui prodest, quibus potest
Hij die iedereen helpt die hij kan helpen, is een gelukkig man
Bene agere et nil timere
Goed doen en niets vrezen (familiespreuk van Albada Jelgersma)
Bene diagnoscitur, bene curatur
Iets dat goed gediagnosticeerd wordt, kan genezen worden
Benigno numine
Met de geest van de Voorzienigheid. Als Benigno Numine motto van William Pitt, tevens van het grootzegel van Pittsburgh
Bellum ita suscipiatur, ut nihil aliud nisi pax quaesita videatur
De oorlog moet zo opgenomen worden, dat niets anders tenzij de vrede schijnt gezocht te worden (Cicero)
Bis dat, qui cito dat
Hij geeft tweemaal, die snel geeft (Erasmus, Adagia)
Bis repetita manent
Wat men tweemaal herhaald heeft, blijft in de herinnering
Bis repetita non placent
Herhalingen vallen niet in goede aarde (Horatius, Ars Poetica 365)
Bona diagnosis, bona curatio
Een goede diagnose is een goed medicijn
Bonafide
Te goeder trouw
Bona malis paria non sunt
Het geluk is niet opgewassen tegen het ongeluk (Plinius Maior)
Bona valetudo melior est quam maximae divitiae
Goede gezondheid is meer waard dan de grootste rijkdom
Boni pastoris est tondere pecus, non deglubere
Een goede herder scheert zijn schapen, maar trekt hen niet het vel over de oren.
Bonis nocet qui malis parcit
Wie de slechteriken spaart, benadeelt de goeden (Seneca)

C

Caelestia cude arma
smeed hemelse wapens (Jan Baptist de Smet)
Calcanda semel via leti
De weg des doods moet eenmaal betreden worden
Calcat iacentem vulgus
Het volk geeft de liggende een trap na
Calculus
Rekensteentje (e.g. in een telraam) (een tak van wiskunde, een verstening in het lichaam)
Camera obscura
Donkere kamer (een optisch instrument, een werk van Hildebrand)
Candida pax homines, trux decet ira feras
Oprechte vrede past mensen goed, zoals woeste woede dieren past (Ovidius)
Candore notabilis albo
Opmerkelijk door haar blanke onschuld
Canes latrantes non mordent
Blaffende honden bijten niet
Canis timidus vehementius latrat quam mordet
Een bange hond blaft heftiger dan hij bijt
Captatio benevolentiae
Het verkrijgen van de welwillendheid (van de toehoorders, bij het begin van een toespraak)
Caput sapientiae est reverentia Domini
De vreeze des Heeren is het begin der wijsheid (Psalm 111:10, motto van meerdere confessionele studentenverenigingen, waaronder de voormalige SSR)
Carmen perpetuum primaque ab origine mundi ad tempora nostra
Een lied voor de eeuwigheid, en van het begin van de wereld tot onze tijd (naar Ovidius' Metamorfosen, boek I, vers 3-4)
Carpe diem quam minimum credula postero
Pluk de dag, zo min mogelijk vertrouwend op de volgende (Horatius)
Casu quo (c.q.)
in welk geval; in dit geval, hier
Casus belli
(onmiddellijke) aanleiding tot oorlog. Een term uit het internationaal recht
Cave canem
Pas op voor de hond (op een mozaïek in Pompeï)
Caveat
Men zij op zijn hoede
Caveat emptor
Laat de koper op zijn hoede zijn
Caveant consules
Laten de consuls oppassen
Cede maiori
Ga opzij voor uw meerdere
Cedo nulli
Ik wijk voor niemand (lijfspreuk van Erasmus, tevens naam van de slakkensoort Conus cedonulli, ook Concedo nulli)
Ceteris paribus
De overige omstandigheden gelijk blijvend
Ceterum censeo Carthaginem delendam esse
Overigens ben ik van mening dat Carthago verwoest moet worden (Cato de Oude)
Christus Mansionem Benedicat
Christus zegene dit huis, huiszegen, veelal als C+M+B bij de voordeur
Cibi condimentum est fames
Honger maakt elke maaltijd gekruid, Honger maakt rauwe bonen zoet
Cito ignominia fit superbi gloria
Voor hoogmoedigen verandert roem snel in schande, Hoogmoed komt voor de val
Citius, altius, fortius
Sneller, hoger, sterker . Dit motto presenteerde de dominicaan Henri Didon (1834-1900) op de vergadering van het Eerste Olympisch Congres in 1894,voorgezeten door baron Pierre de Coubertin (1861-1937), initiatiefnemer
Civis Romanus sum
Ik ben een Romeins burger (verwijzing naar rechten en plichten in het Romeins burgerrecht)
Civium in moribus rei publicae salus
Het welzijn van de Staat (hangt af van) de moraal der burgers, devies van de Universiteit van Florida
Clausula rebus sic stantibus
Rebus sic stantibus clausule betreffende verdragen, uit het internationaal recht (Scipione Gentili)
Codex Alimentarius
Het voedselboek, een verzameling standaarden en richtlijnen met betrekking tot voedsel, productie van levensmiddelen en voedselveiligheid, opgesteld, sinds 1962, onder auspiciën van de Verenigde Naties
Codex Eyckensis
Het Maaseyckse boek, een samengesteld evangeliarium uit de 8e eeuw, bewaard te Maaseik, waarschijnlijk vervaardigd in de Abdij van Echternach
Coitus interruptus
Onderbroken geslachtsgemeenschap, "voor het zingen de kerk uit"
Cogito ergo sum
Je pense donc je suis, Ik denk, dus ik ben. (Descartes)
Communis opinio
De gemeenschappelijke mening, de publieke opinie
Compos mentis
Bij zijn volle verstand
Concedo nulli
Ik wijk voor niemand; zie ook Cedo nulli
Concordia civium murus urbium
Harmonie onder haar bewoners is de dikste muur van elke stad
Concordia parvae res crescunt, discordia maximae dilabuntur
De kleinen groeien door eendracht, de grootsten gaan ten onder door tweedracht
Concordia res parvae crescunt
Door eensgezindheid groeien kleine dingen, Eendracht maakt macht
Conditio sine qua non
Voorwaarde zonder welke (het gevolg) niet (zou zijn ingetreden), noodzakelijke voorwaarde
Confer
Vergelijk (met)
Confiteor
Ik beken, ik belijd
Coniunctis viribus
Met vereende krachten (ook: Viribus unitis)
Conscia mens recti, famae mendacia ridet
Wie zich bewust is van de waarheid, lacht om de leugens van het gerucht
Consensus
Overeenstemming; algemene gelijkheid van opvatting
Conserva et aedifica
Handhaaf en bouw, Behou en bou (wapenspreuk van de conservatieve studentenvereniging KVHV-Antwerpen)
Consuetudinis vis magna est
De macht der gewoonte is groot
Consuetudo alter alios prohiberea natura est
Gewoonte is een tweede natuur
Contradictio in terminis
Tegenspraak in termen, een interne tegenspraak
Contra vim mortis non est medicamen in hortis
Tegen de dood is geen kruid opgewassen
Contraria contrariis curantur
Tegenstanders worden verzorgd/geholpen door tegenstanders
Corpus Christi
Het Lichaam van Christus (benaming voor de Sacramentsdag in de rooms-katholieke kerk, naam van colleges in Oxford en Cambridge en een stad in Texas)
Corpus delicti
Voorwerp van misdaad, het juridisch bewijs van een strafrechtelijk feit
Corruptio optimi pessima
Het allerbeste wordt het allerslechtste als het in zijn tegendeel omslaat, bijvoorbeeld op zedelijk of religieus gebied, te vergelijken met de Engelse uitdrukking The sweetest wine makes the sharpest vinegar
(Felix ille tamen) corvo quoque rarior albo
(Een gelukkig man is) zeldzamer dan een witte raaf (Juvenalis, Satiren VII, 202)
Creatio ex nihilo
Schepping uit het niets
Credo in unum Deum
Ik geloof in één God. Aanhef geloofsbelijdenis
Credo quia absurdum
Ik geloof erin omdat het absurd is (toegeschreven aan Tertullianus)
Cui bono?
Wie heeft er baat bij? (Cicero, richtlijn in de rechtspraak))
Cuius regio, eius religio
Wiens regio, diens religie (principe opgesteld bij de Vrede van Augsburg in 1555)
Cuiusvis hominis est errare
Iedereen maakt fouten (Cicero)
Cum grano salis
Met een korrel zout
Cum laude
Met lof (gebruikt bij diploma's en promoties met uitmuntende resultaten)
Cum non tum age
Zo niet, dan toch
Cum suis (c.s.)
Met de zijnen/haren/hunnen, met aanhang
Cum tacent, clamant
Wanneer ze zwijgen, roepen ze
Cum tempore (c.t.)
Met tijd. Met (enige) tijd (erbij); met een professoraal kwartiertje
Cura, ut valeas
Draag zorg, opdat het je goed zou gaan
Curriculum vitae (cv)
De loop van het leven, Levensloop
Custodes Septentrionum
Bewakers van het Noorden

D

Dabit deus his quoque finem
Een god zal ook hieraan een einde maken (Vergilius, Aeneis 1,119)
Da mihi factum, dabo tibi ius
Geef mij de feiten, ik geef u het recht (rechtsspreuk)
Debito cum re (detenta) iunctum
De schuldvordering is verbonden met de zaak (rechtsspreuk):(Er moet een nauwe band bestaan tussen de zaak en de verzekerde schuldvordering.)
De facto
In feite, in werkelijkheid, tegenhanger van De jure
De gustibus (et coloribus) non disputandum (est)
Over smaken (en kleuren) valt niet te twisten
De imitatione Christi
Over de navolging van Christus, een middeleeuws stichtelijk boek, toegeschreven aan Thomas a Kempis
De jure
Volgens het recht, formeel, tegenhanger van De facto (klassiek is: de iure)
De minimis non curat praetor (rex, lex)
Triviale zaken zijn niet de zorg van de autoriteit (koning, wet)
De mortuis nil nisi bene
(Spreek) over de doden slechts op goede/heuse wijze (toegeschreven aan Chilon; de Nederlandse spreuk Over de doden niets dan goeds zou in het Latijn luiden: De mortuis nil nisi bonum)
De novo
Van/uit het nieuwe, nieuw ontstaan (in de genetica en biochemie)
De profundis clamavi ad te Domine
Uit de diepten heb ik U aangeroepen, Heer (Psalm 130)
Defectus natalis
Geboortedefect (een onwettig kind, historische aanduiding)
Deleo hostem
Ik vernietig de vijand (motto van Groep Geleide Wapens van de Nederlandse Koninklijke Luchtmacht)
Deliriant isti Romani
Ze zijn gek, die Romeinen (René Goscinny in Asterix bij monde van Obelix; beter is: Delirant)
Deo optimo (et) maximo
De beste (en) grootste god
Deo vindice
God zal [ons] verdedigen (motto van de Geconfedereerde Staten van Amerika)
Deo volente
Als God het wil
Desinit in piscem mulier formosa superne
De uitkomst beantwoordt niet aan de verwachtingen (Horatius, Ars Poetica)
Deus ex machina
Een god uit een machine, een verhaallijn, een niet logische, onverwachte ontknoping; als Deus Ex Machina de naam (sinds 1976) van een Belgisch literair tijdschrift en van een computerspel uit 1984; als Deus ex Machina een Italiaanse rockband
Deus in adjutorium meum intende
God, kom mij te hulp. Opening van het kerkelijk morgengebed.
Deus vult
God wil het, Het is Gods wil
Dicendo discentes discimus
Wij die leren, leren door te spreken (naam van de eerste vrouwelijke Amsterdamse studentenvereniging DDD, voorloper van de AVSV)
Diem perdidi
Ik heb de dag verloren (Titus)
Dies ater
Een ongeluksdag
Dies diem docet
De dag leert de dag, Wij zijn nooit klaar met leren
Dies natalis
Geboortedag, in het bijzonder de stichtingsdag van een universiteit of van een studentenvereniging
Difficile dictu
Moeilijk om te zeggen
Difficile est deponere longum amorem
Het is moeilijk een lang gekoesterde liefde op te geven (Catullus)
Dilige et quod vis fac
Bemin [God] en doe wat je wilt - als je God liefhebt kun je niets verkeerds doen (Augustinus, Epistolam Sancti Johannes Tractatus 8,8)
Discendo Discimus
Door te leren, leren wij, Koninklijk 's-Gravenhaags Schaakgenootschap Discendo Discimus, opgericht 1852
Disciplina Vitae Scipio
Orde is de steunstok van het leven; motto van de letterkundige vereniging van het Barlaeus Gymnasium te Amsterdam
Dico Romanos hostes vincere posse
Ik zeg dat de Romeinen hun vijanden kunnen overwinnen óf Ik zeg dat de vijanden de Romeinen kunnen overwinnen (Romanos en hostes kunnen allebei de subjectsaccusativus zijn bij posse)
Dispar vulgo
Afwijkend van de grote massa
Divide et impera
Verdeel en heers
Do ut des
Ik geef opdat U zou geven
Docendo discimus
Door te onderwijzen leren wij
Dolus an virtus, quis in hoste requirat?
List of dapperheid, wie vraagt daarnaar, waar het een vijand geldt? (Vergilius, Aeneis II 390), Het doel heiligt de middelen
Dolus bonus
een leugentje om bestwil
Domine dirige nos
Heer, leid ons, Heer, geef ons richting (motto van de City of London)
Domine salvum fac regem
Heer, bewaar de koning, gebed na de Tridentijnse zondagsmis (Psalm 20, 10)
Domine salvam fac reginam
Heer, bewaar de koningin
Dominus illuminatio mea
De Heer is mijn licht (Psalm 27(26):1, motto van de Universiteit van Oxford)
Domus dulcis domus
Home sweet home of Oost west, thuis best
Donec eris felix multos numerabis amicos
Zo lang je gelukkig bent, zul je veel vrienden hebben (Ovidius, Tristia I,9,5)
Draco dormiens nunquam titillandus
Kietel nooit een slapende draak (wapenspreuk van Zweinsteins Hogeschool voor Hekserij en Hocus-Pocus in de Harry Potterverhalen)
Duae tabulae rasae in quibus nihil scriptum est
Twee schone leien waarop niets geschreven staat, Twee zielen, geen enkele gedachte (Stan Laurel, leus van de Laurel & Hardy-fancluborganisatie Sons of the Desert)
Duc in altum
Vaar naar het diepe (water), vrij vertaald: Steek van wal; tekst uit de Vulgaat, (Lc. 5, 4); begin van de Apostolische brief Novo millennio ineunte; devies van de Abdijschool van Zevenkerken te (Brugge); naam van een Voetbalvereniging (RKVV DIA) te Teteringen en ook een scheepsnaam
Ducunt fate volentem, nolentem trahunt
Het lot voert de welwillenden, het sleurt de onwilligen (Seneca)
Dulce est desipere in loco
Het is aangenaam dwaas te doen op bepaalde tijdstippen (Horatius)
Dulce et decorum est pro patria mori
Het is zoet en goed om voor het vaderland te sterven (Horatius, Oden iii.2.13)
Dulcia non meruit, qui non gustavit amara
Hij verdient het zoete niet, die 't bittere niet heeft gesmaakt (Ovidius, Ars Amatoria III, 5, 11)
Dum anima est, spes est
Zolang er leven is, is er hoop (Cicero, Ad Atticum 9,10,3)
Dum spiro, spero
Zo lang ik adem, hoop ik
Duobus litigantibus, tertius gaudet
Als twee mannen bekvechten, is de derde blij
Dura lex, sed lex
De wet is hard, maar het is de wet (rechtsspreuk)
Dura necessitas
Noodzaak is hard

E

E causa ignota
Met onbekende oorzaak, afgekort als e.c.i. In de medische wereld veelgebruikte term om aan te geven dat de arts niet weet waar de klachten door veroorzaakt worden, zoals een diagnose: Rugpijn e.c.i.
E fructu arbor cognoscitur
Aan de vruchten herkent men de boom
E lingua stulta veniunt incommoda multa
Vele ongemakken komen voort uit dwaze taal
E pluribus unum
Uit velen één, Eenheid uit veelheid (devies van de Verenigde Staten)
Ecce homo
Ziehier de persoon in kwestie; Dit is 'm (Johannes 19:5)
Ecclesia vivit lege Romana
De Kerk leeft volgens de Romeinse wetten (het Romeins recht lag aan de basis van het canoniek recht)
Editio vulgata
Vulgaat, Volkseditie; vertaling door Hiëronymus van de Bijbel in het Latijn
Elephantum ex musca facere
Van een vlieg een olifant maken
Epistula non erubescit
Een brief bloost niet
Epistulae ex Ponto
Brieven uit Pontus, een bundel gedichten van Ovidius, geschreven tijdens zijn (gefingeerde ?) verbanning naar Tomis aan de Zwarte Zee
Equo ne credite, Teucri
Vertrouw dat paard niet, Trojanen (Vergilius, Aeneis, 2, 49, waarschuwing door Laocoön aan zijn stadsgenoten voor het Paard van Troje, zie ook Timeo Danaos et dona ferentes)
Ergo ego nec amicum habeo, nec inimicum?
Dus heb ik noch vrienden, noch vijanden? (Nero)
Eripiendo victorae prosum
Al helpende dien ik de overwinning (regimentsspreuk Regiment Geneeskundige Troepen)
Errare humanum est. Perseverare diabolicum
Zich vergissen is menselijk. Volharden is des duivels (Seneca)
Erro ergo sum
Ik maak fouten, dus ik besta, uitspraak van de Poolse schaakgrootmeester Sawielly Tartakower, variant op de uitspraak Cogito ergo sum van René Descartes
Errore excepto
behoudens vergissing(en)
Esse est percipi
Zijn is waargenomen worden (George Berkeley)
Essentia nostra in distillato est
Onze essentie is in gedistilleerd, Ons diepste wezen ligt in gedistilleerd, zinspreuk van Koninklijke De Kuyper
Est captu facilis turbata piscis in unda
In troebel water wordt makkelijk een vis gevangen - In troebel water is goed vissen. Vgl. Flumen confusum reddit piscantibus usum
Est modus in rebus, sunt certi denique fines
Er is maat in de dingen, er zijn tenslotte zekere grenzen (Horatius, Satiren I, 1, 106)
Et ab nato mei, et nunc, et ad mortuum mei, bibi, bibo et bibibo
Vanaf mijn geboorte, nu, en tot mijn dood, dronk ik, drink ik, en zal ik drinken (M. Soltani en T. Baar in hun Memoriae)
Et alii (et al.)
En anderen
Et cetera (etc.)
En andere zaken, enzovoort
Evangelii Gaudium
De Vreugde van het Evangelie, postsynodale apostolische exhortatie van Paus Franciscus (2013)
Eventus docebit
De afloop zal het leren (Livius)
Eventus stultorum magister est
Ondervinding is de leermeester der dommen, Door schade en schande wordt men wijzer
Ex aequo
Op gelijke voet, gelijkelijk (ook wel ex equo)
Ex ante
Van tevoren, vooraf, tegengestelde van ex post
Ex asse
Geheel, volkomen. Ex asse heres, universeel erfgenaam
Ex asse tuus
Geheel de uwe aan het eind van een brief in het Latijn of Nederlands vóór de ondertekening, zie illustratie (Brief van Spinoza aan Leibniz, Den Haag 9 november 1671). Vergelijk totus tuus
Ex cathedra
Vanaf de zetel (gesproken vanaf de kansel)
Ex falso sequitur quodlibet
Uit het ongerijmde volgt wat je maar wilt
Ex libris
(Een exemplaar) uit de boekenverzameling (+ naam eigenaar) (voor in een boek uit een particuliere bibliotheek)
Ex nihilo nihil fit
Uit niets wordt niets (de behoudswet in de filosofie en de exacte wetenschappen)
Ex nunc
Vanuit het heden, Zoals de situatie momenteel is (in de rechtspraak)
Ex officio (e o.)
Vanuit het ambt, Vanwege de functie, ambtshalve
Ex Oriente Lux
Uit het oosten (komt) het licht (waar de zon opkomt, en waar vanuit Europees gezichtspunt de beschaving is begonnen; motto van de Orde van Sint-Cyrillus en Sint-Methodius en naam van een vereniging voor de bestudering van het Oude Nabije Oosten)
Ex post
Na afloop, Achteraf, tegengestelde van ex ante
Ex post facto
Op grond van achteraf vastgestelde feiten (redenering, conclusie, theorie); achteraf, met terugwerkende kracht op een bepaalde handeling toegepast (wetgeving)
Ex vivo
Buiten het levende, buiten het lichaam (in de medische wetenschap)
Exempla contraria
Voorbeeld van het tegenovergestelde, een beleringstechniek via omkering
Exempla sunt odiosa
voorbeelden zijn aanstootgevend; noem, om geen aanstoot te geven, liever geen namen
Exempli causa
Omwille van het voorbeeld, Bijvoorbeeld. Niet te verwarren met id est (i.e.))
Exempli gratia (e.g.)
Bijvoorbeeld
Excusatio non petita accusatio manifesta
Een excuus waar niet om werd gevraagd, is een duidelijke (zelf)beschuldiging
Exegi monumentum aere perennius
Ik heb een monument opgericht dat het langer houdt dan brons (Horatius, Odes III, 30, 1)
Exitus acta probat
Het doel heiligt de middelen (Ovidius, Heroides II, 85)
Experientia docet (stultos)
Al doende leert men (zelfs de dwazen) (lijfspreuk van het 130e squadron van de Koninklijke Luchtmacht)
Extra ecclesiam nulla salus
Buiten de kerk geen heil (redding of zaligheid)
Extra muros
Buiten de muren (van de stad), tegenhanger van Intra muros

F

Faber quisque fortunae suae
Ieder is de maker van zijn eigen geluk
Fabricando fit faber
Door te smeden wordt men smid.
Facta, non verba
Geen woorden maar daden (het motto van voetbalclub Feyenoord)
Factum stultus cognosit
Na de daad komt de dwaas tot inzicht
Fallit imago
Beeld misleidt, Schijn bedriegt
Fallitur augurio spes bona saepe suo
Een goede verwachting wordt dikwijls teleurgesteld
Falsa demonstratio
Foute uitleg, verkeerde beschrijving
Falsa fides in me semper est
In mij is altijd ontrouw
Falsa lectio
Foute lezing, fout in de interpretatie
Fama nihil est celerius
Niets is sneller dan een gerucht (Livius)
Fari argentum aurum tacere
Spreken is zilver, zwijgen is goud
Fas est ab hoste doceri
Het is goed ook van zijn vijanden te leren
Fasces
Roedenbundel, oud Romeins symbool van gezag, inspiratie van het fascisme
Fata morgana
Gezichtsbedrog (van Morgan le Fay)
Fatetur facinus is, qui iudicium fugit
Hij geeft zijn misdaad toe, die het gerecht ontvlucht, Wie het gerecht ontvlucht, bekent schuld
Felix qui potuit rerum cognoscere (causas)
Gelukkig is hij die de reden van dingen kon herkennen (variatie op Vergilius, Georgica 2, 490)
Fervet opus
IJverig werk gaat voort
Festina lente
Haast je langzaam, Haastige spoed is zelden goed (motto van keizer Augustus)
Fiat iustitia, ruat caelum
Laat rechtvaardigheid geschieden, ook al valt de hemel naar beneden (Ferdinand I)
Fiat lux
Laat er licht zijn, Er zij licht (Genesis 1:3, motto van de UCLA)
Fide et Literis
(Motto van St. Paul's School in Londen)
Fide, sed cui vide
Vertrouw, maar zie toe, wie
Fidei Defensor
Verdediger van het Geloof, eretitel van de Engelse koningen sinds 1521, door de paus toegekend aan Hendrik VIII en later weer ingetrokken
Fides facit fidem
Vertrouwen schept vertrouwen
Fides servanda est
Trouw moet worden onderhouden
Finis coronat opus
De kroon op het werk (Wapen van de Seychellen)
Floruit (afkorting fl.)
Bloeide, had zijn bloeitijd: gebruikt in genealogie, kunstgeschiedenis en geschiedschrijving, wanneer de geboorte- en/of overlijdensgegevens van een persoon onbekend zijn.
Fluctuat nec mergitur
Geschud door de golven, maar zij zal niet zinken (wapenspreuk van Parijs)
Flumen confusum reddit piscantibus usum
Een woelige rivier komt vissers goed van pas - In troebel water is goed vissen. Vgl. Aqua turbida piscosior est
Fons et origo
Bron en oorsprong
Fons sapientiae verbum Domini
Het woord van de Heer is een bron van wijsheid
Fortes creantur fortibus
Sterken brengen sterken voort (wapenspreuk van Gorinchem)
Fortes adiuvat ipsa Venus
Venus zelf staat de dapperen bij - het geluk helpt de moedigen (Tibullus, Elegieën 1,2,16). Zie ook: Audentes fortuna iuvat
Fortes fortuna adiuvat
Het geluk helpt de dapperen (Terentius, Phormio, 203). Zie ook: Audentes fortuna iuvat, Animum fortuna sequitur
Fortis et Liber
Sterk en vrij
Fortiter in re, suaviter in modo
Streng wat de principiële kant van een zaak betreft, soepel in de uitvoering van de regels. (Claudio Aquaviva, jezuïetengeneraal)
Fortuna favet fortibus
zie: Fortes fortuna adiuvat
Fortuna non mutat genus
Het lot verandert de afkomst niet, De omstandigheden hebben geen invloed op de herkomst (Horatius, Epoden 4)
(Non est tuum) fortuna quod fecit
(Het is niet van jou) wat het geluk/toeval je heeft gebracht (Seneca, Epistula 8)
Fortuna vitrea est; tum cum splendet, frangitur
Het geluk is van glas; als het schittert, breekt het
Frater, ave atque vale
Gegroet broeder, en vaarwel (op het einde van een gedicht van Gaius Valerius Catullus)
Fraus creditorum
Bedrog van de schuldenaar(s) (t.a.v. de schuldeisers) (rechtsspreuk)
Fraus omnia corrumpit
Bedrog breekt alles (recchtsspreuk)
Fronti nulla fides
Het uiterlijk is onbetrouwbaar, Schijn bedriegt (Juvenalis, Satiren II,8)
Frustra laborat, qui omnibus placere studet
Hij doet vergeefse moeite, die tracht allen te behagen

G

Gallia est omnis divisa in partes tres
Gallië is in zijn geheel verdeeld in drie delen (eerste woorden uit De bello Gallico van Caesar)
Generatio spontanea
Spontane generatie, een vanzelf ontstaan van leven, een (onjuiste) klassieke opvatting (Aristoteles)
Genius loci
De geest van een plaats; de geestelijke atmosfeer, de bepalende kenmerken, de “aura” van een plek
Gens una sumus
Wij zijn allen één volk (motto van de wereldschaakbond FIDE)
Gladiator in arena consilium capit
Een zwaardvechter vormt in het strijdperk zijn plan
Gloria in excelsis Deo
Eer aan God in den hoge. Hymne uit de kerstliturgie, waarin engelen de geboorte aankondigen van Jezus van Nazaret. Zij heffen volgens Lucas het lied aan: Glorie aan God in den hoge, vrede daalt neer op de aarde, hij heeft in mensen welbehagen! Lucas 2:14. De achtste paus Thelesphorus nam deze hymne op bij de aanvang van de nachtmis op Kerstmis.
Gloria victis
Glorie aan de verslagenen
Graeca sunt, non leguntur
Het is Grieks, het wordt niet gelezen
Graecia capta ferum vicit victorem
Het verslagen Griekenland overwon zijn wilde veroveraar (na de Romeinse verovering van Griekenland namen de Romeinen de Griekse cultuur over)
Grammatici certant (et adhuc sub iudice lis est)
De geleerden (taalkundigen) twijfelen (en de zaak is nog onder de rechter) (Horatius, De arte poetica 78)
Gutta cavat lapidem, non vi sed saepe cadendo
De druppel holt de steen uit, niet met geweld, maar door keer op keer te vallen

H

Habeas corpus
Gij zult het lichaam krijgen (De eerste woorden van een Engelse wet uit 1679 die burgers moest beschermen tegen gerechtelijke willekeur.)
Habemus papam!
We hebben een paus!, in: Annuncio vobis gaudium magnum: Habemus papam! Ik verkondig u met grote vreugde; we hebben een Paus! (afkondiging van af de loggia van de Sint-Pietersbasiliek door de kardinaal-protodiaken dat een nieuwe paus is gekozen)
Habent sua fata libelli
Boekjes hebben hun lotsbestemming - voluit: Pro captu lectoris habent sua fata libelli. Wat er met boeken gebeurt hangt af van het begripsvermogen van de lezer (Terentius Maurus, De litteris, de syllabis, de metris 1286. Grammatici Latini VI,363)
Hannibal ante portas / Hannibal ad portas
Hannibal voor de poorten, oftewel Er is een zeer groot gevaar nabij (gebruikt door onder anderen Cicero in De finibus IV (9, 22) en Philippica I (5, 11) en door Livius in Ab urbe condita XXIII)
Hic domus dei est et porta coeli
Dit is het huis van God en de poort van de hemel (gevelopschrift op de Hartebrugkerk te Leiden)
Hic finis fandi
Dit was het einde van het gesprek
Hic locus est ubi mors gaudet succurrere vitae
Hier is de plaats waar de dood blij is het leven te helpen (vaak te zien in anatomiezalen)
Hic Rhodus, hic salta
Dit is Rhodos, spring hier (Aisopos, fabel 203)
Hodie mihi, cras tibi
Vandaag voor mij, morgen voor jou. Vandaar: heden ik, morgen gij (dikwijls als spreuk op grafstenen. Naar Jezus Sirach, Ecclesiasticus 38:22)
Homines dum docent discunt
Mensen leren terwijl ze lesgeven (Seneca)
Homines quod volunt credunt
Mensen geloven wat ze willen geloven (Julius Caesar)
Homo fugit velut umbra
De mens is vluchtig als een schaduw
Homo homini lupus (est)
De mens (is voor) de mens een wolf (Terentius of Plautus (Asinaria), bekend geworden door Thomas Hobbes)
Homo homini penis
De mens is voor de (mede)mens een roede, dichtregel van Fritzi Harmsen van Beek
Homo ludens
De spelende mens. Titel van een boek uit 1938 van Johan Huizinga
Homo politicus
De politieke mens. Titel van een boek uit 2016 van Coos Huijsen
Homo proponit, Deus disponit
De mens wikt, God beschikt
Homo sapiens non urinat in ventum
Een wijs man plast niet tegen de wind in (potjeslatijn, spreuk op het fries van het Max Euweplein in Amsterdam)
Homo sum, humani nihil a me alienum puto
Ik ben een mens, niets menselijks is mij vreemd (Terentius, Heauton Timorumenos, 25 (77)). Als citaat gebruikt door Cicero in De Officiis I, 9, 30 en door Seneca in Epistula 95, 53. Alienum (vreemd of buiten-) werd oorspronkelijk gebruikt in de betekenis van irrelevant, aangezien deze zin het antwoord vormde op een opmerking waarbij de spreker werd gemaand om zich met zijn eigen zaken te bemoeien. Nu wordt het vaak gebruikt als oproep om andere culturen te respecteren en meer algemeen om humaan te zijn. Puto (ik beschouw) wordt niet vertaald omdat het geen betekenis heeft buiten de context van de zin binnen het toneelstuk. Nihil wordt ook wel verkort geschreven als nil
Honestum petimus usque
Onafgebroken zoeken wij het eervolle (zinspreuk van het Amsterdamsch Studenten Corps)
Honores non quaero, fidelis sum
Ik zoek geen eerbewijzen, ik ben trouw, wapenspreuk van de Belgische militair arts en verzetsman Albert Guérisse
Honos praemium virtutis
Eer is de loon der deugd (Cicero, De claris oratoribus 81, 281)
Hora est
Het uur is er, Het is tijd, uitgesproken door de pedel na een academische promotie
Hora finita
De tijd is verstreken, uitgesproken op Rijksuniversiteit Groningen, bij voorkeur in plaatselijke tongval, door de pedel na een promotie
Hora fugit
Het uur vlucht, De tijd vliegt (ook Tempus fugit)
Hora ruit, tempus fluit
Het uur snelt heen, de tijd vloeit weg
Horresco referens
Ik huiver als ik er aan denk (Virgilius, Aeneas 2, 204)
Horror Coeli
Angst voor de hemel; poëziebundel van Willem Frederik Hermans uit 1946
Horror vacui
Afkeer van de leegte, bijvoorbeeld ter verklaring van de werking van een zuigpomp, het ontstane vacuüm wordt opgevuld; ook een begrip in de kunstgeschiedenis
Hortus botanicus
Botanische tuin, plantentuin
Horum omnium fortissimi sunt Belgae
Van al die lieden zijn de Belgen de dappersten (Julius Caesar), eerste geschiedkundige vermelding van de Oude Belgen, een Keltische stam
Hypotheses non fingo
Ik verzin geen hypotheses (Newton, Principia)
Hostes ad pulverem ferire
Sla al uw vijanden tot pulp (Grand Theft Auto)

I

I ad Graecum pi
Loop naar de Griekse pi - loop naar de galg (de Griekse hoofdletter pi zag eruit als een galg: Π)
Ibidem (Ibid.)
Op dezelfde plaats (als in de vorige voetnoot)
Id est (i.e.)
Dat wil zeggen, met andere woorden of soms in dit geval (afhankelijk van context) Niet te verwarren met exempli gratia (e.g.)
Idem dito
precies hetzelfde (beter is: idem ditto)
Idem velle atque idem nolle, ea enim demum (firma) amicitia est
Want hetzelfde willen en hetzelfde niet willen, dat is immers pas ware vriendschap (Sallustius, Catilinae Coniuratio 20, 3-4)
Iesus Nazarenus, Rex Iudaeorum
Jezus van Nazareth, koning der Joden (opschrift op het kruis)
Ignis natura renovatur integra
Door vuur wordt de gehele natuur vernieuwd (gevelsteen Scheikundegebouw Dreien, Wageningen University)
Ignorante portum, nullus ventus secundus
Als je niet weet naar welke haven je vaart, is geen enkele wind gunstig
Ignorantia iuris nocet
De wet niet kennen schaadt
Ignorantia legis non excusat
De wet niet kennen is geen excuus
Ignoscito saepe alteri, numquam tibi
Vergeef vaak een ander, nooit jezelf
Ignoti nulla cupido
Onbekend maakt onbemind
Illud quod medium est atque inter utrumque probamus
Dit, wat het midden is en tussen elk van beide is, keuren wij goed (Martialis)
Impetu feroci
letterlijk Met felle aanval, de wapenspreuk van het 323e squadron van de Koninklijke Luchtmacht
Impossibilium nulla obligatio est
Niemand kan verplicht worden het onmogelijke te doen (Corpus Iuris Civilis)
Imprimatur
Dat het gedrukt worde (zie ook Nihil obstat)
In Aeternum
Voor eeuwig
In casu
In dit geval
In cauda venenum
Het venijn zit in de staart
In concordia humilitate
Eendrachtig bescheiden
In Dei nomine feliciter
Mogen wij in Gods naam gelukkig voortgaan (motto van Radboud Universiteit Nijmegen)
In dubio abstine
In geval van twijfel onthoude men zich
In dubio pro libertate
Als er een twijfel is over schuld, mocht de beklaagde vrijgelaten worden (rechtsspreuk)
In dubio pro reo
Bij twijfel, dan voor de beschuldigde (rechtsbeginsel, het voordeel van de twijfel)
In dulci jubilo
In zoete vreugde, eerste regel (en titel) van een 14e-eeuws Duits kerstlied
In extremis
in de laatste ogenblikken, tot het uiterste, op de valreep
In fide fides
Trouw in het geloof, o.m. wapenspreuk van bisschop Franciscus Boermans en van de studentenvereniging KSV St. Franciscus Xaverius
In flagrante delicto
Op heterdaad betrapt
In hoc signo (vinces), In hoc signo (victor eris)
In dit teken zul je overwinnen (overwinnaar zijn) (visioen van Constantijn de Grote over een goddelijk teken voor zijn strijd tegen Maxentius). Vaak afgekort als IHS.
In lumine tuo videmus lumen
In Uw licht zien wij het licht (Psalm 36:10, motto van Theologische Universiteit Kampen, PKN)
In manu medici (i.m.m.)
(Geef) in handen van de arts, vermelding op recept
In manus tuas, Domine, commendo spiritum meum
In uw handen, Heer, beveel ik mijn geest. Gebed van Jezus van Nazareth, vlak vóór zijn sterven. Lucas 23:46. Iets dergelijk ook in Psalm 31:5 of 31:6.
In mari meri miri mori muri necesse est
In een zee van bewonderenswaardige wijn moet een muis wel sterven (ezelsbruggetje om Romeinse kinderen de klinkers te leren)
In manibus vestris victoria est
De overwinning ligt in jullie handen
In necessariis unitas, in dubiis libertas, in omnibus caritas
In het benodigde eenheid, in het betwijfelde vrijheid, in alles liefdadigheid
In partibus infidelium
in de (lands)delen van de ongelovigen, aanduiding bij de naam van de zetel van een RK titulair bisschop
In odium fidei
Uit haat voor het geloof
In omnibus omnia
In alles zit alles vervat
inscientia
gebrek aan vaardigheden
In situ
Op zijn plaats
In statu nascendi
In de toestand van geboorte; in wording, in prille toestand
In solemnibus forma dat esse rei
Plechtige vorm (van een zaak) geeft die zaak zijn vorm, contracten moeten aan bepaalde vormvereisten voldoen om niet te riskeren nietig verklaard te worden (rechtspraak)
In vacuo
In de leegte, in vacuüm
In vino veritas
In wijn zit waarheid (Plinius de Oudere)
In virtute Spiritus Sancti
In de kracht van de Heilige Geest. Wapenspreuk van bisschop Antoon Hurkmans van het Bisdom 's-Hertogenbosch
In vitro
In glas, in een reageerbuis
In vivo
In het leven, biologische technieken die in het complete levende lichaam van een organisme plaatsvinden
In nomine patris, filii et spiritus sancti
In de naam van de vader, de zoon en de heilige geest
Initium est saluti notitia peccati
Het begin van je behoud is het bemerken van je fout (Seneca)
Inquietum est cor nostrum, donec requiescat in Te
Onrustig is ons hart, totdat het rust vindt in U (Augustinus)
Inspice et cautus eris
Aanschouw uzelf en u zult op uw hoede zijn (zinspreuk van het Delftsch Studenten Corps)
Inter alia
Tussen andere dingen, Onder andere
Inter arma caritas
Liefdadigheid tussen de wapens (wapenspreuk van het Rode Kruis)
Inter arma enim silent leges
In tijden van oorlog zijn de wetten stil (ook: Inter arma enim silent Musae: In tijden van oorlog zijn de kunsten stil, variërend op Silent enim leges inter arma uit de Oratio Pro Annio Milone IV van Cicero)
Inter Scaldes
Tussen de Schelden (namelijk tussen Oosterschelde en Westerschelde); een restaurant in Kruiningen met Michelinsterren
Inter utrumque tene
Houd [het] tussen beide uitersten, Houd het midden
Interbellum (van het Latijnse inter (tussen) en bellum (oorlog))
Periode tussen twee oorlogen; met het interbellum wordt meestal verwezen naar de periode tussen de Eerste en de Tweede Wereldoorlog
Interdum lacrimae pondera vocis habent
Tranen hebben soms de kracht van woorden
Intra muros
Binnen de muren (van de stad), tegenhanger van Extra muros
Intuitu personæ
met betrekking tot de persoon
Intus et in cute
Van binnen en van buiten, door en door (Persius)
Intus ut libet, foris ut moris est
Denk wat je wil, maar in het openbaar voeg je je naar wat gebruikelijk is. Motto van de filosoof Cesare Cremonini, die weigerde door Galileo's telescoop te kijken
Io vivat, Io vivat, nostrorum sanitas
Hoera, zij leve lang, hoera, zij leve lang, de gezondheid van de onzen. Eerste strofe van een klassiek studentenlied
Ira furor brevis est
Boosheid is een korte woede (Horatius, Epistulae I, 2, 62)
Is fecit, cui prodest
Gedaan door hem die ervan profiteert
Ita feri ut se mori sentiat
Sla hem zo, dat hij voelt dat hij sterft (Caligula)
Ipsa scientia potestas est
Wetenschap (kennis) is macht (Confucius)
Ipso iure
van rechtswege, door het recht of door de wetsbepaling zelf
Iure uxoris, jure uxoris
Het recht van de echtgenote (klassiek is: iure vxoris of vxoris iure)
Iuris utriusque doctor
Doctor in de beide rechten. Dat is in het wereldlijk en in het kerkelijk recht
Ius curia novit, Ius novit curia
De rechter kent het recht
Ius sanguinis, jure sanguinis
het recht van het bloed (recht op grond van afstamming)
Ius soli, jus soli, ius loci
burgerschap op grond van geboorteplaats
Iustitia omni auro carior
Gerechtigheid is meer waard dan al het goud
Iustitia omnibus
Gerechtigheid voor allen
Iuvat inconcessa voluptas
Verboden genot is zoet
Iuris prudentia
Door de bezigheden van kenners

J

Voor de beginletter J: zie bij I (zie ook Klassiek Latijns alfabet)

L

Labor omnia vincit
Arbeid overwint alles; motto van de Amerikaanse staat Oklahoma; ook als Laborare omnia vincit, Werken overwint alles
Laedere facile, mederi difficile
Kwetsen is gemakkelijk, een wonde genezen is moeilijk
Lapsus calami
Fout van de pen, een schrijffout
Lapsus linguae
Fout van de tong, een spreekfout
Lapsus memoriae
Fout van het geheugen, een vergissing
Latinitas culinaria
Keukenlatijn, potjeslatijn; spottende aanduiding voor gebrekkig latijn
Latinitas piscatorum
Visserslatijn; grootspraak, in het bijzonder met betrekking tot visvangst
Lauda, Sion, Salvatorem
Loof, Sion, uw verlosser. Aanhef hymne van Thomas van Aquino - 1225-1274 - geschreven in 1264 voor het koorgebed - de Lauden - op het feest van Sacramentsdag op initiatief van paus Urbanus IV
Laudare, benedicere, praedicare
God lof toezingen, elkaar tot zegen zijn, het evangelie verkondigen. Spreuk van de Orde der Dominicanen
Laus plurima Deo
Gode zij de hoogste lof; de grootste lof voor God
Lectori salutem (L.S.)
Aan den lezer heil; Lezer gegroet
Legenda aurea
Gouden legenden, een verzameling heiligenlevens en kerkelijke feesten, opgetekend door Jacobus de Voragine (1228-1298)
Legio patria nostra
Het legioen is ons vaderland, motto van het Vreemdelingenlegioen
Lex barbarorum
De wet van de barbaren, gedicht van H. Marsman
Lex dura, sed lex
De wet is hard, maar het is de wet
Lex naturae
Wet van de natuur (regels in de theologie, filosofie en ethiek, ook ius naturale, natuurrecht)
Libellus de conscribendis epistolis
Een boekje over het schrijven van brieven; geschrift uit 1521 van Desiderius Erasmus
Liber floridus
Bloemrijk boek, Een middeleeuwse encyclopedie in Latijns handschrift, geschreven door Lambert van Sint-Omaars
Linea recta
In rechte lijn; zonder omwegen
Linquenda tellus, et domus, et placens uxor
Grond, huis en dierbare echtgenote moeten achtergelaten worden (Horatius Odes 2.14, regel 21, voluit regel 21-22: Linquenda tellus, et domus, et placens uxor, neque harum, quas colis, / arborum, te, præter invisas cupressos, ulla brevem dominum sequetur. Vertaling: Je landgoed, huis en dierbare echtgenote zul je moeten achterlaten, en geen boom die je kweekt zal met jou, hun kortstondige baas, meegaan, behalve de akelige cipressen (kerkhofbomen).
Littera apostolica
Apostolische brief; een brief die door een paus is geschreven
Littera cursiva
Schuinschrift, verzamelnaam voor snel schrijfbaar Gotisch schrift
Littera hybrida
Verzamelnaam voor een type van Gotisch schrift
Littera textualis
Tekstletter, verzamelnaam voor een type van Gotisch boekschrift
Litterae communionis
geschriften van de gemeenschap; internationaal Engelstalig religieus tijdschrift, thans Traces geheten
Loci communes
Gemeenschappelijke plaatsen, algemene grondbeginselen (boek van de Lutherse theoloog Melanchthon)
Loco citato (l.c.)
Te aangehaalder plaatse, op de geciteerde plaats
Locus delicti
Plaats waar de misdaad is gepleegd
Longa via est
De weg is lang
Luctor et emergo
Ik worstel en kom boven, motto van de Nederlandse provincie Zeeland
Lucratori te salutant
Zij die zich gaan verrijken, groeten u (variatie op Morituri te salutant
Lupos apud oves custodes relinquere
De wolven bij de schapen achterlaten als bewakers (Plautus)
Lupus in fabula
De wolf in het verhaal (Terentius)
Lux et libertas
Licht en vrijheid (motto van NRC Handelsblad)
Lux et veritas
Licht en waarheid (wapenspreuk van Yale-universiteit)
Lux inens nos agit
Het licht dat in ons is drijft ons voort (gnostisch gezegde, tevens motto van de Aloude en Aangenomen Schotse Ritus)

M

Magna cum laude
Met groot lof, (kwalificatie bij het behalen van een universitair examen of bij een wetenschappelijke promotie)
Maxima cum laude
Met de hoogste lof, (kwalificatie bij het behalen van een universitair examen of bij een wetenschappelijke promotie)
Magna res libertas
De belangrijkste zaak is vrijheid
Maior e longinquo reverentia
Van afstand bezien is alles mooi Cornelius Tacitus, Annales 1.47
Maior famae sitis est quam virtutis
De dorst naar roem is groter dan die naar dapperheid (Juvenalis)
Mala herba difficulter moritur
Onkruid vergaat niet
Mala sunt vicina bonis
Het kwade is de buur van het goede (Ovidius)
Maledicus a malefico non distat nisi occasione
Een kwaadspreker verschilt niet veel van iemand die kwaad doet tenzij wat betreft de gelegenheid (Quintilianus)
Malis avibus
Onder slechte voortekenen. Letterlijk: met slechte vogels.
Malo accepto stultus sapit
Een dwaas wordt door schade en schande wijs
Malo mori quam foedari
Ik sterf liever, dan ik onteerd word (wapenspreuk op het grafmonument van de familie Van Reede Ginkel, Amerongen, XIXe eeuw)
Malus bonum ubi se simulat, tum est pessimus
Nooit is een slechter mens slechter dan wanneer hij zich als een goed mens voordoet
Manet alta mente repostum
Het blijft diep in het hart bewaard (Vergilius, Aeneis 1,26)
Manibus pedibusque
Met handen en voeten
Manu militari
Gewapenderhand
Manus manum lavat
De ene hand wast de ander
Mater semper certa est
De moeder is altijd zeker
Maximae cuique fortunae minime credendum est
Ieder grootste geluk moet allerminst geloofd worden (Livius)
Mea culpa, mea culpa, mea maxima culpa
Door mijn schuld, door mijn schuld, door mijn allergrootste schuld
Mea vota
Mijn wens of mijn stem
Medicus curat, natura sanat
De dokter zorgt voor zijn patiënt, maar de natuur geneest hem
Melior est vicinus juxta quam frater procul
Beter een naaste buur dan een verre broer
Memento, homo, quia pulvis es et in pulvem reverteris
Bedenk, mens, dat gij stof zijt en tot stof zult wederkeren
Memento mori
Gedenk je sterfelijkheid, Gedenk te sterven
Mendacem memorem esse oportet
Een leugenaar moet veel onthouden (Marcus Fabius Quintilianus)
Mens agitat molem
De geest beweegt de massa (motto van Technische Universiteit Eindhoven)
Mens et manus
Verstand en hand (motto van MIT)
Mens sana in corpore sano
Een gezonde geest in een gezond lichaam (Juvenalis Satyra X, 356)
Mens sana non potest vivere in corpore sicco
Een gezonde geest kan niet leven in een droog lichaam (motto van studentenvereniging Icterus Antwerpen)
Metuite Deum
Vreest God
Mille periculis supersum
Duizend gevaren kom ik te boven (motto van Bergen op Zoom)
Minuentur atrae Carmine curae
Door een lied zullen de duistere zorgen kleiner worden gemaakt (Horatius)
Mirabile dictu
Wonderlijk om te zeggen
Misce stultiam consiliis brevem; dulce est decipere in loco
Meng wat schalksheid in je beraadslagingen, af en toe een dwaas zijn is wel zo aangenaam
Miscemus utile dulci
Laten we het nuttige en het aangename verenigen
Miscere utile dulci
Het nuttige met het aangename combineren (Horatius)
Mobile vulgus
Het wispelturige volk, het veranderlijke volk
Modo praescripto
Op de voorgeschreven wijze
Modus acquirendi
Wijze waarop men iets verkrijgt
Modus operandi
Manier van werken, in het bijzonder de specifieke werkwijze van een misdadiger
Modus procedendi
Procesorde. Wijze van (systematische) aanpak
Modus vivendi
Manier van leven, afspraak hoe om te gaan met onderlinge verschillen; ook: Modus Vivendi, titel van een dichtbundel (1950) van Bergman
Moniti meliora sequamur
Laat ons op gewaarschuwde wijze verder handelen
Morituri te salutant
Zij die sterven gaan, groeten u (gladiatoren)
Moriae encomium, sive Stultitiae laus
Lof der zotheid (een werk van Desiderius Erasmus uit 1511)
Moribus antiquis
naar oude gewoonten (lijfspreuk van Justus Lipsius)
Mors certa, hora incerta
De dood is vast, het uur is onvast. (op een zonnewijzer)
Mors tua, vita mea
Jouw dood, mijn leven (om te overleven, moet je op het slagveld doden)
Motu proprio
Uit eigen beweging; een handgeschreven pauselijke brief met de werking van een decreet
Multa ceciderunt, ut altius surgerent
Vele dingen zijn gevallen, om hoger te herrijzen (Seneca)
Multatuli
eigenlijk multa tuli, Ik heb veel (leed) gedragen, pseudoniem van Eduard Douwes Dekker
Multi sunt vocati, pauci vero electi
Velen zijn geroepen, slechts weinig uitverkoren
Multi multa; nemo omnia novit
Veel mensen weten veel, maar niemand weet alles
Multis parasse divitias non finis miseriarum fuit, sed mutatia
Voor velen was verworven rijkdom niet het einde van hun ellende, maar heeft het veranderd (Epicurus)
Mundus vult decipi, ergo decipiatur
De wereld wil bedrogen worden, laat haar dus bedrogen worden (toegeschreven aan Petronius)
Musis sacrum
Gewijd aan de Muzen, concertgebouw te Arnhem, voormalige concertzaal te Baarn en te Schiedam, voormalige vereniging te Leiden
Mutua Fides
Wederzijds vertrouwen, naam van de sociëteit van het Groninger Studenten Corps
Mutatis mutandis
De dingen die veranderd moeten worden, veranderd zijnd, nadat veranderd is wat veranderd moet worden

N

Natura abhorret vacuum
De natuur verdraagt geen vacuüm
Natura artis magistra
De natuur is de leermeesteres van de kunst (volledige naam dierentuin Artis in Amsterdam)
Natura naturans
De natuur doet wat de natuur moet doen
Naturam mutare difficile est
Het is moeilijk je aard te veranderen (Seneca)
Navigare necesse est, vivere non est necesse
Het is nodig te varen, niet te leven (handelen is soms belangrijker dan om zijn leven bekommerd zijn; dankzij het handelen kan men blijven leven)
Navita de ventis, de tauris narrat arator
De schipper vertelt over de winden, de boer over de stieren
Ne bis in idem
Geen twee keer (vonnissen) over dezelfde zaak (algemeen rechtsbeginsel, ook Non bis in idem)
Ne praeter modum
Niet over de schreef (zinspreuk van de groensenaat van het ASC/AVSV)
Ne quid nimis
Niets te veel, alles met mate
Nec fasces nec opes sola artis sceptra perennant
Noch macht, noch rijkdom, maar slechts het gezag van de wetenschap blijft bestaan (opschrift op Uraniborg, Tycho Brahe)
Nec Hercules contra plures
Zelfs Hercules kan er geen twee tegelijk aan
Nec impar viribus onus
Het gewicht evenaart de inspanning
Nec jactantia, nec metu
Zonder woorden, zonder vrees (Regiment Para Commando)
Nec plus ultra
Dat wat door niets wordt overtroffen.
Nec pluribus impar
Ik ben de grootste
Nec temere, nec timide
Noch roekeloos, noch vreesachtig (Luchtmobiele Brigade)
Nec timide, nec tumide
Zonder vrees, zonder overmoed
Necessitas non habet legem
Nood heeft geen wet; nood breekt wet
Nemo auditur (propriam turpitudinem allegans)
Niemand vindt gehoor (bij de rechter) wanneer hij zich beroept op zijn eigen schandelijk gedrag
Nemo censetur ignorare legem
Niemand wordt geacht de wet niet te kennen, eenieder wordt geacht de wet te kennen
Nemo censetur ignorare legem
Niet kennen van de wet is geen geldig excuus om de wet te overtreden (rechtsspreuk)
Nemo contra se edere tenetur
Niemand wordt geacht tegen zichzelf te bewijzen (verbod of zelf-incriminatie)
Nemo dat quod non habet
Niemand kan geven wat hij niet heeft
Nemo in amore videt
In de liefde ziet niemand, liefde maakt blind (Propertius, Elegieën 2,14,18)
Nemo iudex in properiā causā
Niemand is rechter in zijn eigen zaak (rechtsspreuk)
Nemo liberalis nisi liberatus
Men kan pas giften doen, als men zelf geen schulden heeft (rechtsspreuk, vrij vertaald)
Nemo me impune lacessit
Niemand zal me ongestraft tergen (wapenspreuk van de Orde van de Distel, van de Engelse koninklijke familie in Schotland en van Schotse regimenten in het Britse leger)
Nemo sine vitiis nascitur
Niemand wordt zonder gebreken geboren (Horatius, Satirae)
Neque ignorare (medicum) oportet quae sit aegri natura
Noch betaamt het (de dokter) het temperament van de zieke man te negeren (Aulus Cornelius Celsus, De Medicina, Proemium)
Nescis quid vesper vehat
Je weet niet wat de avond brengt
Nescitis quo hora dominum veniet
Jullie weten niet op welk uur de heerser zal komen (inscriptie boven de klok van de Dom van Trier)
Nihil est ab omni parte beatum
Niets is in alle opzichten/van alle kanten gelukzalig (Horatius)
Nihil est incertior vulgo
Niets is wispelturiger dan de massa
Nihil lacrima citius arescit
Niets droogt sneller dan een traan
Nihil sine Labore
Niets zonder arbeid; ook als Nil sine labore (Horatius) of als Sine labore nihil
Nihil sub sole novum
Er is niets nieuws (onder de zon) (Prediker 1:9)
Nihil obstat
Niets staat in de weg, er is geen enkel bezwaar (om dit document te drukken) (zie ook Imprimatur)
Nil desperandum
Wanhoop niet (ook: Nihil desperandum, wanhoop nooit)
Nil nobis absurdum
Niets is ons te dol (Korps Aan- en Afvoertroepen van de Nederlandse Landmacht)
Nil satis nisi optimum
Alleen het beste is goed genoeg (motto van de Engelse voetbalclub Everton FC)
Nil scire tutissima fides
Niets weten is het veiligste geloof/vertrouwen/garantie (Oldenbarnevelt)
Nil sine labore
Niets zonder arbeid (Horatius, motto van scholen en van het Royal Canadian Army Service Corps); ook als Nihil sine labore en als Sine labore nihil
Nil sine sole
Niets zonder zon
Nil volentibus arduum
Niets is onmogelijk voor hen die willen; naam en motto van het 17e-eeuws Amsterdams kunstgenootschap Nil volentibus arduum (NVA)
Nitimur in vetitum semper cupimusque negata
Wij streven altijd naar het verbodene en begeren hetgeen ons ontzegd is (Ovidius, Amores III, 4, 17)
Nobilitas obligat
Adeldom verplicht
Nolens volens
Niet willende willend, tegen wil en dank
Noli me tangere
Raak mij niet aan
Nomen correctum
Verbeterde naam (in de taxonomie)
Nomen est omen
Een naam is een voorteken
Nomen nescio (NN of N.N.)
Ik weet de naam niet (waar een onbekende naam moet staan)
Nomen nominandum (NN of N.N.)
De naam moet nog genoemd worden (variant op Nomen nescio)
Nomina odiosa sunt
Namen zijn hatelijk
Non fortis, ced tenax
Niet sterk, maar taai (familie Van Elzakker)
Non fui, fui, non sum, non curo
Ik was niet, ik was, ik ben niet, het kan mij niet schelen
Non libet
Het bevalt (mij) niet
Non licet omnibus adire Corinthum
Niet iedereen mag Korinthe bereiken (Horatius, Epistulae I, 17, 36)
Non nobis solum nati sumus
We zijn niet alleen voor onszelf geboren (Cicero, De Officiis 1, 22)
Non olet
Het stinkt niet, zie Pecunia non olet
Non omnia possumus omnes
Niet iedereen kan alles doen (Vergilius)
Non omnis moriar
Ik zal niet geheel sterven (Horatius, Odes III, 30 LDR)
Non plus ultra
Tot hier en niet verder (opschrift op de zuilen van Hercules, Jezus)
Non scholae sed vitae discimus
Je leert niet voor school, maar voor het leven (Seneca, die in werkelijkheid het omgekeerde zei: Non vitae sed scholae discimus, De jeugd doet niet zijn best voor de toekomst maar alleen omdat de leraar het van hem vraagt)
Non sequitur
Het volgt er niet uit, het volgt niet uit de premissen
Non semper arcum tendit Apollo
De boog van Apollo kan niet steeds gespannen zijn (Horatius)
Non si male nunc et olim sic erit
Wie zijn doel wil krijgen, ook de middelen (Horatius)
Non sum qualis eram
Ik ben niet (meer) zoals ik geweest ben (Horatius)
Non ut edam vivo, sed ut vivam edo
Ik leef niet om te eten, ik eet om te leven
Non vi, sed arte
niet door geweld, maar door kunst; niet door geweld, maar door overleg
Non vi sed disputando
Niet met kracht maar door rede(voering)
Non vincit nisi veritas
Niets overwint dan de waarheid (motto van L.V.V.S. Augustinus)
Non vestimentum virum ornat, sed vir vestimentum
De kleren maken niet de man, de man maakt de kleren
Nondum amabam, et amare amabam
Ik had nog niet lief, en verlangde ernaar lief te hebben
Nosce orbis
Ken de wereld
Nosce te ipsum
Ken uzelf, ken u zelve (naar Cicero, gebaseerd op de Griekse spreuk γνῶθι σεαυτόν (gnothi seauton), gegrift op de tempel van Apollo in Delphi)
Nos iungit amicitia
Ons verbindt de vriendschap (zinspreuk van Sociëteit NIA van het Amsterdams studentencorps)
Nota bene
Noteer goed, Let op
Nova et vetera
Het nieuwe en het oude
Novum in Vetere latet, Vetus in Novo patet
Het Nieuwe is verborgen in het Oude aanwezig, de ware betekenis van het Oude komt in het Nieuwe aan het licht (Augustinus)
Nulla dies sine linea
Geen dag zonder lijn Spreuk van de Griekse schilder Apelles ca. 375-370 v. Chr. Genoteerd door Plinius de Oudere in zijn encyclopedie Naturalis Historia (77-100).
Nulla est medicina sine lingua Latina
Geen medicijnen zonder Latijn
Nulla poena sine lege
Geen straf zonder wetten
Nullum crimen, nulla poena, sine praevia lege poenali
Er is geen misdaad, (dus) geen straf als er geen voorafgaande (straf)wettelijke bepaling is (legaliteitsbeginsel uit artikel 1 van het Nederlandse Wetboek van Strafrecht)
Nulla regula sine exceptione
Geen regel zonder uitzondering
Nulla tenaci invia est via
Voor de aanhouder is geen weg onbegaanbaar (motto van de Nederlandse autofabrikant Spyker)
Nulli cedo
Ik wijk voor niets (motto van Algemene Infanterie, en in de vorm Cedo Nulli lijfspreuk van Erasmus)
Nullius in verba
Geloof niemand op zijn woord (motto van de Royal Society).
Nullum humani mihi alienum
Niets menselijks is mij vreemd
Numquam iterum
Nooit meer
Numquam tui obliviscar
Ik zal je nooit vergeten
Nunc aut nunquam
Nu of nooit (Korps Commandotroepen)
Nunc est bibendum
Nu is het tijd om te drinken (Horatius, Odes I, 37, 1)

O

O crassum ingenium! Suspicor fuisse Batavum
Wat een plompe geest! Ik vermoed dat het een Nederlander was (Erasmus)
O fortunatos nimium sua si bona norint, agricolas
O gelukzalige landbouwers, die te weinig begrijpen hoe goed hun leven is (Vergilius, Georgica 2, 458ff.)
O tempora, o mores!
Wat een tijden, wat een zeden! (Cicero)
Obscuris vera involvens
Obscuriteit verbergt waarheid (Vergilius)
Obscurum per obscurius, ignotum per ignotius
het duistere (verklaren) door het duisterdere, het onbekende door het onbekendere (een verklaring geven die meer vragen oproept dan beantwoordt)
Occasio furem facit
De gelegenheid maakt een dief
Oculi plus vident quam oculus
Meerdere ogen zien meer dan slechts een
Oculi sunt in amore duces
De ogen zijn de leiders in de liefde (Propertius)
Oderint dum metuant
Ze mogen me haten, als ze me maar vrezen (Caligula)
Odi profanum vulgus et arceo
Ik haat het onbeschaafde gepeupel en houd het op een afstand (Horatius, Carmina 3.1)
Odi et amo
Ik haat en ik bemin (Catullus)
Omne animal post coitum triste,e st sive gallus et mulier
Elk dier is na de coïtus terneergeslagen, behalve de haan en de vrouw (Galenus)
Omne ignotum pro magnifico est
Al het onbekende wordt als wonderbaar aanzien (Tacitus)
Omne principium difficile est
In alles de eerste zijn is moeilijk
Omne tulit punctum qui miscuit utile dulci
Hij heeft aller bijval gekregen, die het nuttige met het aangename heeft verenigd (Horatius)
Omnes eodem cogimur
Wij worden allemaal naar één enkel punt samengedreven, iedereen is sterfelijk
Omnes homines sibi sanitatem cupiunt, saepe autem omnia, quae valetudini contraria sunt, faciunt
Alle mensen willen gezond zijn, maar vaak doen ze alles dat nadelig is voor hun gezondheid
Omnes viae Romae ducunt
Alle wegen leiden naar Rome. Oorspronkelijk: mille viae ducunt homines per saecula Romam - duizend wegen leiden de mensen voor altijd naar Rome (1175, Alanus van Rijsel, Liber parabolarum)
Omnibus
Voor allen
Omnia mea mecum porto
Ik draag al mijn bezittingen bij me
Omnia mutantur, nihil interit
Alles verandert, niets vergaat (Ovidius, Metamorfosen, XV, 165)
Omnia obliviscar
Vergeet alles
Omnia sponte fluant absit violentia rebus
Laat alles vrij lopen (eigenlijk: stromen) zonder zaken geweld aan te doen
Omnia vincit amor (nos et cedamus amori)
Liefde overwint alles (laten wij ons ook overgeven) (Vergilius, Eclogae 10.69)
Omnium artium medicina nobilissima est
Van alle kunsten is de geneeskunde de edelste
Optant senectam omnes, adepti despuunt
Allen worden graag oud, maar zodra ze dat zijn verafschuwen ze het
Optimum est pati quod emendare non possis
Het is beter te verdragen wat je niet terug goed kan maken (Seneca)
Optimum medicamentum quies est
Rust is het beste medicijn'
Ora et labora
Bid en werk (motto van de Benedictijnen)
Oratio de hominis dignitate
“Oratie over de waardigheid van de mens” (geschrift van Giovanni Pico della Mirandola)
Oratio pro domo
pleidooi voor eigen zaak, preek voor eigen parochie, pleidooi van eigen advocaat (zie ook: Pro domo (sua))
Ordo Fratrum Minorum (OFM)
Orde van de Minderbroeders. (Klooster)orde van de Franciscanen
Ordo Franciscanus Saecularis (OFS)
(letterlijk) Orde van de Franciscaanse Seculier. Orde van Franciscaanse Seculieren
O sacrum convivium
O heilig gastmaal, antifoon (of beurtzang) over het geheim van de eucharistie, toegeschreven aan Thomas van Aquino

P

Pacta sunt servanda
Overeenkomsten moeten worden nagekomen
Panem et circenses
Brood en spelen (Juvenalis, Satire X)
Pange lingua gloriosi
Bezing, mijn tong, het mysterie. Hymne geschreven vóór 1264 door Thomas van Aquino (1225-1274) gezongen bij de processie op Witte Donderdag en op Sacramentsdag. De twee laatste coupletten Tantum ergo worden gebruikt in het Lof. Initiatief van paus Urbanus IV.
Parcere subiectis, sed debellare superbos
Spaar de onderworpenen, maar vernietig hen die zich hardnekkig blijven verzetten (Vergilius, Aeneis 6.853, stelregel van de Romeinse politiek)
Pars pro toto
Een deel in plaats van het geheel
Pari passu
met gelijke pas; op gelijke voet, van gelijke rang, proportioneel. In de effectenhandel: zonder preferentie
Pars sanitatis velle sanari fuit
Deel van het genezen is het genezen willen worden (Seneca)
Parvus numero, magnus merito
Gering in aantal, groot in daden (motto van Koninklijke Luchtmacht)
Parvi sed magni
Klein maar Dapper (motto van 1e Regiment Carabiniers Prins Boudewijn)
Pater noster
Onze vader (naam en begin eerste regel van het betreffende christelijke gebed; een rozenkrans; een liftsysteem)
Patris corde
Met een vaderhart. Aanhef (en naam) van een Apostolische brief van paus Franciscus van 8 december 2020
Pauperis est numerare pecus
Het is des armen (de arme eigen) zijn vee te tellen (Ovidius)
Pax Christi
De vrede van Christus, zegenwens; de naam van een internationale katholieke vredesbeweging
Pax intrantibus
Vrede zij de binnentredenden (boven de entree van een huis)
Pax melior est quam iustissimum bellum
Vrede is beter dan de rechtvaardigste oorlog
Pax quaeritur bello
Vrede wordt verkregen door oorlog
Pax Romana
Romeinse vrede, langdurige politieke stabiliteit; zie ook: Pax Americana, Pax Britannica, Pax Ottomana, Pax Neerlandica
Pecunia non olet
Geld stinkt niet (toegeschreven aan keizer Vespasianus)
Per aspera ad astra
Langs moeilijkheden naar de sterren (motto van de NASA en de stad Gouda, ook Ad astra per aspera)
Perfer et obdura, dolor hic tibi proderit olim
Verdraag en volhard, eens zal dit leed je tot voordeel strekken
Periculum in mora
Er is risico in uitstel (Livius, Ab urbe condita, 38.25.13)
Pericula non timeo
Ik vrees het gevaar niet; ik ga het gevaar niet uit de weg (wapenspreuk van Belgische ontmijningsdienst DOVO)
Perpetuum mobile
Voortdurend bewegend, een denkbeeldig apparaat dat eenmaal in beweging uit zichzelf blijft bewegen
Persona non grata
Ongewenst persoon
Philosophiae Naturalis Principia Mathematica
De wiskundige beginselen van de natuurfilosofie. Een werk van Isaac Newton, kortweg ook de Principia genoemd
Pia fraus
Vrome leugen, leugentje om bestwil
Pie Iesu, domine, dona eis requiem
Heilige Heer Jezus, geef hun zielerust
Pigmaei gigantum humeris impositi plus quam ipsi gigantes vident
Dwergen, staande op de schouders van reuzen, zien verder dan die reuzen (Isaac Newton, naar de 12e-eeuwse filosoof Bernard van Chartres)
Pluralis majestatis
Meervoud van verhevenheid, koninklijk meervoud
Placet Hic Requiescere Musis
Hier behaagt het de Muzen te vertoeven (Het sociëteits-gebouw van het Utrechts Studenten Corps)
Pluralitas non est ponenda sine necessitate
Men moet (aan een formule) geen dingen toevoegen zonder noodzaak
Poena potest demi, culpa perennis erit
De straf kan verminderd worden, de schuld zal eeuwig zijn (Ovidius)
Poeta nascitur, orator fit
Een dichter wordt geboren, een redenaar gemaakt
Pontifex maximus
Hogepriester / opperpriester, een Romeinse titel
Post aut propter?
Erna? Of erdoor veroorzaakt?
Post hoc ergo propter hoc
Daarna, dus daardoor, een drogreden
Post mortem
Na de dood
Postscriptum (PS)
Naschrift
Poscimur
Wij worden opgeëist, wij zijn niet vrij in ons doen en laten
Post meridiem (P.M.)
Na het middaguur, de tijd van 12 uur 's middags tot 12 uur 's nachts, tegenhanger van Ante meridiem
Potior est, qui prior est
Wie het eerst komt, wie het eerst maalt
Potius sero quam numquam
Liever laat dan nooit (Livius)
Praeparatus Esto
Wees voorbereid, embleem-spreuk van de Dienst Speciale Interventies der Nederlandse politie
Praepositus generalis
generaal-overste (algemeen overste der Jezuïetenorde)
Praesens absens
(Lichamelijk) aanwezig, (geestelijk) afwezig
Praesidium atque decus quae sunt et gaudia vitae - Formant hic animos Graeca Latina rudes
Om eens tot steun, sieraad en bron van vreugde in het leven te zijn, vormen Grieks en Latijn hier de nog ongepolijste geest (opschrift boven de poort van de Latijnse School in Gouda)
Praesidium libertatis
Bolwerk der vrijheid, devies van de Universiteit Leiden
Prima facie
Op het eerste gezicht
Primum non nocere
Het belangrijkste is om niet te schaden (uit de Eed van Hippocrates, die beginnende artsen moeten afleggen)
Primus inter pares
De eerste onder zijn gelijken
Primus perpetuus
Steeds de eerste (van de klas)
Principiae
Beginselen. Zie:Philosophiae Naturalis Principia Mathematica
Pro bono (publico)
Ten goede (van het publiek), voor de publieke zaak
Pro Deo
Voor God, onbezoldigd
Pro domo (sua)
Voor zijn eigen huis, voor zichzelf. Naar een toespraak van Cicero voor de pontifices, 57 v. Chr., waarin hij poogde bezit terug te krijgen dat Clodius hem had ontnomen
Pro Ecclesia et Pontifice
Voor Kerk en Paus (een pauselijke onderscheiding voor bewezen diensten)
Pro forma
voor de vorm (zie ook: pro-formazitting)
Pro Juventute
Voor de jeugd, naam van voormalige vereniging ter bestrijding van jeugdcriminaliteit, thans van de Stichting Steunfonds Pro Juventute Nederland
Pro Patria
Voor het vaderland, Koninklijke Leidsche Studenten Vereeniging tot Vrijwillige Oefening in den Wapenhandel Pro Patria, opgericht 1866, studentenweerbaarheid te Leiden
Pro Patria Crescunt
Groeien voor het vaderland (zinspreuk van de Voorbereidende Divisie tot de Koninklijke Militaire School)
Pro Patria Semper
Altijd voor het vaderland, wapenspreuk van Hubert Pierlot
Procul dubio
Buiten twijfel, zonder enige twijfel
Procul o, procul este profani
Blijft op grote afstand, jullie niet-ingewijden
Promissum cadit in debitum
Het beloofde komt terecht bij het verschuldigde, belofte maakt schuld
Proximus sum egomet mihi
Ik ben mijzelf het naast; confer (vergelijk) Quisque sibi proximus: Ieder is zichzelf het naast
Pugnans in tenebris
Strijdend in de duisternis (nacht) (wapenspreuk van het 500e Squadron KLu, thans 620 sqd)
Pulchri Studio
Uit ijver voor het schone. Een schilderkundig genootschap in Den Haag
Pulchrum est digito monstrari et dicier, hic est
Het is mooi met de vinger nagewezen te worden en te horen zeggen: hij is het, het is leuk om bekend te zijn (dicier = archaïsme voor dici)
Pulvis et umbra sumus
Wij zijn slechts stof en schaduw (Horatius, Carmina, boek IV, 7, 16).
Pus bonum et laudabile
Goede en prijzenswaardige etter

Q

Quadragesimo Anno
In het veertigste jaar, “Veertig jaar later”, een encycliek van Paus Pius XI (1931)
Quae caret ora cruore nostro
Welke kust kent ons bloed niet?, Horatius
Quae nocent, docent
Wat schaadt, onderwijst
Qualis artifex pereo!
Als wat een groot kunstenaar ga ik ten onder!, Nero
Qualitate qua
Ambtshalve, uit hoofde van zijn ambt
Qua Patet Orbis
Zo wijd de wereld strekt, devies van het Korps Mariniers
Quando peritura nemo scit
Wanneer ze zal vergaan weet niemand
Quanti canicula ille in fenestra
How much is that doggy in the window, wapenspreuk van de fictieve stad Ankh-Meurbork van de Engelse schrijver Terry Pratchett
Qui beneficium dedit, taceat; narret, qui accepit
Hij, die een weldaad heeft gegeven, moet zwijgen; hij die het ontvangen heeft, moet spreken. (Seneca)
Qui bono?
Wie profiteert?, foutieve variant van Cui bono?, Cicero, Pro Sexto Roscio Amerino
Qui(s) custodiet ipsos custodes
Wie houdt toezicht op de toezichthouders, Wie bewaakt de bewakers, Juvenalis, Satiren
Qui cantat, bis orat
Wie zingt, bidt dubbel (Augustinus)
Qui habet aures audiendi audiat
Wie oren heeft om te horen moet horen (Openbaring 2:7 e.v.)
Qui rogat, non errat
Wie vraagt, dwaalt niet
Qui scribit, bis legit
Wie schrijft, leest twee keer
Qui tacet, consentire videtur
Wie zwijgt, lijkt het ermee eens te zijn, Wie zwijgt, stemt toe, Paus Bonifatius VIII
Qui vult dare parva non debet magna rogare
Hij die wenst weinig te geven, zou niet veel moeten vragen
Quicumque vult
Al wie wil. Aanhef van de Geloofsbelijdenis van Athanasius
Quid pro quo
Voor wat hoort wat
Quidquid agis, prudenter agas, et respice finem
Wat je ook doet, doe het verstandig en denk na over het einde
Quidquid discis, tibi discis
Alles wat je leert, leer je voor jezelf
Quidquid latine dictum sit, altum videtur
Wat in het Latijn gezegd wordt, klinkt diepgaand
Quidvis egestas imperat
Schaarste eist al wat je wilt, Plautus
Quiescat plebs
Moge het volk kalm zijn
Quieta non movere
Wat in rust is, niet verstoren, Geen slapende honden wakker maken
Quirites!
Burgers!, tekst van 'de kortste toespraak ooit', Julius Caesar in 47 v.Chr. voor het Xe legioen
Quisque sibi proximus
Ieder is zichzelf het naast; confer (vergelijk) Proximus sum egomet mihi, Ik ben mijzelf het naast
Quo vadis?
Waar gaat gij heen?
Quod erat demonstrandum (Q.E.D.)
Hetgeen moest worden aangetoond
Quod licet Iovi non licet bovi
Wat Jupiter mag, mag een rund nog niet. Wat de baas mag doen, mag de ondergeschikte nog niet.
Quod me non necat me certe confirmat
Wat mij niet doodt, maakt me zeker sterker
Quod medicina aliis, aliis est acre venenum
Het medicijn van de een is het vergif van de ander
Quod nocet, saepe docet.
Wat pijn doet, leert vaak.
Quod non
Hetgeen niet het geval is
Quod non est in actis non est in mundo
Wat niet schriftelijk is vastgelegd, bestaat niet
Quod scripsi, scripsi
Wat ik geschreven heb, heb ik geschreven, Johannes 19:22
Quod sis, esse velis nihilque malis
Je moet willen zijn wie je bent en niets liever willen, Martialis, Epigrammen
Quos vult perdere Iuppiter dementat prius
Degenen die Jupiter in het verderf wil storten, ontneemt hij eerst hun zinnen
Quot capita, tot sententiae
Zoveel hoofden, zoveel meningen
Quot homines, tot sententiae
Zo veel mensen, zo veel meningen (Cicero)
Quousque tandem abutere, Catilina, patientia nostra?
Hoelang nog, Catilina, zul je ons geduld op de proef stellen?, openingszin van Cicero's aanklacht tegen Catilina

R

Radix malorum est cupiditas
Hebzucht is de wortel van alle kwaad (thema van The Pardoner's Tale uit The Canterbury Tales, ontleend aan 1 Timoteüs 6:10)
Rara avis
Een zeldzame vogel (zie ook corvo quoque rarior albo)
Rara est fides
Trouw is zeldzaam
Rari nantes
Zeldzame zwemmers - verkorte weergave van Apparent rari nantes in gurgite vasto (Vergilius, Aeneis 1,118)
Ratio fatum vincere nulla potest
Geen enkele berekening kan het lot overwinnen (Ovidius)
Rebus sic stantibus
In gelijkblijvende omstandigheden - mits de omstandigheden gelijk blijven: verdragsregel uit het internationaal recht, met name geformuleerd door Scipione Gentili als omnis conventio intelligitur rebus sic stantibus, elk verdrag moet begrepen worden naar de geldende omstandigheden
Rector magnificus
Luisterrijke bestuurder; titel van de hoogleraar-directeur van een universiteit, voorheen de voorzitter van een academische senaat (college van hoogleraren)
Reddite ergo quae sunt Caesaris, Caesari
Geef de Keizer wat des Keizers is (Mattheüs 22:21)
Regina coeli
‘’Koningin des hemels”, Maria-antifoon in de katholieke kerk, ook een voormalig meisjespensionaat, thans taleninstituut te Vught.
Regina regit colorem
De dame voert de kleur (van het veld), een regel in het schaakspel
Remedia amoris
Middelen tegen de liefde, titel van een ironisch leerdicht van Ovidius
Repetitio est mater studiorum
Repetitie (herhaling) is de moeder van studie (studeren)
Requiescat in pace (R.I.P.)
Hij/zij ruste in vrede
Rerum cognoscere causas
De oorzaken der dingen doorzien (motto van LSE, naar Vergilius, zie Felix qui potuit rerum cognoscere (causas))
Rerum novarum
“Over nieuwe dingen, “Van een omwenteling”, een encycliek van Paus Leo XIII (1891)
Res ad triarios rediit
De zaak is teruggekomen tot de triarii, wanneer er sprake is van een crisissituatie, oorspronkelijk gebruikt voor een gevecht dat zich verkeerd ontwikkelt
Res, non verba
Daden, geen woorden, Geen woorden maar daden
Rete non tenditur milvio
Het net wordt niet uitgebreid tot de vlieger
Reteneo hostes pacis abs te Llnge
Wij houden de vijand van de vrede verre
Retrorsum causa et effectus
Omkering van oorzaak en gevolg, een onjuiste redenering door het verwisselen van oorzaak en gevolg
Ridentem dicere verum quid vetat?
Wat is er op tegen al lachend de waarheid te zeggen? (Horatius, Satiren I, 1, v. 24-25)
Rideo ergo sum
Ik lach, dus ik besta (aansporing tot optimisme)
Rigor mortis
lijkstijfheid (verstijving van spieren na intrede van de dood, begint binnen 2-6 uur na overlijden)
Risus abundat in ore stultorum
De gek lacht om alles
Rogo vos, quis potest sine offula vivere?
Ik vraag jullie, wie kan zonder worstjes leven? (Claudius)
Roma locuta, causa finita
Rome heeft gesproken, de zaak is beëindigd (Sint Augustinus), een zaak is afgelopen en valt niet meer te betwisten
Romani ite domum
"Romeinen ga naar huis" uit Monty Python's Life of Brian. Brian wordt door een centurion betrapt op het bekladden van het paleis van de Romeinse prefect Pontius Pilatus. Hij had op de paleismuur de grammaticaal incorrecte tekst Romanes eunt domus geschreven. De centurion corrigeert hem hardhandig, daarna dwingt hij Brian om voor straf 100 keer de correcte vertaling Romani ite domum op te schrijven.
Rustica progenies semper villana fuit
Het kroost van de boeren is altijd boer geweest

S

Sacris solemniis
Verenigd rond dit feest. Hymne (1264) van Thomas van Aquino (1225-1274) voor het koorgebed van Sacramentsdag. Initiatief van paus Urbanus IV. Het zesde couplet 'Panis angelicus' (het brood van de engelen) is wereldbekend geworden door de compositie van César Franck in 1872 voor tenor, orgel, harp en cello.
Saepe morborum gravium exitus incerti sunt
Vaak is de afloop van ernstige ziekten onzeker
Saevis tranquillus in undis
Rustig te midden van woeste golven (lijfspreuk van Willem van Oranje)
Salus aegroti suprema lex
Het welzijn van de patiënt is de belangrijkste wet
Salus patriae suprema lex
Het welzijn van het vaderland is de hoogste wet: een spreuk aan de hand waarvan het gebruik van buitengewone machtenwetten in België tijdens (en na) de Tweede Wereldoorlog werd gerechtvaardigd.
Salus populi suprema lex esto
Het welzijn van het volk zal de hoogste wet zijn (motto van Missouri).
Salvator Mundi
Verlosser van de wereld, naam van een schilderij door Leonardo da Vinci met afbeelding van Jezus
Salvo errore et omissione
Behoudens fouten en weglatingen (soms afgekort tot s.e. & o.)
Sanis libris, vita lacuna
Zonder boeken is het leven ledig
Sapere aude
Durf te weten (motto van de filosoof Immanuel Kant, maar reeds van Romeinse oorsprong)
Sator Arepo tenet opera rotas
De zaaier Arepo houdt de wielen bezig (betekenisloze spreuk, aangetroffen in magische vierkanten)
Saxa loquuntur
de stenen spreken (motto in de archeologie)
Scientia sol mentis est
Kennis is het licht van de geest
Scientia vincere tenebras
Door wetenschap de duisternis overwinnen (spreuk van de Vrije Universiteit Brussel)
Sed quis custodiet ipsos custodes?
Maar wie bewaakt de bewakers? (Juvenalis)
Semper aliquid haeret
Er blijft altij iets hangen [van laster]. Voluit als Audacter calumniare, semper aliquid haeret (laster maar brutaal, er blijft altijd iets hangen) (Francis Bacon, De dignitate et augmentis scientiarum)
Semper crescendo
Altijd hoger, Steeds toenemend in toonsterkte
Semper idem
Altijd hetzelfde (wapenspreuk van conservatieve Italiaanse curiekardinaal Alfredo Ottaviani)
Semper excelsius
Altijd beter (wapenspreuk van K.A.V. Lovania Leuven)
Semper fidelis
Altijd trouw (ook wel afgekort als Semper Fi, wapenspreuk van het United States Marine Corps)
Semper paratus pro justitia
Altijd paraat voor gerechtigheid (embleemspreuk van de Unit Interventie Mariniers van Nederland)
Semper primus
Altijd de eerste (wapenspreuk van de 1st Infantry Regiment, VS)
Senatus populusque Romanus (S.P.Q.R.)
De senaat en het volk van Rome
Servatis a periculum
Bewaar ons voor het kwade
Si decem habeas linguas, mutum esse addecet
Zelfs al zou je tien tongen hebben, dan moet je ze toch stilhouden
Si monumentum requiris, circumspice
Als je zijn monument wilt zien, kijk om je heen (op het graf van Christopher Wren in St Paul's Cathedral)
Si parva licet componere magnis
Als het toegestaan is kleine dingen met grote dingen te vergelijken
Si quaeris peninsulam amoenam circumspice
Als je een lieflijk schiereiland zoekt, kijk dan om je heen (motto van Michigan)
Si tacuisses, philosophus mansisses
Als je had gezwegen, was je een filosoof gebleven
Si vis amari, ama
Als je bemind wilt worden, bemin (dan)
Si vis pacem, para bellum
Als je vrede wilt, bereid je voor op oorlog (door Vegetius in Epitoma rei militaris verwoord als Qui desiderat pacem, bellum praeparat)
Si vis pacem, para iustitiam
Als je vrede wilt, bereid gerechtigheid voor
Si vis vivam
Als jij wilt, zal ik leven
Sic
Precies zo (de tekst is precies geciteerd zoals hij er stond, inclusief de taalfout)
Sic iubeo, sic volo, et sit pro ratione voluntas mea
Zo beveel ik, zo wens ik het en laat mijn wil u tot reden zijn
Sic semper tyrannis
Zo vergaat het iedere tiran (toegeschreven aan Brutus bij de moord op Caesar, geroepen door John Wilkes Booth na de moord op Abraham Lincoln, motto van Virginia)
Sic transit gloria mundi
Alzo vergaat 's werelds schoonheid (gezegd tot de pausen na hun verkiezing)
Sic gorgiamus allos subjectatos nunc
We gladly feast on those who subdue us, Wij houden een feestmaal op hen die ons onderdrukken (motto van The Addams Family)
Sidera somnum suadent
De sterren raden ons de slaap aan
Signum perfectionis
Teken van perfectie
Silent enim leges inter arma
zie Inter arma enim silent leges
Similibus enim similia gaudent
Gelijken scheppen genoegen in gelijken - soort zoekt soort (Macrobius, Saturnalia, 7,7,12); soms ook als : Aequalis aequalem delectat
Similia similibus dissolventur
Gelijke zaken worden opgelost in gelijke zaken (spreuk van Griekse natuurfilosofen en alchemisten)
Sine anno (s.a.)
Zonder jaar (in bibliografische opsommingen, zoals bibliotheek-catalogi: de datum van uitgave is onbekend, of wordt niet in het werk vermeld) - ook: sine dato, of: sine die
Sine dato (s.d.)
Zonder datum (in bibliografische opsommingen, zoals bibliotheek-catalogi: de datum van uitgave is onbekend, of wordt niet in het werk vermeld) - ook: sine die, of: sine anno
Sine die (s.d.)
Zonder dag (in bibliografische opsommingen, zoals bibliotheek-catalogi: de datum van uitgave is onbekend, of wordt niet in het werk vermeld) - ook: sine dato, of: sine anno
Sine editore (s.e.)
Zonder uitgever(in bibliografische opsommingen, zoals bibliotheek-catalogi: de uitgever is onbekend, of wordt niet in het werk vermeld) - ook: sine nomine
Sine ira et studio
Zonder haat of liefde, Zonder wrok of sympathie (Tacitus), zonder vooringenomenheid voor of tegen
Sine labore nihil
Zonder werk (krijgt men) niets (Horatius); ook als Nil (of nihil) sine labore ; naam van een woning te Leiden
Sine labore non erit panis in ore
Zonder arbeid zal er geen brood in de mond zijn
Sine loco (s.l.)
Zonder plaats (in bibliografische opsommingen, zoals bibliotheek-catalogi: de plaats van uitgave is onbekend, of wordt niet in het werk vermeld)
Sine nobilitate (s.nob.)
zonder adel, niet van adel, zie ook Snob (persoon)
Sine nomine (s.n.)
Zonder naam (in bibliografische opsommingen, zoals bibliotheek-catalogi: de uitgever is onbekend, of wordt niet in het werk vermeld) - ook: sine editore
Sine sole sileo
Zonder de zon ben ik stil (spreuk op zonnewijzers)
Sit tibi terra levis
Moge de aarde zachtjes op je drukken (Romeinse grafspreuk)
Sol iustitiae illustra nos
Zonne der gerechtigheid verlicht ons; motto van Universiteit van Utrecht; vergelijk Maleachi 4:2 of 3:19)
Sol lucet omnibus
De zon schijnt voor iedereen
Sola fide
Alleen door geloof
Sola gratia
Alleen door genade, een van de vijf sola's tijdens de protestante Reformatie
Sola scriptura
Alleen door de Bijbel (christendom)
Sola victoria satiat
Alleen de overwinning schenkt voldoening (tatoeage van voetballer Steven Defour)
Soli Deo gloria
Alleen aan God de eer, de laatste van de vijf sola's; ondertekening van Bach
Species decipit
Schijn bedriegt
Spes bona
Goede hoop
Spes Salutis
Hoop op heil; scheepsnaam van de Urker kotter UK171 en, sinds 1986, naam van de veerpont tussen Beusichem en Wijk bij Duurstede
Spiritus intus alit
De geest voedt zich van binnenuit (Vergilius, Aeneis VI, 726)
Stante pede
Op staande voet, onmiddellijk
Stare decisis (et non quieta movere)
Bij de onderhavige zaak blijven (en het onverstoorde niet verstoren) (in de rechtspraak)
Status quo
De bestaande toestand
Status quo ante bellum
De situatie van voor de oorlog; term uit de diplomatie
Studium generale
Algemene studie; collegereeks voor algemene vorming
Stultorum infinitus numerus est
Het aantal dwazen is oneindig (Prediker 1:15 in de oude Vulgaat, Carrasco in Don Quichot II-3)
Stultus non seccurritur
De dwazen worden niet geholpen
Stupor mundi
De verbazing van de wereld (titel van Frederik II)
Stultitiae laus
Lof der zotheid, voluit: '’Moriae encomium, sive Stultitiae laus’’, een werk van Desiderius Erasmus uit 1511
Stultus stulte loquitur
Een dwaas spreekt op dwaze wijze
Suamet ipse fraude captus
In zijn eigen list gevangen (Livius, Ab Urbe Condita, 27.28.13)
Sub iudice
Onder de rechter, nog in behandeling bij een rechterlijke instantie - volledig citaat: "Grammatici certant et adhuc sub iudice lis est" (Horatius, De arte poetica 78)
Sub rosa
Onder de roos (volgens Dan Browns De Da Vinci code gebruikt door de Tempeliers)
Sui generis
Aangepast aan de omstandigheden, met een typisch eigen aard
Summa cum laude
Met de hoogste lof, (kwalificatie bij het behalen van een universitair examen of bij een wetenschappelijke promotie)
Summum ius summa iniuria
Het recht tot op de spits drijven is het onrecht tot op de spits drijven (Cicero, De Officiis I, 10, 33)
Summum nec metuas diem nec optes
Je moet de laatste dag niet vrezen noch wensen (Marcus Valerius Martialis)
Sum quod eris
Ik ben wat jij zult zijn (tekst op grafstenen)
Sunt pueri pueri, pueri puerilia tractant
Kinderen zijn kinderen, kinderen gedragen zich als kinderen
Sunt quidem homines non re sed nomine
Zij zijn ongetwijfeld mensen niet in werkelijkheid maar door de naam (Cicero)
Sutor ne ultra crepidam
Schoenmaker, niet boven het sandaal, Schoenmaker, blijf bij je leest (Plinius de Oudere, Naturalis Historia XXXV, 36, 85-86)
Suo jure
In zijn/haar eigen recht
Suum cuique
Ieder het zijne (ieder krijgt wat hem toekomt). Motto van de Pruisische Orde van de Zwarte Adelaar.
Suus rex reginae placet
Aan de koningin bevalt haar koning (het meest)
Syllabus Errorum
Lijst van dwalingen(geschrift van Paus Pius IX, 1864)

T

Tacitum vivit sub pectore vulnus
De wonde leeft stilzwijgend onder de borst (Vergilius)
Tale quale
Zoals het reilt en zeilt (zoals het is)
Tantae molis erat Romanam condere gentem
Zoveel inspanning kostte het een Romeinse bevolking te vestigen (Vergilius, Aeneis, 1, 33)
Tarde venientibus ossa
De botjes (zijn) voor de laatkomers.
Te amo
Ik hou van je
Temet nosce
Ken uzelf - (uit het Oudgrieks: Γνῶθι σεαυτόν. Deze spreuk stond op een steen in Delphi, zie ook: Nosce te ipsum!)
Tempora mutantur, et nos mutamur in illis
De tijden veranderen en wij veranderen mee (Audoënus)
Tempus fugit
De tijd vlucht/vliegt
Tempus omnia revelat
De tijd onthult alles
Tempus præteritum nihil. Futurum incertum. Præsens instabile. Cave ne perdas hoc tuum
Het verleden is niets. De toekomst is ongewis. Het heden is wankel. Pas op en verdoe uw tijd niet. - Op de zonnewijzer in de Groningse Prinsentuin.
Tempus valet volat velat
De tijd is waardevol, zij vliegt, zij verhult.
Tene quod bene
Behoud het goede
Tentanda via est
De weg moet men uitproberen - Laten we deze methode eens onderzoeken.
Terminus ante quem
Limiet (eindpunt) waarvoor... in een relatieve chronologie
Terminus post quem
Limiet (eindpunt) waarna... in een relatieve chronologie
Terna
voordracht van drie kandidaten voor een bisschopsbenoeming in de Rooms-Katholieke Kerk
Terra marique potens
Machtig te land en ter zee (wapenspreuk van de O'Malleys)
Testiculos habet et bene pendentes
Hij heeft testikels en ze hangen goed
Testimonium paupertatis
Bewijs van onvermogen
Theatrum Anatomicum
Anatomisch theater, Ontleedkundig schouwspel - een ruimte waarin colleges ontleedkunde worden gegeven. Een gereconstrueerd exemplaar in het Rijksmuseum Boerhaave te Leiden; tevens opschrift boven het toegangspoortje van de chirurgijns in het gebouw de Waag te Amsterdam.
(Quidquid id est,) timeo Danaos et dona ferentes
(Hoe dan ook,) ik vrees de Grieken, vooral als zij geschenken geven (Vergilius, Aeneis 2,49) - waarschuwing van Laocoön bij het paard van Troje
Timeo hominem unius libri
Ik vrees (in het debat) de man die slechts één boek (goed) heeft gelezen (Thomas van Aquino)
Tolle, lege
Neem en lees - woorden die Augustinus van Hippo hoorde en die hem ertoe brachten de Bijbel te gaan lezen
Tolle moras, semper nocuit differre paratis
Hef elk oponthoud op, voor wie voorbereid is, is uitstellen altijd nadelig geweest. (Lucanus)
Totus tuus
(soms afgekort tot TT) Geheel de uwe - aan eind van een brief in het Latijn voor de ondertekening, vergelijk Uw dienstwillige, Frans Tout à toi en Latijn Ex asse tuus. Wapenspreuk van Paus Johannes Paulus II
Tractatus Logico-Philosophicus
Traktaat (verhandeling) over de logische filosofie - hoofdwerk van de Oostenrijks-Britse filosoof Ludwig Wittgenstein
Tres faciunt collegium
Met z'n drieën vormt men een gezelschap - naam van voormalig adellijk dispuut van het Utrechtsch Studenten Corps
Trias politica
Driemachtenleer - een theorie van de staatsinrichting uitgaande van de scheiding der macht(en)
Tu es sacerdos in aeternum
U bent priester voor altijd - bij de wijding van een katholieke priester - Psalm 110(109),4
Tu Marcellus eris
Jij zult Marcellus worden - van jou heeft men grote verwachtingen [maar of je ze zal waarmaken...] (Vergilius, Aeneis, 6,883)
Tum podex carmen extulit horridulum
Toen stiet de aars een ruw lied uit.
Tum tua res agitur, paries cum proximus ardet
Dan staat jouw zaak op het spel, wanneer de wand van de buren in brand staat (Horatius, Epistulae 1,18,84).
Tunica pallio propior est
De tuniek zit dichterbij dan de mantel - Het hemd is nader dan de rok.
Tu quoque, fili mi?
Jij ook, mijn zoon? - Julius Caesar in Latijnse vertaling vanuit het Grieks, tegen Brutus, die hij tussen de aanvallers zag; of
Tu quoque, Brute!
Jij ook, Brutus! - Zie ook: Et tu, Brute?

U

Ubi amici, ibidem opes
Waar vrienden zijn, is tegelijk rijkdom (Plautus)
Ubi bene, ibi patria
Waar men zich goed voelt, daar is zijn vaderland
Ubi caritas, Deus ibi est
Waar zorgzaamheid is, daar is God
Ubi caritas et amor, Deus ibi est
Waar betrokkenheid is en liefde, daar is God. Een herhaalde strofe, die gezongen wordt bij de Voetwassing in de liturgie van Witte Donderdag.
Ubi concordia, ibi victoria
Waar harmonie is, daar heerst victorie
Ubi dubium, ibi libertas
Waar twijfel is, is vrijheid
Ubi fumus, ibi ignis
Waar rook is, is vuur
Ubi maior minor cessat
Waar er een meerdere is, is de mindere niet meer relevant
Ubi mel ibi apes
Waar honing is, zijn bijen
Ubi pus evacua
Waar pus zit, verwijder het
Ubi societas, ibi ius
Waar een maatschappij is, daar is recht
Ubi tu Gaius, ibi ego Gaia
Waar gij zijt Gaius, zal ik, Gaia, zijn
Ubi volentia est, via est
Waar een wil is, is een weg
Ultra posse nemo obligatur
Niemand kan verplicht worden meer te doen dan waartoe hij in staat is
Una salus victis, nullam sperare salutem
De enige zekerheid voor de verliezers is geen heil te verwachten (Vergilius, Aeneis II, 354)
Unde habeas, quaerit nemo, sed oportet habere
Vanwaar je het hebt, vraagt niemand, maar je behoort het te hebben (Juvenalis)
Uno sumus animo
Wij zijn een van geest (motto van het Stedelijk Gymnasium Leiden)
Ubi sunt gaudia
waar de vreugden zijn, gezang (canon), op melodie van Philip Hayes
Unum castigabis, centum emendabis
Door er één te straffen, kan men er honderd tot beter inzicht brengen
Unus pro omnibus, omnes pro uno
Een voor allen, allen voor één. Het nationale devies van Zwitserland en het motto van de De drie musketiers uit het verhaal van Alexandre Dumas
Unus testis, nullus testis
Eén getuige is geen getuige, Een enkele getuigenis is onvoldoende
Urbem marmoream relinquo, quam latericiam accepi
Ik laat een marmeren stad achter, die ik in steen heb gekregen (Augustus)
Urbi et orbi
Voor de stad (Rome) en voor de wereld (de pauselijke zegen)
Usque ad tempus divi Gratiani
Tot het tijdstip van de goddelijke Gratian (Vegetius)
Usus magister est optimus
Ervaring is de beste leermeester (Cicero)
Utinam populus Romanus unam cervicem haberet
Had het Romeinse volk maar één nek (Caligula, die hoopte het volk uit te roeien met maar één slag van het zwaard)
Ut ameris, amabilis esto
Om te kunnen beminnen, moet ge beminnelijk zijn (Ovidius)
Ut incepit fidelis sic permanet
Loyaal is ze begonnen, loyaal blijft ze
Ut desint vires, tamen voluntas laudanda est
Hoewel de krachten ontbreken, moet toch de wil geprezen worden (Ovidius, Epistulae ex Ponto III, 4, 79)
Ut omnes unum sint
Opdat zij allen een zijn (uit Johannes 17:21, motto van de Johannes Gutenberg Universiteit en de YMCA)
Ut sementem feceris ita metes
Zoals je zaait zal je oogsten
Ut sis nocte levis, sit cena brevis!
Laat het avondmaal kort zijn, opdat je 's nachts licht bent
Ut vivat, crescat et floreat!
Opdat ze leve, groeie en bloeie! (studentikoos monogram, lijfspreuk onder studentenverenigingen)
Uxor formosa et vinum sunt dulcia venena
Mooie vrouwen en wijn zijn zoet venijn

V

Vacate et scire
Wees stil en weet (motto van de Universiteit van Sussex).
Vae victis
Wee de overwonnenen (volgens de overlevering gezegd door de Gallische leider Brennus toen de verslagen Romeinen protesteerden tegen de hoogte van de schatting die hij hun oplegde)
Vana est sine viribus ira
Haat, zonder macht om er aan te voldoen, is ijdel
Vanitas vanitatum et omnia vanitas
IJdelheid der ijdelheden en alles is ijdelheid (Prediker 1:2)
Varietas delectat
Afwisseling is prettig, Verandering van spijs doet eten (Seneca c.s.)
Varium et mutabile semper femina
Iets altijd veranderlijks en wispelturigs is de vrouw (Vergilius, Aeneas 4, 569-570), te vergelijken met La donna è mobile en Une femme souvent n'est qu'une plume au vent (Victor Hugo)
Velle non discitur
Willen kun je niet leren
Velut arbor aevo
Zoals een boom bij het verstrijken van de tijd (Horatius, Oden I, 12, 45)
Veni, bibi, vomui
Ik kwam, ik dronk, ik gaf over
Veni, vidi, vici
Ik ben gekomen, ik heb gezien, ik heb overwonnen, Ik kwam, ik zag, ik overwon (Julius Caesar na zijn snelle overwinning op koning Pharnacus van Pontus)
Veni, vidi et capiebar ad anum
Ik kwam, ik zag en werd vanachter belaagd (volgens Carthaagse overlevering gezegd door Hannibal na zijn tocht over de Alpen toen zijn leger bloedig van achteren werd overrompeld door dat van Fabius Maximus)
Veni, vidi, fugi
Ik kwam, ik zag, ik vluchtte. Parodie op Veni, vidi, vici, vermoedelijk door Henryk Sienkiewicz
Venite ad me omnes
Komt allen tot mij (Matteüs 11:28)
Ventis secundis, tene cursum
Als de wind gunstig is, behoud koers (Go with the flow)
Verba docent, exempla trahunt
Woorden onderwijzen, voorbeelden doen navolgen
Verba volant,scripta manent
Woorden vervliegen, het geschrevene blijft
Verbum domini lucerna pedibus nostris
Het woord van de Heer is een lamp voor onze voeten (Psalm 119:105, oorspronkelijk motto van de Rijksuniversiteit Groningen)
Verbum supernum
Hemels woord Beginregel van de hymne uit 1264 van Thomas van Aquino (1225-1274), geschreven voor het Officie van Sacramentsdag.
Veridis quo
Waar de waarheid is
Veritas temporis filia
De waarheid is de dochter van de tijd. (Maria Tudor)
Veritas odium paret
Waarheid zaait haat
Veritas vos liberabit
De waarheid zal jullie bevrijden (naar Johannes 8:32, motto van de Johns Hopkins-universiteit en andere onderwijsinstellingen)
Vestis virum facit
Kleren maken de man
Vi coactus
Door geweld gedwongen (bijschrift ondertekening verdrag met Engeland door Johan de Witt)
Vi veri veniversum vivus vici
Met de kracht van de waarheid heb ik levend het universum veroverd
Vi victa vis
Geweld is door geweld geveld
Via Dolorosa
“Lijdensweg”, een route door de oude stad van Jeruzalem naar de Heilig Grafkerk, volgens de christelijke traditie de weg waarlangs Jezus werd geleid naar zijn executieplaats Golgotha
Via mala
Slechte weg; de Via Mala is een smalle - tegenwoordig vooral toeristische - weg in een kloof van de Achter-Rijn
Vice versa (v.v.)
Omgekeerd; heen en terug, over en weer
Vicit vim virtus
Moed heeft het geweld overwonnen (wapenspreuk van de stad Haarlem)
Victrix causa diis placuit sed victa Catoni
De Goden stonden aan de kant van de overwinnaar, maar Cato de Jongere aan die van de overwonnene
Video et taceo
Ik zie en zeg niets (motto van Elizabeth I van Engeland)
Video meliora proboque, deteriora sequor
Ik zie het betere en sta erachter, maar toch volg ik het slechtere (Ovidius, Metamorfosen, bij monde van Medea)
Vidimus
Wij hebben gezien. Een gelegaliseerd afschrift van een oorkonde
Videre vincere est
Zien is overwinnen
Vigilat ut quiescant
Hij waakt opdat zij rusten (oude lijfspreuk van de Nederlandse gemeentepolitie, in 2008 vervangen door een Nederlands motto)
Vigilate Deo confidentes
Waakt, vertrouwend op God, wapenspreuk van onder meer het Graafschap Holland en de Nederlandse provincie Zuid-Holland
Vincit omnia veritas
waarheid overwint alles.
Vindicat atque polit
Handhaaft en beschaaft (volledige naam van het Groningse studentencorps Vindicat, opgericht op 4 februari 1815)
Vinum et musica laetificant cor
Wijn en muziek verlichten het gemoed
Vires acquirit eundo
Al gaande neemt zij in kracht toe
Virgo intacta
Ongerepte maagd
Virtus concordia fides
Deugd, eenheid en trouw (zinspreuk van het Leids Studenten Corps, opgericht 1 maart 1839)
Virtute decet, non sanguine niti
Het past te steunen op dapperheid/deugd, niet op afkomst (Claudianus)
Virtute et fide
van eer en trouw, zie Antiqua virtute et fide (Terentius, Adelphoe 3,3,86)
Vis unita fortior
Vereende kracht is sterker (onder andere zinspreuk van de Nederlandse provincie Groningen)
Vivat, crescat, floreat
Hij leve, groeie, bloeie
Volenti non fit iniuria
Door hetgeen men zelf wil, kan men geen onrecht ondergaan
Vox nihili
Stem van niets (een spookwoord, een betekenisloos woord, een schrijffout, een nutteloze opmerking)
Vox populi, vox Dei
De stem van het volk [is] de stem van God (in een brief van Alcuinus aan Karel de Grote uit 798, maar mogelijk al ouder)
Vox Studiosorum
Studentenstem; de stem van de studenten. Utrechts studentenweekblad
Vulgare amici nomen, sed rara est fides
De naam van een vriend is gewoon, maar zeldzaam is trouw. (Phaedrus)
Vulneratus nes victus
Gewond maar niet verslagen. Verwond maar niet overwonnen. (Spreuk vermeld op het Draaginsigne Gewonden.)
Vulpes pilum mutat, non mores
Een vos verliest wel zijn haren maar niet zijn streken

Literatuur

  • Bartelink, G. J. M. (1989): Prisma van de Latijnse citaten en gezegden. Utrecht: Het Spectrum ISBN 9027423717
  • Cox, Heinrich Leonard et al. (1994): Spreekwoordenboek in zes talen. Utrecht/Antwerpen: Van Dale ISBN 978-9-066-48311-8
  • De Ley, Gerd, en Wannes Gyselinck (2010): Verba volant, scripta manent, en andere Latijnse spreuken die de tand des tijds doorstonden. Tielt: Lannoo ISBN 978-9-020-99554-1
  • Oldekalter, Jos (2003): Ad fundum. Latijnse spreekwoorden, gezegden en citaten en hun betekenis. Libro Books ISBN 978-9-085-07006-1
  • Vanden Berghe, Gaby (1991): Veni, Vidi, Vici. Gevleugelde woorden uit het klassiek en middeleeuws Latijn. Tielt: Lannoo ISBN 978-9-020-91928-8

Externe links

  • (en) Lijst van Latijnse spreekwoorden
  • Bouwe Brouwer: Latijnse citaten en gezegden
  • Pinkhof Geneeskundig Woordenboek
  • Titus Maccius Plautus, Vol I (auteur: Paul Nixon) op Project Gutenberg

Text submitted to CC-BY-SA license. Source: Lijst van Latijnse spreekwoorden en uitdrukkingen by Wikipedia (Historical)


Evangelie volgens Johannes


Evangelie volgens Johannes


Het Evangelie volgens Johannes (vaak kortweg Johannes genoemd) is een van de vier evangeliën in het Nieuwe Testament. Het bevat een verslag van het leven van Jezus en werd door een onbekende auteur (of auteurs) geschreven in het Koinè-Grieks.

Omdat dit evangelie in de canon van het Nieuwe Testament volgt op drie andere (eveneens anonieme) evangeliën, wordt het geschrift al eeuwenlang het Vierde Evangelie genoemd, een term die soms ook wordt gehanteerd door historici.

Auteur(s)

Traditioneel wordt dit evangelie toegeschreven aan de apostel Johannes, maar dit wordt door hedendaagse wetenschappers verworpen. Het evangelie is anoniem; de auteur noemt zijn naam niet in de tekst. Oorspronkelijk had dit geschrift ook geen naam; de titel "Evangelie volgens Johannes" is er pas later aan gegeven toen men aannam dat het was geschreven door de apostel Johannes. Omdat hierdoor gewoonlijk naar de auteur werd verwezen als "Johannes", werd de aanduiding "Johannes de Evangelist" geïntroduceerd om een onderscheid met de apostel te maken als het om de auteur ging.

Vanaf de 2e eeuw tot heden hebben tal van kerkvaders en wetenschappers trachten te achterhalen wie de auteur kan zijn geweest van dit evangelie en de andere werken die aan de apostel Johannes werden toegeschreven, het zogeheten Johanneïsch vraagstuk. Irenaeus, bisschop van Lyon vanaf het jaar 177, schrijft dat Johannes het boek op hoge leeftijd te Efeze heeft (uit)gegeven. Irenaeus noemt als bron Polycarpus van Smyrna die rond 155 op 85-jarige leeftijd stierf en zelf Johannes nog gekend had. De Canon Muratori gaat er in het jaar 170 van uit dat Johannes de apostel het evangelie door anderen liet schrijven en autoriseerde.

Onderzoek in de tweede helft van de twintigste eeuw heeft aangetoond dat de theorie dat het Evangelie volgens Johannes door een enkel persoon zou zijn geschreven niet houdbaar is. Waarschijnlijk is het - net als de synoptische evangeliën - ontstaan door het samenvoegen van perikopen en een redactioneel proces. De wetenschappelijke consensus is dat de auteur van de uiteindelijke redactionele versie van het Evangelie volgens Johannes waarschijnlijk deel uitmaakte van een - geconstrueerde of echte - groep die bekend staat als de "Johanneïsche gemeente" of "Johanneïsche gemeenschap", of ook wel "Johanneïsche school" of "Johanneïsche kring" wordt genoemd.

Datering

Omdat van de traditionele auteur, de apostel Johannes, al in de tijd van Papias werd aangenomen dat hij tegen het eind van zijn leven in Efeze woonde (een belangrijk centrum van het christelijk geloof na de val van Jeruzalem in 70 n. Chr.), nam men veelal aan dat het evangelie in die stad geschreven werd.

Het Johannesevangelie wordt vrij laat gedateerd. F.C. Baur suggereerde het jaartal 160. In 1934 publiceerde C.H. Roberts een stukje papyrus (P52 = Papyrus Ryl. Gr. 457) dat enkele verzen uit hoofdstuk 18 van het Evangelie volgens Johannes bevat. Hij dateerde op grond van het lettertype, dat erg lijkt op de regeringsstukken van Hadrianus (keizer van 117-138), als uit de eerste helft van de tweede eeuw. Hoewel sommige experts in de paleografie bezwaar maakten en meenden dat het manuscript niet zo nauwkeurig kan worden gedateerd, wordt algemeen erkend dat dit de oudste tekst is met een deel van het Nieuwe Testament.

De Bodmer II papyrus bevat de eerste 14 hoofdstukken van dit evangelie, en dateert van rond 200. Daarnaast zijn er vele papyri en grote codices als getuigen van de tekst.

Hoewel er diverse speculaties zijn over het tijdstip van ontstaan, wordt er dikwijls van uitgegaan dat het Evangelie volgens Johannes rond 90-110 zijn vorm heeft gekregen. Dit is waarschijnlijk later dan de andere drie evangeliën. Mogelijk heeft de schrijver kennis gehad van de geschriften van Matteüs, Marcus en Lucas en veronderstelt hij de inhoud van deze Evangeliën ook bekend bij zijn lezers, maar ook hierover kan enkel gespeculeerd worden.

Kenmerken

Het boek is voornamelijk aan niet-Joodse christenen gericht. Dat is onder andere te merken aan de vele parenthesen (uitleggingen direct na een bepaald woord, zie bijvoorbeeld 1:39, 1:42, 1:43 en 9:7). Een typisch stijlkenmerk van het Evangelie volgens Johannes is het gebruik van ironie, zoals wanneer het volk de keuze krijgt tussen Barabbas en Jezus (de eerste naam betekent letterlijk Zoon van Vader, de andere is volgens christenen de Zoon van God).

In het Johannesevangelie komt een aantal "Ik ben"-uitspraken van Jezus voor. Bijvoorbeeld: "ik ben het brood", "ik ben het licht der wereld", "ik ben de deur" en "ik ben de goede herder". Een aantal maal bevatten deze uitspraken geen predicaat en zegt Jezus simpelweg: "Ik ben". Dit is een verwijzing naar de manier waarop in het Oude Testament soms over God gesproken wordt, een verwijzing die door de toehoorders herkend wordt en soms tot grote verontwaardiging leidt (8:58,59).

Het Johannesevangelie is naar binnen gericht. Het bevat geen verwijzing naar de wereldse geschiedenis of aandacht voor maatschappelijke kwesties, zoals we die vinden bij met name Lucas. Het gebod van Matteüs om je vijanden lief te hebben is bij Johannes vervangen door het gebod elkaar lief te hebben (13:34, 15:12). Het evangelie benadrukt hoe Jezus en zijn boodschap zowel door "de Joden" als door de wereld verworpen wordt en dat wie Jezus volgt uit de synagoge gezet zal worden (9:22) en gehaat zal worden door de wereld (15:18-27).

Jezus wordt in het Johannesevangelie vaak verkeerd begrepen wanneer hij metaforen en beeldspraak gebruikt. Als hij met Nikodemus over de wedergeboorte spreekt, denkt Nikodemus dat hij dit letterlijk bedoelt (3:3-5). Als hij de Samaritaanse vrouw vertelt dat hij haar "levend water" kan geven, vraagt zij zich af hoe Jezus dat zou kunnen terwijl hij niet eens een emmer heeft (4:10-12). Het omgekeerde gebeurt ook: als Lazarus gestorven is zegt Jezus tegen Lazarus' zuster Marta: "Je broer zal uit de dood opstaan". Marta reageert daarop door te zeggen dat haar broer inderdaad zal opstaan, namelijk bij de opstanding op de jongste dag (11:24), terwijl Jezus het directer bedoelde (11:43,44).

In het evangelie van Johannes komt evenals in het evangelie met Matteüs de confrontatie met de Joodse leiders naar voren. Waar de andere evangeliën, ook dat van Matteüs, hun kritiek meestal beperken tot de Judeese religieuze leiders (farizeeën, schriftgeleerden, priesters, enzovoort), heeft Johannes het regelmatig over "de Judeërs" (bijvoorbeeld 5:16, 7:1, 20:19), en vrijwel altijd wordt deze aanduiding in negatieve zin gebezigd.

Het Johannesevangelie en de synoptische evangeliën

De evangeliën van Marcus, Matteüs en Lucas worden de synoptische evangeliën genoemd. Deze drie evangeliën hebben een groot aantal passages gemeen en vaak zijn die passages zelfs woordelijk hetzelfde. Het is daarom waarschijnlijk dat deze drie boeken in relatie tot elkaar staan: ze zijn gedeeltelijk op elkaar gebaseerd of de auteurs hebben gebruikgemaakt van hetzelfde bronnenmateriaal. De vraag naar de relatie tussen de drie synoptische evangeliën wordt het synoptische vraagstuk genoemd.

Er bestaan aanzienlijke verschillen tussen het Johannesevangelie en de synoptische evangeliën. Er zijn echter ook overeenkomsten en op enkele plaatsen bevat het Johannesevangelie passages die ook in een of meer van de synoptische evangeliën voorkomen. De vraag of het Johannesevangelie helemaal los van de andere drie evangeliën gezien moet worden of dat de auteur toch een of meer van de andere evangeliën kende, of misschien gebruikgemaakt heeft van dezelfde bronnen als de auteurs van de andere evangeliën, is nog steeds onderwerp van onderzoek en debat.

Tot in de twintigste eeuw werd vaak aangenomen dat de auteur van het Johannesevangelie in ieder geval het evangelie van Marcus kende, en misschien ook de andere twee. Sinds de tweede helft van de twintigste eeuw neemt men veelal aan dat de auteur van het Johannesevangelie geen van de synoptische evangeliën kende, maar wel gebruik heeft gemaakt van tradities en overleveringen die ook bij de synoptici bekend waren; dit zou dan de overeenkomsten verklaren.

Overeenkomsten

Net als de andere drie evangeliën in het Nieuwe Testament is het Johannesevangelie een soort biografie van Jezus. De nadruk ligt op zijn handelingen en uitspraken, en op zijn lijden en sterven. Net als de andere evangeliën is het geschreven in het Koinè-Grieks en wordt er geen auteur vermeld. Het laatste hoofdstuk van het Johannesevangelie is, net als het laatste hoofdstuk van het Marcusevangelie (Marcus 16), vrijwel zeker een latere toevoeging.

Het Johannesevangelie bevat een tiental passages die in dezelfde volgorde staan als de overeenkomstige passages in het Marcusevangelie. Verder zijn er verschillende korte passages waarin er een sterke gelijkenis bestaat tussen de woordkeuze en formulering in het Johannesevangelie en dat van Marcus (bijvoorbeeld Joh. 1:26-34 en Marcus 1:7-11).

Verschillen

  • Bij Matteüs, Marcus en Lucas is het optreden van Jezus geografisch in twee delen verdeeld. Het eerste deel vindt plaats in Galilea, het tweede deel in Jeruzalem. Het moment dat Jezus zijn optreden van Galilea naar Jeruzalem verplaatst vormt een keerpunt, en de reis van Galilea naar Jeruzalem heeft (vooral bij Lucas, die hier zo'n tien hoofdstukken aan besteedt) een symbolisch belang. Deze geografische indeling vinden we niet bij Johannes terug. Bij Johannes speelt het optreden van Jezus (dat hier ook langer duurt dan bij de andere evangeliën, namelijk twee of drie jaar) zich wisselend in Galilea en Jeruzalem af.
  • Veel woorden en uitdrukkingen die in de andere evangeliën vaak voorkomen ontbreken bij Johannes. Andersom gebruikt Johannes een aantal uitdrukkingen die in de andere evangeliën niet of nauwelijks voorkomen. In het algemeen is het vocabulaire bij Johannes beperkt: hij gebruikt zo'n 1.000 verschillende woorden (Marcus zo'n 1.350, Lucas 2.000).
  • Het Johannesevangelie bevat geen echte gelijkenissen zoals die bij de synoptici te vinden zijn en ook geen verhalen over bezetenheid of het uitdrijven van geesten. Het aantal wonderen dat Jezus bij Johannes doet is beperkt (zeven stuks, inclusief die in hoofdstuk 21), maar ze zijn wel opvallender (spectaculairder) dan de wonderen uit de andere evangeliën.
  • Het Laatste Avondmaal beslaat bij Johannes vijf hoofdstukken (13 t/m 17). Toch wordt hier nergens melding gemaakt van de instelling van het bijbehorende sacrament zoals dat bij de andere evangeliën te vinden is.
  • Bij Johannes spreekt Jezus vaak over wie hij is, iets wat bij de synoptici nauwelijks gebeurt. Het bevat een aantal "Ik ben"-uitspraken van Jezus en het is ook het enige canonieke evangelie waarin Jezus zichzelf als gelijk of gelijkwaardig aan God voorstelt. De geheimzinnigheid die bij de synoptische evangeliën rond Jezus' identiteit hangt (vooral bij Marcus, waar sprake is van wat het "Messiaans geheim" wordt genoemd) ontbreekt bij Johannes volledig.
  • Een aantal markante passages uit de synoptische evangeliën ontbreekt bij Johannes. Voorbeelden zijn: verhalen over de geboorte van Jezus, de verzoeking in de woestijn, de transfiguratie en de instelling van het Avondmaal. En omgekeerd bevat het Johannesevangelie een aantal passages die in de andere evangeliën ontbreken, waaronder het verhaal over Jezus die water in wijn verandert op een bruiloft (2:1-11) en dat over de opwekking van Lazarus.
  • Johannes de Doper wordt in het evangelie enkel Johannes genoemd. Waar de synoptische evangeliën suggereren dat Johannes de Doper optrad voor Jezus' optreden, vermeldt het Johannesevangelie expliciet dat er een overlapping was tussen de optredens van Jezus en Johannes. De eerste twee leerlingen die Jezus volgen, doen dit in het Johannesevangelie niet omdat ze door Jezus geroepen worden, maar op instigatie van Johannes de Doper (1:35-37). Matteüs en Marcus vermelden dat Jezus gedoopt wordt door Johannes de Doper en Lucas vermeldt dit niet expliciet, maar suggereert dit wel. In het Johannesevangelie is er echter geen sprake van dat Jezus gedoopt wordt, en de "neerdaling van de geest" die bij de synoptici na de doop plaatsvindt, wordt vermeld als een gebeurtenis waarvan Johannes de Doper getuige is geweest (1:33-34).

Totstandkoming

Het boek bevat een aantal vreemde overgangen en andere eigenaardigheden.

  • Zo lezen we in vers 14:31 dat Jezus zegt: "Kom, laten we hier weggaan", waarna de tekst gewoon doorgaat met de toespraak van Jezus. Pas in 18:1 wordt er daadwerkelijk weggegaan.
  • In 7:1 staat: "Daarna trok Jezus door Galilea; in Judea wilde hij niet komen". Deze opmerking staat, enigszins vreemd, midden tussen twee passages die zich in Galilea afspelen. Bij de genezing van de zoon van de hoveling in Kana wordt gemeld dat dit Jezus' tweede wonderteken was (4:54). Daarvoor, in vers 2:23, wordt echter gesproken over meerdere wondertekens die Jezus al gedaan zou hebben.
  • In vers 3:22 staat dat Jezus en de leerlingen naar Judea gaan. Maar de passage daarvoor is het gesprek van Jezus met Nikodemus, dat zich al afspeelt in Judea.
  • Tijdens het samenzijn van Jezus met de discipelen voor zijn gevangenneming vraagt Petrus op een gegeven moment waar Jezus heen zal gaan (13:36, zie ook 14:5). Later die avond zegt Jezus dat niemand aan hem vraagt waar hij naartoe gaat (16:5).

Er zijn verschillende hypothesen opgesteld om dit soort eigenaardigheden in het Johannesevangelie te verklaren. Onder anderen Rudolf Bultmann suggereerde dat de auteur gebruikmaakte van enkele bronnen. Een van die bronnen zou een verzameling van verhalen zijn over wonderen die Jezus gedaan had, en een andere bron zou een aantal toespraken van Jezus bevatten. De auteur zou het materiaal uit deze twee bronnen (en andere bronnen) samengevoegd hebben tot een evangelie. Andere hypothesen die wel geopperd zijn is dat de eigenaardigheden het gevolg zijn van latere aanvullingen op het evangelie (in ieder geval twee van dat soort latere toevoegingen zijn bekend, zie verderop), of dat auteur gedurende lange tijd bezig is geweest met het schrijven van het evangelie.

Inhoud

Het evangelie begint met een proloog (1:1-18) waarin een aantal thema's uit het evangelie al genoemd worden. Mogelijk is deze passage gebaseerd op een lied of een gedicht: vooral de verzen 1 t/m 5 bevatten een duidelijk parallellisme waarbij het tweede deel van iedere uitspraak terugkomt in het eerste deel van de daarop volgende uitspraak.

Na de proloog begint in 1:19 het verhalende deel van het evangelie. Dit verhalende deel bestaat uit twee delen. Het eerste deel (hoofdstuk 2 t/m 12) bevat het verhaal van Jezus' openbare optreden, beginnend met het wonder op de bruiloft in Kana. Dit deel, dat zich afspeelt over een periode van twee of drie jaar, bevat een aantal wonderverhalen, toespraken en 'dialogen' (echte dialogen zijn het niet: het zijn eerder monologen die in de context van een gesprek tussen Jezus en iemand anders geplaatst zijn, bijvoorbeeld 3:1-21). Er zijn in dit deel zes wonderen van Jezus beschreven en de zes 'dialogen' die in dit deel staan sluiten elk bij een van deze wonderen aan. Het eindigt met een soort samenvatting (12:44-50) die lijkt op het begin van het evangelie en waarin dezelfde thema's terugkomen.

Het tweede deel (hoofdstuk 13 t/m 21) laat het samenzijn van Jezus met zijn directe volgelingen (hoofdstuk 13 t/m 17) zien. Het bevat ook een verslag van zijn lijden en sterven, en van zijn verschijningen aan de discipelen nadat hij opgewekt is uit de dood (hoofdstuk 18 t/m 21). Hoofdstuk 17 bevat het hogepriesterlijke gebed. In tegenstelling tot het eerste deel speelt dit deel zich grotendeels af in een korte periode, namelijk een dag.

Thema: geloof en ongeloof

De schrijver zegt zelf wat zijn bedoeling is: "Jezus heeft nog veel meer wondertekenen voor zijn leerlingen gedaan, die niet in dit boek staan, maar deze zijn opgeschreven opdat u gelooft dat Jezus de messias is, de Zoon van God, en opdat u door te geloven leeft door zijn naam" (20:30,31). De zeven beschreven wonderen worden in dit boek teken genoemd, ze hebben iets te betekenen. Ook zijn er zeven symbolen, waarmee Jezus zichzelf vergelijkt. Het conflict tussen geloof en ongeloof is voortdurend onderwerp van de gesprekken tussen Jezus en de omstanders. Door het hele boek zegt Jezus nadrukkelijk Ik ben. Dit wordt vaak uitgelegd als een verwijzing naar de Godsnaam, die immers ook Ik ben betekent.

Latere toevoegingen

Het verhaal van Jezus en de overspelige vrouw

Het verhaal van Jezus en de op overspel betrapte vrouw (Johannes 7:53-8:11) is volgens veel moderne exegeten en tekstcritici een latere toevoeging. Sommige handschriften (familie 13) hebben deze tekst tussen Lucas 21 en 22, andere aan het eind van het Johannesevangelie (familie 1) en in de oudst bekende handschriften, die getuigen van de (pre) Alexandrijnse tekst, Papyrus 66, Papyrus 75, de Codex Sinaiticus en de Codex Vaticanus, ontbreekt het. Mogelijk is het verhaal aanvankelijk los van de ons bekende Evangeliën overgeleverd.

Hoofdstuk 21

Ook het laatste hoofdstuk van het evangelie, Johannes 21, is mogelijk een latere toevoeging. Het extra hoofdstuk vermeldt nog een verschijning van Jezus, hoewel aan het eind van hoofdstuk 20 al geïmpliceerd wordt dat er geen verdere verschijningen meer zullen volgen (20:29: "Gelukkig zijn zij die niet zien en toch geloven"). Daarnaast speelt hoofdstuk 21 zich plotseling in Galilea af, terwijl hoofdstuk 20 zich nog in Jeruzalem afspeelt. Ook de stijl en het vocabulaire van hoofdstuk 21 lijken af te wijken van de rest van het evangelie.

Hier tegen in te brengen is dat er geen manuscript van het evangelie van Johannes bekend is waarbij hoofdstuk 21 ontbreekt.

Johannespassie

Er zijn vele Johannespassies gecomponeerd naar dit evangelie, waarvan het oratorium van Johann Sebastian Bach, de Johannes-Passion (BWV 245), de grootste bekendheid geniet.

Externe links

  • Het evangelie volgens Johannes in de Nieuwe Bijbelvertaling
  • Het evangelie volgens Johannes in de Bijbel in Gewone Taal
  • Het evangelie volgens Johannes in de Willibrordvertaling (RKKerk)
  • Johannes' evangelie in de Statenvertaling

Text submitted to CC-BY-SA license. Source: Evangelie volgens Johannes by Wikipedia (Historical)






Text submitted to CC-BY-SA license. Source: by Wikipedia (Historical)


Sportfondsenbad


Sportfondsenbad


Een Sportfondsenbad is een zwembad waarvan de bouw door een aandelenfonds is gefinancierd. De fondsen werden gevuld door het uitgeven van aandelen volgens een spaarsysteem. Zo werd de oprichting van een eigen overdekt zwembad mogelijk gemaakt.

Spaarfondsen

Bad- en zwemgelegenheden waren vanaf eind negentiende eeuw in opkomst, mede door het toenemende besef dat een goede persoonlijke hygiëne beter was voor de gezondheid. Amsterdam kreeg in 1896 zijn eerste overdekte bad, het Heiligewegbad. In 1920 namen J.A.C. Bierenbroodspot en Eddie van Es van de Amsterdamsche zwemclub Het Y initiatieven voor het oprichten van een eigen overdekt zwembad. De reden lag in een conflict met de uitbater van het Zuiderbad over de tijden waarop het bad gebruikt kon worden voor waterpolowedstrijden. Een aanvraag voor een nieuw zwembad bij de gemeente en het uitgeven van aandelen mislukte. Op 14 juni 1923 werden spaarders geworven voor een fonds, de zogeheten spaarkassen, de N.V. "De Sport-Fondsen". Belangstellenden konden daar hun spaargeld parkeren. Bierenbroodspot werd de directeur van de NV. Doelstelling was het plaatsen van 1000 spaaraandelen van elk Fl 360,-. Binnen een halfjaar waren er honderden aandelen geplaatst bij Y-leden en buurtbewoners. Het betekende dat gespaard kon worden voor een aandeel. Toen er genoeg gespaard was werd aan de overheid worden gevraagd om een garantie af te geven bij een bank. In 1927 was f 100.000 gespaard, waarna de Gemeente Amsterdam bereid werd gevonden tot het geven van een garantie op een lening van f 260.000 bij de Rijksverzekeringsbank. Deze bank was de grootste uitvoerder op het gebied van sociale zekerheid. Naast de garantie stelde de gemeente ook het terrein beschikbaar. Het eerste Sportfondsenbad werd gehuisvest in het stookhuis van de Oostergasfabriek in Amsterdam-Oost en bestaat nog steeds. De stichtingskosten bedroegen fl. 539.000,-.

Andere steden

Ook in andere steden werden Spaarkassen opgericht. De spaaraandeelhouders stortten daarvoor ieder jaar een bedrag. Deze gelden werden belegd in de N.V. "de Vereenigde Sportfondsen-Baden". Een bescheiden renteuitkering en reductie op de entree en speciale zwemuren voor spaarders waren de tegenprestatie. Na een vastgesteld aantal jaren werd de inhoud van de spaarkas verdeeld onder de deelnemers. In 1962 werd een 3,5% obligatielening van 3 miljoen gulden uitgegeven. Daarmee waren mensen met hun resterende spaaraandelen verzekerd van een redelijke rentevergoeding.

Na de sportfondsenbaden in Amsterdam-Oost en Rotterdam Noord (in deze steden zouden meerdere zwembaden komen) volgden in 1933 Arnhem en Zwolle en vervolgens Breda (1934), Schiedam (1934) en Maastricht (1934), Apeldoorn (1935), Eindhoven (1935), Haarlem (1935), Heerlen (1935), Venlo (1935), Delft (1936), Amersfoort (1937), Nijmegen (1937), Dordrecht (1938), Zaanland (1940), Wassenaar (1956), Wageningen (1957), Beverwijk (1965) en Bussum (1969). Toch leidden niet alle spaarkassen tot de bouw van een zwembad. Een bekende architect van sportfondsenbaden was Wolter Bakker.

Sportfondsen Nederland

Het tijdperk van de spaarders was na de oorlog bijna geheel voorbij, doordat er andere vormen van kapitaalverschaffing werden gebruikt. Sportfondsen Nederland N.V. exploiteert sinds de zestiger jaren honderden uiteenlopende accommodaties in Nederland. Het fonds houdt zich bezig met uiteenlopende sport-, recreatie-, en welzijnsvoorzieningen. Naast sportaccommodaties en multifunctionele centra richt zij zich op exploitatie, advisering en opleiding.


Text submitted to CC-BY-SA license. Source: Sportfondsenbad by Wikipedia (Historical)






Text submitted to CC-BY-SA license. Source: by Wikipedia (Historical)






Text submitted to CC-BY-SA license. Source: by Wikipedia (Historical)


Vier Meesters van Anhui


Vier Meesters van Anhui


De Vier Meesters van Anhui of Vier Meesters van Xin'an is een canon van vier Chinese landschapsschilders die in de vroege Qing-periode in de provincie Anhui leefden. Zij werkten relatief afgelegen van andere Chinese kunstschilders en ontwikkelden zo afwijkende schildertechnieken. Hun landschapsstijl staat bekend als de Anhui-school, Xin'an-school, Haiyang Sijia of Huangshan-school.

De algemeen geaccepteerde samenstelling van de canon bestaat uit Hong Ren (1610–1664), Zha Shibiao (1615–1698) en de minder bekende kunstenaars Sun Yi (fl. 1630-1650) en Wang Zhirui (?–1657). In een alternatieve samenstelling zijn de laatste twee vervangen door twee andere vertegenwoordigers van de Anhui-school: Xiao Yuncong (1596–1673) en Mei Qing (ca. 1623–1697).

De shan shui-landschappen van de Anhui-school vertonen de eigenaardige landschapskenmerken van de provincie, zoals de typische bergtoppen van de bergketen Huangshan. De stijl is tegelijk vrij en terughoudend en tonen veel overeenkomsten met de spaarzame landschappen in droge penseelstreken van Ni Zan (1301–1374), een van de Vier Meesters van de Yuan-dynastie.


Text submitted to CC-BY-SA license. Source: Vier Meesters van Anhui by Wikipedia (Historical)


Joost van den Vondel


Joost van den Vondel


Joost van den Vondel (Keulen, 17 november 1587 – Amsterdam, 5 februari 1679) was een Nederlands dichter en toneelschrijver, die algemeen gezien wordt als de grootste schrijver en dichter uit de Nederlandse taal. Hij werd geboren in Keulen en woonde het grootste deel van zijn leven in Amsterdam. Vondels oeuvre bestaat onder meer uit 33 oorspronkelijke en vertaalde treurspelen, uit leer-, lof- en hekeldichten, en uit vertalingen van klassieke schrijvers. Het Amsterdamse Vondelpark werd naar hem genoemd na de onthulling in 1867 van het Vondelmonument. Zijn bijnamen zijn 'de Keulse zwaan' en 'de prins der dichters'.

Vondel groeide tot zijn zevende in Keulen op in een doopsgezind gezin afkomstig uit Antwerpen, dat daarna via Utrecht in de Amsterdamse Warmoesstraat terechtkwam toen hij negen was. Zijn kennis verwierf Vondel door zelfstudie en vanaf omstreeks 1620 ook door zijn omgang met geleerden als Vossius, Barlaeus en anderen uit de kring rond P.C. Hooft. Geschokt door de terechtstelling van Oldenbarnevelt begon hij vanaf 1625 hekeldichten tegen de contraremonstranten te publiceren, maar werd in het volgende decennium milder door de invloed van Hugo de Groot en door het overlijden van zijn echtgenote, zijn moeder en diverse kinderen. Een geloofscrisis, ontsproten uit Vondels behoefte aan een leerstellig gezag dat de doopsgezinden ontbeerden, werd in of kort na 1641 afgerond met zijn overgang tot de Rooms-Katholieke Kerk, waarna hij niet langer welkom was bij P.C. Hooft op het Muiderslot. Gedurende deze periode ontwikkelde hij zich sterk als tragedieschrijver. Hij raakte in conflict met zijn zoon Joost jr., met als gevolg het einde van zijn zaak, zodat hij in 1658 een betrekking bij de Bank van Lening moest accepteren. In het buitenland vond zijn zoon de dood, welk leed Vondel verwerkte met een nieuwe fase van scheppingsdrang. Vriendschap van een jongere generatie monterde zijn laatste jaren op.

Vondels belangrijkste werken beslaan diverse genres. Zijn bekendste gelegenheidsgedichten zijn Lof der zeevaert uit 1623, de Geboortklock van Willem van Nassau uit 1626 en de Inwydinge van 't stadhuis t' Amsterdam uit 1655; de belangrijkste treurspelen zijn Gijsbrecht van Aemstel uit 1637, Lucifer uit 1654, Jeptha uit 1659 en Adam in ballingschap uit 1664; de voornaamste leerdichten dateren van na zijn geloofscrisis uit omstreeks 1640 en betreffen onder meer Altaergeheimenissen uit 1645, over de eucharistie, de theodicee Bespiegelingen van Godt en Godtsdienst uit 1662 en De Heerlyckheit der Kercke uit 1663, over aard en historie van de Kerk; de bekendste van zijn hekeldichten dateren uit 1630: Roskam tegen corrupte regenten en Harpoen tegen de opvatting van calvinisten dat hun gezag ook buiten het terrein van de kerk zou gelden. In de jaren 1630 mislukte zijn epos Constantinade, maar zijn geestelijk epos Joannes de Boetgezant uit 1662 over Johannes de Doper kende tot in de achttiende eeuw navolging. Behalve de Psalmen vertaalde Vondel Sophocles, Horatius, Vergilius, en Ovidius, de laatste zowel in proza als op rijm. Ten slotte schreef hij vele kortere gedichten, waaronder sonnetten en epigrammen; onder meer 'Kinder-lyck' over het overlijden van zijn zoontje Constantijn is beroemd geworden. Ondanks deze omvang en variatie zijn letterkundigen het er al sinds de negentiende eeuw over eens dat Lucifer het hoogtepunt van dit oeuvre is.

Levensloop

Jeugd

Joost van den Vondel werd op 17 november 1587 in Keulen geboren in het 'Haus zur Viole' aan de Grosse Witschgasse als de oudste van zeven kinderen van Joost van den Vondel en Sara Craen. Zijn grootvader van moederszijde, de Antwerpenaar Peter Kranen, stond als dichter in achting onder de Brabantse dichters. Hooft placht tegen Vondel te zeggen: 'dat gy een Rymer zyt, hebt gy van uwen grootvader Kranen.'

Vondels doopsgezinde ouders waren in 1582 de stad Antwerpen ontvlucht. Waarschijnlijk leverde hun godsdienstige overtuiging ook in Keulen problemen op, want het gezin vertrok in 1595 naar Utrecht, waar Vondel naar school ging.

In maart 1597 vestigden zij zich in de Warmoesstraat 39 te Amsterdam, waar Vondel sr. koopman een winkel in zijde, voornamelijk kousen, bestierde, de Rechtvaerdige Trou genaamd. De naar Amsterdam uitgeweken Brabanders leefden vooral in en om de Warmoesstraat als een clan tussen de Hollanders.

In 1606 werd Vondel als doopsgezinde gedoopt.

In 1608 overleed Vondels vader, waarna zijn moeder Sara de kousenzaak 'De Reghtvaerdige Trou' alleen voortzette. Vondel werd deelgenoot van de kousenzaak bij zijn huwelijk in 1610 met Mayke de Wolff (Keulen, 1586 – Amsterdam, 15 februari 1635), de zus van Vondels zwager, en nam dus de kousenhandel van zijn moeder over. In 1612 werd hun zoon Joost geboren. In 1613 droeg Sara de zaak aan haar zoon over en zelf ging ze in 1615 inwonen bij haar dochter Clementia, die net weduwe was geworden. Waarschijnlijk werd ze toen ook deelgenote in de zijdehandel van haar dochter, 'De vergulde wolf'. Deze handelwijze doet Vondelbiograaf J. Melles vermoeden dat Sara haar zaak wellicht aan Vondel had overgedaan, omdat de twee niet met elkaar konden opschieten; Vondelkenner W.A.P. Smit suggereert dat het ook kan liggen aan de verhouding tussen Sara en haar schoondochter.

Rond 1620 werd dochter Anna geboren en daarna Sara. In mei 1618 begroef Vondel bovendien een kind over wie verder geen gegevens voorhanden zijn. Vondel heeft mogelijk nog meer kinderen gehad, maar hierover is niets bekend. Vondel trad in deze periode toe tot een meer rekkelijke Doopsgezinde richting, de 'Waterlanders', waar hij van 1616 tot 1620 diaken was. Hij schreef in deze periode een aantal kerkliederen en stichtelijke liederen.

Vondel werd lid van de Brabantse rederijkerskamer "Het Wit Lavendel". Het Frans beheerste hij al. In 1613 begon hij ook Latijn te leren, om Seneca te kunnen lezen. Omstreeks 1619 vond hij aansluiting bij de geleerden Burgh, Heinsius en Van der Mijle, met wie hij de klassieken bestudeerde.

In de jaren rond 1620 moet hij aan een depressie hebben geleden, getuige het Gebedt over mijn geduerige quynende Sieckte uit 1621, een van zijn schaarse autobiografische werken. Deze aandoening noopte hem te stoppen als diaken van de doopsgezinden.

Na het optrekken van de depressie begon een nieuwe fase, gemarkeerd door het lofdicht Lof der Zeevaert uit 1623. Ook bewoog hij zich in een nieuw milieu, dat van de libertijns-humanistische kring rondom Hooft. Politieke interesse en humanistisch gedachtegoed ging de boventoon voeren over de eerdere vroomheid van menistische aard.

Vondels staatkundige opvattingen kwamen in 1625 krachtig tot uiting, toen hij zijn treurspel Palamedes oft vermoorde onnooselheit uitgaf, waarmee Vondel onder de dunne vermomming van een Griekse fabel het lot van Oldenbarnevelt aanklaagt: de contraremonstranten verdrukken de godsdienst en Maurits het recht. Vondels staatkundige opvattingen komen erop neer dat hij zich keert tegen elke vorm van dwingelandij; zijn eigen ideaal is 'een zo passief mogelijk gezag in Oldenbarnevelts geest', dat wil zeggen een gezag dat zich niet alleen maar passief opstelde inzake de burgerlijke vrijheid, vooral op godsdienstig terrein, maar het zelfs als haar taak beschouwde die vrijheid tegen aanranders te beschermen.

Vondel moest Amsterdam vanwege de negatieve reacties op het stuk ontvluchten. Hij verbleef enige tijd in Beverwijk, maar moest toch vanwege het werk terechtstaan voor de schepenbank. De regering in Amsterdam wilde hem niet voor het Hof van Holland leiden. De voor die tijd forse boete van 300 gulden is mogelijk door schepen Albert Coenraads Burgh betaald, die Vondel het idee van zijn toneelstuk aan de hand had gedaan. Na de voltooiing van dit drama zou Vondel opnieuw aan zwaarmoedigheid ten prooi zijn gevallen, in de woorden van Brandt 'een bange droefheit zonder reden, en mijmering die hem tot alles onbequaam maakte'. Opnieuw duurde de inzinking niet lang: tussen 1625 en 1632 leverde Vondel alleen al zo'n dertig hekeldichten af.

Vondels religieuze overtuiging uit deze periode kwam naar voren in het hekeldicht Harpoen uit 1630: eerlijkheid en menselijkheid waren nu voor Vondel het eerste criterium van godsdienstigheid en niet langer bestreed hij tegenstanders op bovennatuurlijke gronden, maar uit naam van de humaniteit.

In de persoonlijke sfeer volgden hierna voor Vondel een aantal zeer zware jaren. In 1628 overleed zijn broer Willem, in 1630 ook zijn zus Sara.

Dood van kinderen en echtgenote (jaren 1630)

In 1632 of 1633 overleed Vondels pasgeboren zoontje Constantijn. In 1633 overleed ook zijn dochter Sarah, slechts acht jaar oud. In totaal zijn drie van Vondels in totaal vijf (bekende) kinderen jong overleden. Voor zijn jong gestorven kinderen schreef hij de klaagzangen 'Kinder-lyck' (1632) en 'Uitvaert van mijn Dochterken' (1633). De dood van zijn vrouw begin 1635 was voor Vondel een volgende zware slag. In mei 1637 overleed ten slotte zijn moeder.

Het is onduidelijk van welke aard de spanningen tussen Vondel en zijn moeder waren, maar dat die er inderdaad waren staat volgens Smit buiten kijf. Vondel zocht tijdens de Palamedes-affaire zijn toevlucht bij haar en zijn zus, maar kon het er niet uithouden. Ook lijkt de testamentaire beschikking van Sara inderdaad tegen haar zoon gericht, omdat zij daarin diens boekhouding wraakt. Het is onduidelijk wat de reden van de verwijdering was: Smit suggereert dat de geloofstegenstelling tussen moeder en zoon een rol kan hebben gespeeld, alsmede de verhouding met haar schoondochter.

Rond 1636 stond het er met de financiën van de winkel in de Warmoesstraat niet goed voor en Vondels zuster Clementia, die het beter verging, hielp enkele malen om de liquiditeit van de zaak te herstellen. Van 1635 tot 1653 was Vondel ingeschreven bij de Amsterdamse wisselbank; de bewaard gebleven stukken leiden Melles tot de conclusie dat Vondel na het overlijden van zijn vrouw zijn geluk op de beurs heeft beproefd, met ongunstige resultaten.

Overgang naar het katholicisme (1635-1641)

Vondel was opgevoed in de doopsgezinde leer der Vlamingen, strikt wereldmijdende menisten die ook de toneelkunst afwezen. Het contact met humanistische vrienden zette bij Vondel, aldus Knuvelder, rond 1630 een ontwikkeling in vrijzinnige, zelfs libertijnse richting in gang. Vondel zag hoe het doopsgezinde uitgangspunt dat de Bijbel zonder enige verklaring in formulieren of leerregels voldoende zou zijn, aanleiding gaf tot twisten en hij erkende dat God naast de Schrift ook een leergezag gegeven moet hebben. Deze erkenning dateert Knuvelder na 1635, wanneer Vondels vrouw is overleden, de invloed van Hugo de Groot zich laat gelden en de Gysbreght tot stand komt, waarin katholieke elementen aan te wijzen zijn.

Vondels scherpe geest, aldus Smit, doorzag de 'lacunes en inconsequenties' van de doopsgezinde lekentheologie, maar trof in de katholieke leer 'alle vastheid en logica (...) die hij bij zijn geloofsgenoten pijnlijk moet hebben gemist.'

Volgens Smit overdrijven katholieke onderzoekers de aard van Vondels overstap wanneer zij die voorstellen als een breuk met zijn oude geloofsrichting, die hem pas in staat stelde om literaire meesterwerken te scheppen. Daarentegen meent Smit dat de doopsgezinde overtuiging levenslang de kern van Vondels geloofshouding bleef vormen en is veel van wat bij hem voor Rooms wordt aangezien in de grond 'zuiver Dopers.' Zelfs stelt Smit dat Vondel 'Rooms werd, omdat hij in de Katholieke kerk (...) de zuiverste vervulling zag van zijn Mennisten-ideaal', waarmee zijn bekering voor zijn literaire arbeid slechts als 'een bijkomstigheid' moet worden beschouwd. De Waterlandse grondbeginselen bleven voor hem 'onaangetaste waarheden':

Hij bleef een voorstander van de zedelijke vrijheid en dus een vijand der predestinatie; hij bleef de nederigheid der Imitatio als de grootste christendeugd zien en de hoogmoed als haar duivels tegenbeeld.

De volstrekte vrijheid op Bijbelse grondslag leidt bij Vondel tot de doperse tragiek om te bezwijken voor de drang naar gezag, al blijft hij Waterlands afkerig van mijding en inquisitiemethoden. Smit geeft drie redenen voor Vondels verwijdering van de gemeente: de invloed van het socinianisme onder de Waterlanders, Vondels omgang met Hugo de Groot en met allerlei slag – zowel leken als geestelijken – Amsterdamse Roomsen.

Zo zien we Vondel vóór zijn overgang: in wezen zuiver Doopsgezind, maar om bijkomende redenen van de gemeente vervreemd; afwijzend tegenover de staatskerk; vol afschuw voor de doorwerking van het Socianisme; geestdriftig over Grotius' denkbeeld van kerkelijke vrede; vol bewondering voor de theologie der Roomsen, ook al kan hij die voorlopig niet in haar geheel aanvaarden. De transsubstantiatieleer is daarbij het grote punt.

Traditioneel wordt het jaar 1641 aangehouden als het jaar van Vondels bekering naar het rooms-katholieke geloof, al is dit niet geheel zeker: Molkenboer houdt het op 1639, maar de meeste latere onderzoekers zijn niet overtuigd en achten met Smit het jaar 1641 of 1642 waarschijnlijker. Omdat de bekering voor Smit geen keerpunt is, acht hij de precieze datum dan ook bijzaak.

Zo wordt Vondel uit volle overtuiging Rooms zonder in wezen anders te zijn geworden. En ook verder blijft hij Doopsgezind in zijn houding, die nooit terugschrikt voor het offer en het martelaarschap; in zijn steeds consequenter zoeken naar vrede; in zijn verdediging-als-leek van zijn nieuwe leer (hoewel nu op gezag van anderen); in zijn liefde voor de Bijbel, die altijd zijn voornaamste bron en bewijsplaats blijft[.]

Deze stap werd hem niet in dank afgenomen in de Republiek, waar calvinistische predikanten veel invloed hadden. Hij maakte veel nieuwe kennissen, terwijl de meeste van zijn oude vrienden hem niet afvielen vanwege zijn keuze. Wel kostte zijn religieuze stap Vondel de vriendschap met Hooft, die alle banden verbrak; dit trof Vondel pijnlijk en hij deed een vergeefse poging de vriendschap te herstellen. Het was voor Vondel een voordeel dat de schouwburg in Amsterdam vooral een katholieke aangelegenheid was: schouwburgbestuurders Jan Vos (dichter) en Claes Cornelisz. Moeyaert (schilder) waren katholiek.

Voltijds dichter (1643-1651)

In 1643 droeg Vondel de zijdehandel over aan zijn dertigjarige zoon Joost, die net was getrouwd met Aeltge Adriaens van Bancken. Een jaar later werd hun zoon Adriaen geboren.

Nu Vondel deze verantwoordelijkheid kwijt was legde hij zich weer meer op het dichten toe en schreef met name gelegenheidsgedichten, bijvoorbeeld voor bruiloften. De jaren daarna kwamen er twee dichtbundels van Vondel uit. Ter gelegenheid van zijn zestigste verjaardag schreef hij een van zijn weinige gedichten die over hemzelf gingen.

Problemen met zoon Joost jr. (1651-1659)

Joost junior en diens echtgenote trokken bij Vondel in de zaak, die van nr. 39 naar nr. 110 in de Warmoesstraat verhuisde. Dit ging echter niet lang goed. Zoon Joost werd in 1648 weduwnaar en hertrouwde met Baerte Hooft, een spilzieke vrouw met wie Vondel en dochter Anna niet goed overweg konden. In 1651 wees Vondels dochter Anna haar vader aan als haar enige erfgenaam en in 1652 lieten Vondel en Anna het huis in de Warmoesstraat en dus ook de zaak geheel aan Joost junior over. De zaak ging hierna snel achteruit, wat volgens Melles niet alleen voor rekening komt van de onbekwaamheid van Joost, maar ook door de politieke toestand: de Engelse Scheepvaartwetten en de Eerste Engels-Nederlandse Oorlog droegen ertoe bij dat de zaak in moeilijkheden kwam.

Niet veel later ging de zaak failliet, waarna Joost jr. zich op 5 december 1654 als makelaar liet inschrijven. Maar nu was het de spoedig beginnende strijd aan de Sont – die in 1658 zou uitmonden in de Slag om de Sont – die de handel deed afnemen. Vader en zoon Vondel probeerden met niet altijd moreel zuivere middelen en praktijken te redden wat ze konden. Op 18 september 1656 droeg Joost jr. alle schulden aan zijn vader over en twee maanden later schreef hij zich in in het Register van Curatele ter Desolate Boedelskamer. Melles vermoedt dat de schuldeisers erin geslaagd zijn vader en zoon formeel nog steeds als compagnons aan te merken, zodat er sprake was van gedwongen schuldovername door Vondel en hij ook aansprakelijk werd voor de makelaarsschulden van Joost jr.

Vondels zoon behandelde zijn vrouw slecht. Hij noemde haar in het bijzijn van anderen 'hoer', mishandelde haar met elk voorwerp dat in de buurt was en eenmaal probeerde hij haar te wurgen. Zij overleefde dit ternauwernood door tegen het bed te slaan en zodoende huispersoneel te alarmeren, dat haar ontzette.

In 1656 verliet Baerte Joost jr. en trok in bij haar neef. Toen Joost jr. deze neef toevallig tegenkwam bij een wijnhandelaar, ging hij hem te lijf. Twee jaar later probeerden vrienden van Vondel Joost jr. ertoe te bewegen naar Indië te gaan. Vondel verzocht de burgemeesters om zijn zoon gedwongen naar Indië te sturen. Aangezien dit verzoek werd ingewilligd moet er iets ernstigs gebeurd zijn, maar hierover zijn geen verdere gegevens voorhanden. Vondels biograaf Brandt had het in ieder geval over een 'opvallend vaaggehouden relaas'. Tijdens de reis overleed Joost jr. en kreeg hij een zeemansgraf.

Omdat zijn zoon Joost in moeilijkheden was gekomen, reisde Vondel in 1657 (zoals eerder in 1627) naar Denemarken om schulden in te vorderen.

Suppoost bij de bank van Lening (1659-1668)

Een jaar later hielp de gemeente Amsterdam hem uit de brand; hij kreeg een aanstelling als suppoost (boekhouder) bij de Stadsbank van Lening, een zogenaamde sinecure. Vondel hield het beleenregister bij en moest volgens Melles 'het volgnummer, de leensom en een aanduiding van de panden' noteren. Als zogeheten 'boekhouder van de beleningen' ontving hij het vrij hoge salaris van fl.650,- per jaar, dit vanwege 'de vereiste integriteit en de zware waarborgsom'. In 1668 werd de 81-jarige op eigen verzoek emeritaat met behoud van wedde verleend.

Vondel woonde in deze tijd op het Singel, niet ver van de Torensluis. Zijn zoon Joost overleed in 1660 op 47-jarige leeftijd op de heenreis naar Indië, voor Kaap de Goede Hoop. In deze zelfde tijd voltooide Vondel meerdere van zijn grote werken, mogelijk ook om zijn verdriet te verdringen.

Laatste levensjaren (1675-1679)

Om de schuldeisers te ontlopen werd het resterende familiebezit op naam van Anna gezet. Op haar sterfbed tekende zij op 16 juli 1675 haar testament en vermaakte haar hele bezit aan haar vader en een huisvriend, op voorwaarde dat Vondel zijn leven lang de volle nalatenschap zou genieten. Zo werd Vondels oude dag veiliggesteld, waarvoor hij in ruil afstand deed van het hem legitiem toekomende aandeel, zodat de crediteuren geen kans hadden de schuld op de erfenis te verhalen. Waarom Justus, de zoon van Joost jr. en een armlastige schoenlappersknecht, zodoende werd onterfd is niet bekend. Over hem is weinig meer bekend dan dat Vondel in 1677 de burgemeesters verzocht Justus in aanmerking te laten komen voor een stadsbediening, hetgeen werd geweigerd. Gedurende de laatste dagen van Vondels leven woonden zijn enige overgebleven kleinzoon en diens vrouw bij hem in. Vondel overleed uiteindelijk op 91-jarige leeftijd, wat in die tijd uitzonderlijk oud was. Hij had toen al zijn kinderen en kleinkinderen overleefd, op één kleinzoon na. Als zijn laatste werk dichtte hij spottend zijn grafschrift:

Hier leit Vondel zonder rouw,
Hy is gestorven van de kouw

Vondel werd begraven in de Nieuwe Kerk. Ter gelegenheid van zijn begrafenis werd een speciale munt geslagen met de tekst: 's Lands oudste en grootste poëet.

In 1698 werd het graf geruimd. Maar toen het in 1870 op verzoek van Joseph Alberdingk Thijm werd geopend, werd een kistje gevonden waarin het gebeente van de dichter werd vermoed. Pierre Cuypers maakte een kapelvormige houten schrijn, waarin het gebeente werd teruggelegd in het graf. Maar bij de restauratie van de Nieuwe Kerk in 1961 is het vermoedelijk, met honderden anderen vooraanstaande doden, zonder plichtplegingen overgebracht naar de Oosterbegraafplaats, en daar in een knekelkuil gegooid.

Nagedachtenis

Het monument voor Vondel in de Nieuwe Kerk werd ontworpen door de tekenaar en kunstverzamelaar Cornelis Ploos van Amstel en de etser Reinier Vinkeles.

Een commissie onder leiding van de Amsterdamse stadsbouwmeester Pierre Cuypers ijverde vanaf 1861 voor de oprichting van een standbeeld van Vondel. Deze organiseerde in februari 1862 "Neêrlands eerste Vondelfeest" in Roermond Op 18 oktober 1867 werd in het kort daarvoor geopende Nieuwe Park een bronzen standbeeld onthuld, ontworpen door beeldhouwer Louis Royer, op een sokkel van Cuypers zelf en met teksten van zijn vrouw Antoinette Alberdingk Thijm. Omdat Louis Royer niet meer in staat was om het ontwerp zelf uit te voeren, werd de hulp ingeroepen van Jan Stracké. De genii aan de vier hoeken zijn van de hand van Jean Lauweriks. Al snel werd het Nieuwe Park Vondelpark genoemd, wat in 1880 de officiële naam werd. Ter gelegenheid van de onthulling van het standbeeld sprak Jacob van Lennep, samensteller van de eerste wetenschappelijke uitgave van de volledige werken van Vondel, een feestrede uit en schreef voor die gelegenheid het drama Een dichter aan de Bank van Leening. In 1937 volgde het Standbeeld Joost van den Vondel van Gerarda Rueter in de Warmoesstraat.

Werk

Vondels literaire ontwikkeling is evenzeer beïnvloed door klassieke auteurs als door geleerde tijdgenoten. De acht belangrijkste invloeden zijn Du Bartas, Seneca, Vergilius, Grotius, Vossius, Sophocles, Euripides en Tasso.

Het oudste overgeleverde gedicht van Vondel, 'Schriftuerlyck Bruylofts Reffereyn', dateert van juni 1605, toen de auteur zeventien jaar oud was, en is gemaakt ter gelegenheid van het huwelijk van Vondels buurmeisje Claertje van Tongerlo. Het is, aldus Knuvelder, 'reeds "Vondel", zoals hij in diepste wezen zijn leven lang zal blijven.' Het gedicht is niet alleen duidelijk het product van een 'vroom mennist' die de Bijbel bestudeert, maar ademt vooral de sfeer van de Brabantse rederijkers en is dus 'zwierig, sinjoorlijk, eloquent, (...) feestelijk ook en van een opgewekte blijmoedigheid', kortom 'zuidelijk-overdadig.' Het is verder 'leerrijk' en 'zinnebeeldig', want Vondel beperkt zich niet tot de zaak zelf, maar brengt altijd het figuurlijke in. Hoezeer humanisme en barok hem nog in banen zouden leiden, 'de zwierige, eloquente, leerrijke symbolist' blijft bestaan, kortom 'ook in Amsterdam blijft hij Antwerpenaar'.

De eerste gepubliceerde gedichten van Vondel verschenen in 1607 in de bundel Den nieuwen verbeterden Lust-Hof (1607): 'Dedicatie aan de jonkvrouwen', 'De jacht van Cupido' en 'Oorlof-Lied'. Deze tonen een milde erotische lading en veel verwijzingen naar de klassieke mythologie.

Mogelijk waren deze gedichten onder meer bedoeld voor de Brabantse rederijkerskamer waarvan Vondel inmiddels lid was.

Vondel ondertekende in deze periode met zijn motto: 'Liefde verwinnet al' (Liefde overwint alles).

Toneelwerken

Het schrijven van een klassieke tragedie was Vondels oogmerk bij al zijn toneelstukken. Tot het laatst toe heeft hij nader gespecificeerd wat een klassieke tragedie behoort te zijn, zo heeft bestudering van zowel zijn theorie (de voorredes bij de drama's) als zijn praktijk (de structuur van de drama's zelf) uitgewezen. Deze voortdurende ontwikkeling in Vondels inzicht en begrip in de aard van het drama verloopt in voortdurende wisselwerking met wat de contemporaine geleerden erover dachten. Vondels ontwikkeling laat zich onderverdelen in vijf perioden.

De eerste periode loopt van het ontstaan van Vondels eerste toneelstuk Pascha, dat in 1612 verscheen, en eindigt met zijn tweede oorspronkelijke werk Hierusalem verwoest uit 1620, waaruit enerzijds Vondels bewondering voor Hoofts opvattingen blijkt, anderzijds dat Vondel zich in de klassieke literatuur verdiept had, met name in Seneca.

De tweede periode loopt van 1620 tot 1640. In 1620 begon Vondel de letterkundige bijeenkomsten van onder meer P.C. Hooft, Laurens Reael en Anthonis de Hubert bij te wonen, met als gevolg dat hij vertrouwd raakte met Vergilius, Seneca en Tasso. De eerste helft van deze periode is er vooral een van studie, waaronder vertalen, en levert alleen het actuele hekelstuk Palamedes, of vermoorde onnoselheit (1625) op; die "vermoorde onschuld" is slechts ogenschijnlijk een figuur uit de Oudheid. In werkelijkheid staat in dit sleuteldrama de figuur Palamedes symbool voor de terechtgestelde Van Oldenbarnevelt. 'vermoorde onnozelheid' werd de terechtgestelde Oldenbarnevelt aangeduid, en in de figuur van koning Agamemnon kon de overwinnaar prins Maurits worden herkend. Het stuk verscheen in oktober 1625, enkele maanden na het overlijden van Maurits. Palamedes is een scherpe kritiek op de stadhouder Maurits, en Palamedes werd desondanks een populair toneelstuk, waarvan tot 1800 minstens vijftien drukken zijn verschenen. Volgens Smit heeft Vondel de eisen van het drama ondergeschikt gemaakt aan de hekeling en is de dramavorm eerder middel dan doel.

In de tweede helft van deze periode werd Vondels creativiteit vooral in beslag genomen door het epos, zodat voor toneel weinig tijd overblijft. Wel ontstond het beroemd gebleven gelegenheidsstuk Gysbreght van Aemstel (1637). Daarna liep Vondels epos vast en wijdde hij zijn krachten aan toneel. Onderzoeker W.A.P. Smit kent een belangrijke plaats toe aan Vondels Sofokles-vertaling uit 1639: 'De Elektra-vertaling markeert een beslissend keerpunt; zij bepaalt de richting waarin Vondel zich nu definitief zal gaan ontwikkelen.'

De derde periode loopt van 1640 tot 1648, van Gebroeders (1640), 'ondenkbaar (...) zonder de achtergrond van Elektra', tot Maria Stuart (1646). (Het pastorale spel Leeuwendalers (1647) is geen tragedie.) In deze periode drong bij Vondel het besef door dat zijn drama's twee gebreken vertoonden: ten eerste hield hij tot dan toe te weinig rekening met de ongelukkige afloop (exitus infelix) als de normale en te verkiezen afloop, en ten tweede waren zijn hoofdfiguren doorgaans te onnozel en volmaakt.

De vierde periode loopt van 1648 tot 1660.'Vondel,' aldus het oordeel van Smit, 'is dan in dramatisch opzicht tot volle ontplooiing gekomen; deze vierde periode is tevens de eerste van zijn meesterschap.' Hiervan is Salomon (1648) het eerste stuk en Jeptha (1659) het laatste, met alleen de Salmoneus (1657) als een los intermezzo. Dit stuk werd slechts gemaakt om het decor dat voor het na twee opvoeringen verboden Lucifer was vervaardigd, nog te benutten en is 'in de reeks van Vondel's drama's ten slotte niet meer dan een curieus incident.'

De vijfde periode loopt van 1660 en 1667. Net als bij de derde periode vormt ook hier een Sofokles-vertaling de overgang, in dit geval Koning Edipus (1660). De peripeteia van dit stuk maakte zo'n indruk op Vondel dat deze 'staetverandering' in zijn volgende drama's het belangrijkste structuuraspect werd, waar voorheen de structuur in dienst had gestaan van de 'emblematisch-exemplarische strekking'. Een fel contrast tussen het voor en het na moest de peripeteia zo indrukwekkend mogelijk maken. Alles staat in dienst van dit effect, met een resultaat dat er volgens Smit zijn mag: 'Het dwingt hem tot ingrijpende wijzigingen in de structuur van zijn drama, maar wellicht juist daardoor leidt het een tweede periode van meesterschap in, waarvan de beide Davidspelen en Adam in ballingschap de hoogtepunten zijn.' Vervolgens wordt de peripeteia weer minder overheersend, 'tot in Noah (1667) op waarlijk magistrale wijze, zowel ideëel als structureel, een synthese wordt bereikt die het emblematisch-exemplarische van de vierde periode harmonisch doet samengaan met de "staetveranderinge" van de vijfde.' Zo is Noah 'niet alleen Vondels laatste, maar ook zijn meest verrassende tragedie.'

Het meesterschap in compositie gaat gepaard met een ontwikkeling in stijl. Voor literatuurcriticus Piet Gerbrandy bereikte Vondel 'in de jaren vijftig als stilist het toppunt van zijn schrijverschap (...) , hetgeen de lectuur van stukken als Lucifer en Adam in ballingschap tot een onverdeeld genot maakt.'

Hekeldichten

Vondels eerste hekeldicht is Op de jongste Hollandsche Transformatie uit 1618, dat zich kenmerkt door 'goedmoedige spot, die echter in de komende jaren in fel en bijtend sarcasme zal overslaan.' Al in Geusenvesper, omstreeks 1619 ontstaan naar aanleiding van de terechtstelling van Oldenbarnevelt, giet hij 'de fiolen van zijn hoon en toorn' uit over diens rechters.

Uit de jaren tussen 1625 en 1632 stammen een dertig hekeldichten, die in toon variëren van volks, zoals de uit 1627 daterende, in plat-Amsterdams gestelde verzen Nieuw lied van Reyntgen de Vos en Rommelpot van 't Hanekot, tot verheven, honende hekeldichten als Geusevesper. Niet zelden verandert deze kritiek in protest, regelrechte haat en woede. Een voorbeeld is Het stockske van Joan van Oldenbarnevelt. Roskam (1630) betreft een aanval op de corrupte, eerzuchtige regenten en de gedachte dat de calvinisten niet alleen in godsdienstig opzicht, maar ook op staatkundig en maatschappelijk terrein de leiding toekwam, werd aangevallen in Harpoen uit 1630.

Religieuze poëzie

Daarnaast heeft hij echter ook poëzie geschreven die louter religieus was, zoals tweemaal een kerstlied:

O wat zon is komen dalen
in den Maagdelijken schoot!
Ziet hoe schijnt ze met heur stralen
Alle glanzen doof en dood.

Epos Joannes de Boetgezant

Joannes de Boetgezant is een werk dat voldoet aan alle regels die in de eerste helft van de zeventiende eeuw voor een christelijk epos ontwikkeld werden. Het is dan ook een schoolvoorbeeld van de toepassing van deze regels zoals Jeptha dat is voor de regels van het drama. Smit karakteriseert het als een Tassoniaans-Vergiliaans epos.

Ander werk

Lichtvoetig is het gedicht Op het Toonneel des Aerdrycks, ofte Nieuwe Atlas; uytgegeven door I. en C. Blaeu van Vondels hand dat in de atlas van Blaeu werd opgenomen en dat begint met:

De wereld is wel schoon, en waerdigh om t'aenschouwen,
Maer 't reizen heeft wat in. de kosten vallen swaer.
Men magh den Oceaen niet al te veel betrouwen.
De Bergen rijzen steil. de bosschen zien te naer.

Na deze klaagzang, die zo nog enige strofen verdergaat, is Vondels conclusie onontkoombaar: de lezer kan zich de moeite besparen en zich beperken tot een reis door de kunstige atlas:

O reisgezinde geest, ghy kunt die moeite sparen,
En zien op dit Toonneel de Wereld groot en ruim,
Beschreven en gemaelt in kleen begrip van blaren.
Zoo draeit de schrandre kunst den Aerdkloot op haer duim.

Waardering

Vondel schreef veel polemische gedichten, waaronder het omvangrijke polemische leerdicht Altaergeheimenissen, dat Rome tegenover het Protestantisme stelt en verwant is aan de eerdere religieuze hekeldichten. Toch behoort ook deze verheven polemiek niet tot het hoogst gewaardeerde deel van het oeuvre. 'Vondels machtigste werk,' aldus W.A.P. Smit in 1935, 'is nooit de polemiek, maar altijd de synthetische, algemeen-Christelijke visie, (...) die haar hoogste uiting vindt in Lucifer, Adam in ballingschap, Noah.'

In zijn Inleiding tot Vondel uit 1892 riep Albert Verwey de Lucifer uit tot Vondels meesterwerk: 'Vondels werk is als een berg op den top waarvan een standbeeld staat. Dat beeld is de Lucifer.' Een kwarteeuw later achtte Molkenboer het van een treffende symboliek 'dat de Lucifer, door iedereen erkend als het stralende hoogtepunt van Vondels volle kunst, geplant staat in 't midden van zijn leven.' Daaraan is sindsdien niets meer veranderd. In 2008 schreven literatuurhistorici Porteman en Smits-Veldt: 'Lucifer kan beschouwd worden als Vondels meesterwerk.'

In 1941 schreef historicus Johan Huizinga 'dat Vondel tot de zeer grote dichters van alle tijden behoort', met de kanttekening dat daarvoor de 'formele voortreffelijkheid' en niet de inhoud daarvoor borg staat, want volgens hem is 'de rijkdom van Vondel's gedachte betrekkelijk gering'. Vondels kracht als dichter wordt in Huizinga's ogen weleens geremd door 'grenzeloze naïveteit' door een 'beminnelijk tekort aan wereldwijsheid' en door zijn 'uiterst primitieve psychologie.'

In de naoorlogse decennia taande de belangstelling voor Vondel, waarvoor het staken van de traditionele jaarlijkse opvoering van Gijsbrecht van Aemstel in 1968 symbolisch is. In 1979 signaleerde Vondelkenner E.K. Grootes dat de Vondelwaardering in een dal verkeert. Weer ongeveer tien jaar later wees schrijver Frans Kellendonk op de verzuiling als oorzaak. Volgens hem hebben de leidende Vondelonderzoekers uit Nijmegen 'een rooms Vondelbeeld geschapen, dat alle onroomsen meteen al tegenstond en gedoemd was om met de ontkerkelijking hopeloos te verstoffen.' 'Wie zijn werk leest,' aldus de essayist Kees Fens in 1996, 'komt in een taalheelal terecht dat hij niet voor mogelijk hield. Dat ook later nooit meer is geëvenaard.'

Vondel staat met zeven titels binnen de top vijftig van een canon met de honderd belangrijkste Nederlandse toneelstukken die theaterwetenschapper Rob van der Zalm in 2015 samenstelde uit een gedurende 2014 afgenomen enquête onder driehonderd regisseurs, acteurs en theaterbezoekers. Met één stem verschil moest Vondel de eerste plaats aan Ten oorlog van de Vlaamse auteur Tom Lanoye laten, zodat Lucifer op plaats twee tot het belangrijkste toneelstuk van een Nederlander werd gekozen. Ook Gijsbrecht van Aemstel haalde de top tien, op plaats acht. Op plaats vijfentwintig staat de zogenaamde Jozef-trilogie (Joseph in Egypten, Joseph in Dothan) en Josef aan het Hof, op plaats 31 Adam in ballingschap en op plaats 48 staat Jeptha of offerbelofte.

In 2017 publiceerde acteur en regisseur Hans Croiset de roman Ik, Vondel, een fictieve autobiografie van de dichter.

Vergelijking met Shakespeare

Vondel wordt regelmatig gemeten met het werk van Shakespeare als maatstaf. In 1898 introduceerde Lucifer-vertaler Leonard Charles van Noppen Vondel bij het Engelse publiek door hem met enkele literaire grootheden uit diverse talen te vergelijken: 'Like Goethe, the Dutch poet exerted an ennobling influence on the theatre of his country. Like Dante, he was fond of a strong, bold outline, and always chose a direct rather than a circuitous route. Like Shakespeare, he was a keen observer of affairs, a student of life'. Johan Huizinga bekende 'gaarne, dat het geheel doorlezen van een drama van Vondel – heel anders dan bij een van Shakespeare – mij grote inspanning kost'. Vondel vertoont in het bouwen van een drama, de voorbereiding van de peripetei, het ontknopen van een verwikkeling volgens Huizinga een onbeholpenheid, zelfs 'een volkomen afwezigheid van enige toeleg, welk een contrast met Shakespeare'. Aldus is Vondel nooit een dramaturg geworden 'die ons als Shakespeare dwingt de adem in te houden'. In verband met 'het Nederlandse minderwaardigheidscomplex' sprak Kellendonk van 'het Wereldcup-aspect van de Vondelwaardering.' Vondel, aldus Kellendonk, die behalve schrijver ook anglist was, 'is inderdaad geen Dante, geen Shakespeare, geen Corneille. Vondel is Vondel.' In het drama Joseph in Egypte heeft de dichter Jempsar, de echtgenote van Potifar, 'een liefdeslyriek in de mond gelegd die even broeierig en overrijp is als die van Shakespeare's Cleopatra.'

Bekende werken

Vondels werken hebben veelal de politieke en religieuze spanningen die aan het begin van de 17e eeuw de republiek beheersten als thema. Vondel stond daarbij aan de kant van de meer gematigde protestanten.

Tot Vondels bekendste toneelwerken behoren Gijsbrecht van Aemstel (1637), een stuk dat door de predikanten aanvankelijk verboden werd omdat het Roomse sympathieën zou bevatten, en de treurspelen Lucifer (1654), Adam in ballingschap (1664) en Noah (1667). Deze laatste drie werken vormen een trilogie over de zondeval van achtereenvolgens de engelen, de eerste mens en de eerste mensheid.

Renaissancist en rederijker

Vondel was een Renaissancedichter, maar een die pas op volwassen leeftijd Latijn leerde. Laatmiddeleeuwse invloeden, met name die van de Rederijkers, zijn evenzeer sterk in zijn werk aanwezig:

woordspelingen:

De raven kraaien "cras, cras"

— dat laatste woord betekent in het Latijn: "morgen";

opsommingen:

Die zorght, en waeckt, en slaeft, en ploegt, en zwoegt, en zweet

en tal van andere figuren laten de Rederijkerstraditie zien. De perfecte integratie van christelijke theologie en antieke cultuur, zijn grote kennis van literatuur en wetenschappen, en zijn belangstelling voor dichtvormen en vernieuwingen op lexicaal gebied bestempelen hem toch in de eerste plaats als humanistisch en renaissancistisch dichter. Zijn dichterlijk talent en zijn irenische persoonlijkheid bezorgden hem bij zijn tijdgenoten de titel van Prins der Dichters.

Poëzie

  • Den Gulden Winckel der Konstlievende Nederlanders, gestoffeert met veel treffelycke historische, philosophische, poeetische morale ende schriftuerlijcke leeringen ... (1613)
  • Hymnus ofte Lofgesangh over de wijdberoemde scheepvaert der Vereenigde Nederlanden (1613)
  • Vorstelijcke warande der dieren.:waer in de zeden-rijcke philosophie, poëtisch, morael, en historiael, vermackelijck en treffelijck wort voorgestelt : met exempelen uyt de oude historien, in prose; ende uytleggingen, in rijm verklaert (1617)
  • Op de jongste Hollantsche Transformatie (1618)
  • De Helden Godes des Ouwden Verbonds, met kunstige beeldenissen vertoont, en poeetelijck verklaert. Midsgaders: een Hymnus of lofzangh van de christelijcke ridder, de Heerlijckheyd van Salomon, en Hiervsalem verwoest (1620)
  • Het lof der zeevaert (1623)
  • Geuse Vesper of siecken-troost voor de vierentwintigh. Op de wijse: Brande Partinice (1625)
  • I.V. Vondelens Geboortklock van Willem van Nassau, eerstgeboren sone der doorluchtichste princen, Frederick Henrick ende Amelia, door Gods genade princen van Oranje: geboren met de son, den 27 van may, 1626, in 'sGravenhaeghe (1626)
  • Bruyloftbed van den e. heere, Pieter Cornelisz. Hoofd, drost van Muyden, baljuw van Goeyland, en de e. joffre. Helionora Hellemans, den 30 van slaghtmaend des jaers 1627 (1627)
  • Rommel-pot van't hane-kot om te kauwe veur begyne-koeck, en te neurie lijck hangsje hangebroeck (1627)
  • I. V. Vondelens Verovering van Grol, door Frederick Henrick, Prince van Oranje. Noch sommiger gedichten op de selve stof (1627)
  • De Rynstroom (1630)
  • Roskam (1630)
  • Harpoen aen Jonkheer Landeslot, heer van Vrybvrgh (1630)
  • Een otter in 't bolwerck (1630)
  • Decretum horribile (1631)
  • Op Huygh de Groots verlossing (1632)
  • Inwying der doorluchtige Schoole t'Amsterdam. aen den heer Herman van der Pol ... (1632)
  • Kinder-lyck (1632)
  • Uitvaert van mijn dochterken (1633)
  • Op het overlyden van Isabella Klara Eugenia (1633)
  • Lyckklaght aan het Vrouwekoor, over het verlies van mijn ega (1635)
  • J. v. Vondels Brieven der heilige maeghden, martelaressen (1642)
  • Aen de Beurs van Amsterdam (1643)
  • I. v. Vondels verscheide gedichten; bestaande in zegezangen, klinkdichten, lof- en eerrijmen, bruiloftdichten, lijk- en grafdichten, mengelrijm, en zangen / Verzamelt door D.B.D.L.B (1644)
  • Altaergeheimenissen ontvouwen in drie boecken (1645)
  • Inwijdinge van 't Stadhuis t'Amsterdam (1655)
  • Het stockske van Joan van Oldenbarnevelt (1657)
  • J. v. Vondels Poëzy of verscheide gedichten, by een vergadert, vermeert, en op een nieuw oversien : mitsgaders een Aenleidinge ter Nederduitsche dichtkunste (1658)
  • Zeemagazyn gebouwt op Kattenburgh t'Amsterdam (1658)
  • Wildzang (1660) (in 1976 in morseseinen als kunstwerk gemaakt in Amsterdam, met 1879 houten palen, zie trivia)
  • Toneelschilt oft Pleitrede voor het toneelrecht (1661)
  • J. v. VondelsBespiegelingen van Godt en Godtsdienst. Tegens d'ongodisten, verlochenaers der godtheit of goddelijcke voorzienigheit (1662)
  • J. v. Vondels Joannes de boetgezant. Begrepen in zes boecken (1662)
  • De Heerlijckheid der Kercke (1663)
  • Lykzang ter ere van Zacharias du Mez, Bisschop van Thrallen (rond 1665)
  • Uitvaert van Maria van den Vondel (1668)

Toneel

  • Het pascha, ofte de verlossinge Israëls uyt Egypten. Trage-comœdischer-wyse een yeder tot leering op 't toneel gestelt (1612)
  • Hiërusalem verwoest (1620)
  • Palamedes oft Vermoorde onnooselheijd (1625). In de uitgave van 1652 heeft Vondel een aantal woorden (zoals zonde) vervangen, en sommige politieke toespelingen werden verscherpt. Het werd pas in 1663, in Rotterdam, voor het eerst opgevoerd. Twee jaar later, toen de Amsterdamse schouwburg gesloten was vanwege een verbouwing, werd het stuk daar buiten de verantwoordelijkheid van de regenten opgevoerd.
  • De Amsteldamsche Hecvba. Treur-spel (1626)
  • Gysbreght van Aemstel, d'ondergang van zijn stad en zijn ballingschap. Treurspel (1637)
  • J. v. Vondels maeghden : Treurspel (1639)
  • J. V. Vondels Gebroeders. Treurspel (1640)
  • J. v. Vondels Joseph in Dothan. Treurspel (1640)
  • J. v. Vondels Joseph in Egypten. Treurspel (1640)
  • J. v. Vondels Peter en Pauwels. Treurspel(1641)
  • Maria Stuart of Gemartelde Majesteit (1646)
  • J. v. Vondels Leeuwendalers. lantspel (1647)
  • J. v. Vondels Salomon : Treurspel (1648)
  • J. v. Vondels Lucifer. Treurspel (1654, deel een van de trilogie over de zondeval)
  • J. v. Vondels Salmoneus, Treurspel (1657)
  • J. v. Vondels Jeptha of offerbelofte. Treurspel (1659)
  • J. V. Vondels Koning David in ballingschap. Treurspel (1660)
  • David hersteld (1660)
  • J. v. Vondels Samson of heilige wraeck. Treurspel (1660)
  • J. v. Vondels Adonias of rampzalige kroonzucht. Treurspel (1661)
  • J. v. Vondels Batavische gebroeders of Onderdruckte vryheit. Treurspel (1663)
  • J. v. Vondels Faëton of Reuckeloze stoutheit. Treurspel (1663)
  • J. v. Vondels Adam in ballingschap of Aller treurspelen Treurspel (1664, deel twee van de trilogie over de zondevallen)
  • J. v. Vondels Zungchin of Ondergang der Sineesche heerschappye. Treurspel (1667)
  • J. v. Vondels Noah of Ondergang der eerste wereld. Treurspel (1667, deel drie van de trilogie over de zondevallen)

Gelegenheidsgedichten

  • 1627 – Bruyloftbed van Pieter Cornelisz. Hooft en Helionora Hellemans
  • 1633 – Kinder-lyck (naar aanleiding van het overlijden van zijn zoon Constantijn)
  • 1660 – Op d'Afbeeldinge van den edelen gestrengen Heere Cornelis de Graeff
  • 1662 – Ter bruiloft van den weledelen heer Peter de Graef, Jongkheer van Zuitpolsbroek en de weledele mejoffer Jakoba Bikker
  • 1668 – Uitvaert van Maria van den Vondel

Literaire verhandeling

  • 1650 – Aenleidinge ter Nederduitsche dichtkunste

Vertalingen

  • Vondelens Hippolytvs of rampsalige kuyscheyd (naar Seneca) (1628)
  • Hvigh de Groots Iosef of Sofompaneas. Trevrspel (naar Hugo de Groot) (1635)
  • J. v. Vondels Elektra van Sophokles. Treurspel (naar Sophocles) (1639)
  • Publius Virgilivs Maroos Wercken (1646)
  • Q. Horatius Flaccus Lierzangen en Dichtkunst (Quintus Horatius Flaccus) (1657)
  • Publius Virgilius Maroos Wercken vertaelt in Nederduitsch Dicht (1660)
  • J. v. Vondels koning Edipus uit Sofokles. Treurspel (1660)
  • J. v. Vondels Ifigenie in Tauren. Uit Euripides. Treurspel (1666)
  • Euripides Feniciaensche of gebroeders van Thebe. Treurspel (1668)
  • Sofokles Herkules in Trachin. Treurspel (De Trachiniae van Sophocles) (1668)
  • Publius Ovidius Nazoos Herscheppinge (De Metamorphosen van Ovidius) (1671)

WB-editie van de verzamelde werken in 10 delen, verschenen 1927-1937

  • De werken van Vondel Deel 1. 1605-1620 Verschenen 1927, bevat o.a. Het Pascha, Den Gulden Winckel en Vorstellicke Warande der dieren
  • De werken van Vondel Deel 2. 1620-1627 Verschenen 1929, bevat o.a. Hierusalem verwoest, De Amsteldamsche Hecuba, Palamedes en Geboortklock van Willem van Nassau
  • De werken van Vondel Deel 3. 1627-1640 Verschenen 1929, bevat o.a. Hippolytus, Huigh de Groots Iosef of Sofompaneas, Gysbreght van Aemstel, Elektra van Sophokles (vert.), Maeghden en Gebroeders
  • De werken van Vondel Deel 4. 1640-1645 Verschenen 1930, bevat o.a. Joseph in Dothan, Joseph in Egypten, Peter en Pauwels en Altaer-Geheimenissen
  • De werken van Vondel Deel 5. 1645-1656 Verschenen 1931, bevat o.a. Maria Stuart, Leeuwendalers, Salomon, Lucifer, Salmoneus en Inwijdinge van 't Stadthuis t'Amsterdam
  • De werken van Vondel Deel 6. Vondels Vergilius-vertalingen Verschenen 1932, bevat o.a. Herderszangen, Lantgedichten en de Eneas
  • De werken van Vondel Deel 7. Vertalingen uit het Latijn van Vergilius, Horatius, Ovidius Verschenen 1934, bevat o.a. Aeneïs (gedeeltelijk), Herscheppinge (Metamorfosen) en Van de Dichtkunst (Arte poëtica)
  • De werken van Vondel Deel 8. 1656-1660 Verschenen 1935, bevat o.a. Koning Davids Harpzangen (vert. van alle 150 Psalmen), Jeptha en Koning Edipus van Sofokles (vert.)
  • De werken van Vondel Deel 9. 1660-1663 Verschenen 1936, bevat o.a. Koning David in ballingschap, Koning David Herstelt, Samson, Adonias, Bespiegelingen Van Godt en Godtsdienst, Joannes de Boetgezant en Batavische Gebroeders
  • De werken van Vondel Deel 10. 1663-1674 Verschenen 1937, bevat o.a. Faëton, Adam in ballingschap, Zungchin, Noah, Herkules in Trachin (Sofokles), Ifigenie in Tauren (Euripides) en Feniciaensche of Gebroeders van Thebe (Euripides)

Varia

  • Joost van den Vondel staat afgebeeld op een postzegel in de serie 'Zomerzegels van 1937'.
  • Vondel stond afgebeeld op twee achtereenvolgende versies van het Nederlandse bankbiljet van 5 gulden.
  • Een gedicht van zijn hand (getoonzet door J. Duin) werd opgenomen in de populaire liedbundel Kun je nog zingen, zing dan mee. De eerste regels luiden: 'Wat zong het vroolijk vogelkijn dat in den boomgaard zat?' (met de titel 'Wildzang').
  • De rei van de edelen uit het drama van de Gijsbrecht van Aemstel wordt gebruikt in het nummer 'Hamburger Concerto' van Focus.
  • Volgens het Guinness Recordboek schreef Vondel het kortste Nederlandstalig gedicht, en wellicht het kortste gedicht ter wereld, waarmee hij in 1620 een dichtwedstrijd won:
    U
    Nu!
  • Een literaire prijs was naar hem genoemd: Joost van den Vondelprijs.
  • De Vondelstraat met Vondelkerk en het Vondelpark in Amsterdam zijn naar hem vernoemd.
  • Het Cultureel centrum, 't Vondel, en het Heilig-Hart & College Vondel van het Vlaams-Brabantse Halle is naar hem genoemd.
  • In 2004 eindigde hij op nr. 53 tijdens de verkiezing van De grootste Nederlander.
  • De naam Schouwburg werd bedacht door Vondel. Met 'schouw' en 'burg' verwees Vondel naar een plaats waar men kon kijken. Het van het Griekse woord theatron afgeleide schouwburg werd door de tijd heen zo'n populaire benaming dat het van een eigennaam is verworden tot een soortnaam.
  • In het Frans wordt de Nederlandse taal soms (poëtisch) de taal van Vondel genoemd ('la langue de Vondel') analoog aan het gebruik om het Frans 'de taal van Molière' te noemen of Duits 'de taal van Goethe'.
  • Wildzang was een van de grootste kunstwerken ooit in Nederland gemaakt (1976). 1879 houten palen, op de Bijlmerweide in Amsterdam-Zuidoost namen in een bepaald ritme een oppervlakte van circa 80 bij 25 meter in beslag. Wildzang was geïnspireerd op het gelijknamige gedicht van Vondel:
    Wat zong het vrolijk vogelkijn dat in de boomgaard zat? Hoe heerlijk blinkt de zonneschijn van rijkdom en van schat Hoe ruist de koelte in 't eikenhout en vers gesproten lof Hoe straalt de boterbloem als goud Wat heeft de Wildzang stof!

Galerij

Externe link

  • Brief van Vondel over Elektra van Sofokles (1639)

Text submitted to CC-BY-SA license. Source: Joost van den Vondel by Wikipedia (Historical)